ACHTERGROND - Een jaar geleden werd Turkije opgeschrikt door een corruptieschandaal rond de Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) van president Erdogan. Zondag werd een nieuw dieptepunt bereikt, schrijft Alper Alasag.
In het kader van het corruptieschandaal verdacht de Turkse justitie ene Reza Zarrab, een in Iran geboren zakenman, ervan vier AKP-ministers te hebben omgekocht. Deze vier ministers werden kort na het bekend worden van de corruptieaantijgingen vervangen, maar verder veranderde er weinig binnen de regering. Wel werden in de volgende weken duizenden politieagenten, aanklagers en rechters overgeplaatst en vervangen omdat zij, volgens de toenmalige premier Erdogan, door de corruptie binnen de regering bloot te leggen de regering ten val wilden brengen. Zij waren onderdeel van een complot van buitenlandse machten, aldus Erdogan.
Om de vier oud-ministers van de AKP te onderzoeken, werd afgelopen mei een parlementaire commissie samengesteld. Deze commissie ging aan het werk, maar de media werden een beperkingen opgelegd bij het verslaan van het onderzoek. Het was niet de eerste keer in Turkije dat de mediavrijheid werd beperkt. Zo werden in het eerste kwartaal van 2014 bijvoorbeeld Youtube en Twitter geblokkeerd door de Turkse regering.
Aanleiding voor deze blokkade was onder andere een uitgelekte opname van Erdogan die zijn directe betrokkenheid bij het corruptieschandaal onthulde. Een andere opname was van een militair-strategische bespreking op het Ministerie van Buitenlandse zaken waarin de directeur van veiligheidsdienst suggereerde dat een raketaanval op eigen land een mooie aanleiding zou zijn om militair in te kunnen grijpen in Syrië.