De gewone Griek werkt
Beeldend kunstenaar Cathelijne Miggelbrink woont in Griekenland, gooit niet met stenen naar de politie, maar ervaart iedere dag wat de crisis veroorzaakt.
Vrolijk geklingel kondigt de komst van de kudde aan. Op het naburige olijfveldje jaagt de herder luid vloekend zijn schapen op, hun deerniswekkende houding in schril contrast met het gezellige getinkel van de bellen om hun nek. Met de koppen laag bij de grond, hun mottige vachten vol teken en doornen, zoeken ze naar het gras dat de lange zomer allang tot karig hooi heeft verschroeid.
Lang geleden kwam ik voor het eerst in Griekenland, waar ik een speciale gewone Griek ontmoette. De gewone Griek begon een bakaliko, een kruidenierswinkel. Ik verliet het Noorden zodat we samen een bestaan konden opbouwen. We trouwden, kregen kinderen, bouwden een huis op een olijfveldje. Een moestuin, wat kippen.
Dit is het leven in de periferie. We gooien geen stenen naar de MAT (de Griekse ME), dragen geen koukoula (capuchon), we protesteren zelfs niet. Daar is geen tijd voor. De gewone Griek werkt.
Toch is de crisis ook hier voelbaar. Ethnikistes (nationalisten) vullen de muren in het dorp met hun leuzen. Het zijn geen rellen, maar het gevoel van onvrede en onveiligheid is net zo sterk.