Avondvierdaagse

Geen idee of ze er nog zijn, mijn pinnetjes van de avondvierdaagse. Ik weet niet eens hoe vaak ik heb gelopen. Een keer? Twee keer? Nog meer? We liepen met een grote groep achter onze juf aan, ‘een potje met vet’ zingend en we hadden allemaal komkommer, wortel, peperkoek en een minirolletje Kingpepermunt in onze jaszak. Er was er altijd een bij met een zak vol snoep. Daar probeerde iedereen naast te lopen, hij of zij mocht eens wat verliezen. Ik kan me nog een aardige mevrouw herinneren die de deur voor me opendeed omdat ik dreigde te stikken in zo’n Kingpepermuntje. Ik ging alleen naar binnen, zij deed de deur even dicht anders tochtte het zo en gaf me een glas water. Daarna liet ze me weer los en rende ik terug naar de groep. Vanavond loop ik weer. Vier avonden vijf kilometer. Ieder kind moet worden geëscorteerd door een volwassenen. Was vroeger de juf voldoende, dat is allang niet meer zo. Er lopen evenveel volwassenen mee als kinderen. Dat leidt ertoe dat je uren doet over vijf kilometer. Al die scholen, al die kinderen en dan ook nog al die volwassenen. Lekker doorlopen is er niet bij. Schuifel de schuifel…

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022
Foto: jamelah e. (cc)

Woede en schaamte

COLUMN - In rouw blijk ik vrij slecht te zijn. Althans: ik bak niks van de geëigende stadia van rouwverwerking, ik haal ze allemaal door de war. Van depressie – stadium vier volgens de boekjes; aanvaarding, het vijfde en laatste stadium, scheen daarna eindelijk binnen bereik te liggen – schoot ik hopeloos en redeloos stadium twee in: boosheid.

Zeg maar gerust woede.

Niet dat ik tegenwoordig tierend door de straten loop, maar zodra iets me niet zint, overvalt een onblusbare boosheid me en neemt die me in de greep. Mijn lontje is kort, momenteel.

Mijn woede richt zich op niemand in het bijzonder en dus op alles en iedereen in het algemeen. Een ongerichte boosheid die zich hunkerend een uitweg zoekt. Met als gevolg dat ik bijna blij ben wanneer ik denk dat mijn woede dit keer gerechtvaardigd is. Dan mag ik namelijk eindelijk met recht & reden flink zieden, kan ik te langen leste echt schaamteloos laaiend zijn.

Nee, ik ben oprecht niet boos op mijn hartsvriendin annex echtgenote omdat zij dood ging, zoals iemand laatst suggereerde: zó verblind ben ik nou ook weer niet. Ik ben alleen maar immens – en vreselijk onvruchtbaar – boos op het lot. Boos dat zo’n grandioos mens geen langer leven beschoren was. Boos dat mijn allerbeste vriendin er niet meer is. Boos omdat ik me sindsdien zo ongeneeslijk kut voel.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Anders nog iets? | In memoriam: Selfie

COLUMN - In 2013 werd ‘selfie’ gekozen tot Woord van het Jaar. Met een grote meerderheid aan stemmen kreeg het trendy woordje de voorkeur boven ‘socialbesitas’ en ‘sletvrees’, respectievelijk de nummers twee en drie uit het lijstje. Een vermelding in de prestigieuze Dikke Van Dale was de bijbehorende hoofdprijs. Vanaf die tijd ging het eigenlijk mis met het veelgeprezen woordje. De roem en aandacht zorgden ervoor dat de selfie niet meer zichzelf kon zijn. Met alle gevolgen van dien.

Wanneer we het hebben over de eerst gemaakte selfie, klinkt dit alsof we praten over een opgraving uit de Middeleeuwen. Voor ons gevoel lijkt 2002 inmiddels eeuwen geleden, maar feitelijk is dat nog niet zo gek lang terug in de tijd. Op een Australische website plaatste een jongen destijds een ingezoomde foto van de hechtingen in zijn lip. Het was een stille getuige van de verwondingen die hij had opgelopen tijdens een avondje stappen. ‘Sorry van de focus, het is een selfie,’ plaatste hij als begeleidende en verontschuldigende tekst bij zijn ietwat onsmakelijke foto van een opgezwollen en gehechte onderlip. Waarschijnlijk had hij in de verste verte niet kunnen vermoeden wat hij zo’n twaalf jaar later zou hebben aangericht met zijn selfie van destijds.

In 2002 bestonden de grootste social media-grootmachten, zoals Twitter en Facebook nog niet. Daarnaast waren de mobiele belapparaatjes nog niet uitgerust met een fotocamera. Wanneer dat wel zo was, werden het echter foto’s waarbij je het aantal pixels met het blote oog zou kunnen tellen. Toen deze mobiele hightechbranche echter in de jaren erna explodeerde, qua mogelijkheden, snelheid en vooral verkoop, was er dan ook geen houden meer aan. Naast het volledig apathische turen op het beeldschermpje, in welke willekeurige situatie dan ook, en het overal bereikbaar kunnen zijn, werd de selfie een onontkoombaar fenomeen waar we – helaas – niet meer omheen konden.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

De boom en de oude man

COLUMN - De oude man liep voorop. ‘Het moet hier ergens zijn,’ zei hij en liep van boom naar boom en weer terug. Ineens riep hij harder: ‘Hebbes, hier is het! Kijk dan, het is zelfs nog hartstikke goed leesbaar.’ De man naast hem, ook al behoorlijk op leeftijd, leek mij zijn zoon. Ze hadden dezelfde houding, dezelfde ogen, hetzelfde loopje. Bij een van de bomen vond de oude man zijn initialen. ‘JB 1939’. Ik ken die boom. 

Er is een rijtje bomen in het bos waar ik vaak loop en in de basten van deze bomen valt heel wat te lezen. Veel initialen met romantische harten, de liefde is voelbaar in bijna elke bast. Maar er is meer. De tekst ‘Mobilisatie L. De Visser 1939’ bijvoorbeeld en ‘Love from Canada My Darling ’45’. Herinneringen aan de oorlog. Ik vind het een bijzondere plek. Ik weet niet wat er allemaal in deze laan heeft plaatsgevonden, maar de oorlog is overal aanwezig. Nog wel. Want op een aantal bomen staan stippen.

De bomen zijn ziek waarschijnlijk, of er staan er te veel. Het zijn joekels, ze staan er ook al zo lang. Tijdens een flinke storm waait er ook wel eens een om. Die vind je dan dagen later in stukken gezaagd, genummerd en gestapeld terug. Nog wat dagen later rest alleen een boomstronk. Weg mooie herinneringen. De nieuwe, magere bomen zijn onbeschreven, zij vertellen nog geen verhalen. De geschiedenis van de oude bomen brandt ergens in een haard of wordt verwerkt in een tafel.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Closing Time | John Birch Paranoid Blues

Van Bob Dylan die de John Birch Society op de hak neemt, terwijl hij zijn beste Woody Guthrie-imitatie ten beste geeft.

Eerste couplet:

Well, I was feelin’ sad and kind of blue
I didn’t know what I was gonna do
The Communists were comin’ around
They was in the air, they were on the ground
They wouldn’t give me no peace

Foto: Michael Downey (cc)

De dood komt tot leven

ELDERS - Judith van de Kamp doet onderzoek in Kameroen en blogt over haar ervaringen. Vandaag: de dood in Kameroen. ‘Een keer werd een gewonde jongen naar mijn onderzoeksziekenhuis gebracht op een motorbike. Bij aankomst bleek hij al dood. De motorbike-jongen nam ‘m gewoon weer mee achterop de motor; terug naar huis.’

Hoe langer we in Kumbo wonen, hoe meer we de dood opmerken. De graven rondom de huizen waren altijd al zichtbaar. Maar er zijn ook zichtbare en hoorbare kenmerken die we nu pas opmerken omdat we de betekenis ervan begrijpen. Zo dragen vrouwen met een bepaalde traditionele titel maandenlang zwarte kleding omdat een dierbare overleden is. Moeders die hun kind verliezen scheren hun hoofd kaal. In mijn onderzoeksziekenhuis herken ik het geluid van de dood vrijwel meteen; de familie van de zojuist overleden patiënt barst plotseling uit in luid gejammer en geklaag. Op slechte dagen hoor ik het meer dan één keer.

Het geluid van de dood is niet alleen maar naar en verdrietig. Als een belangrijk iemand op leeftijd overlijdt, wordt dat de nacht voor de begrafenis groots gevierd. Het begint ’s avonds met een kerkdienst,en daarna neemt de DJ het over en wordt er de hele nacht gedanst en gezongen. Soms lig ik ’s nachts te luisteren en herken ik liederen uit mijn eigen kerk uit mijn jeugd (zoals ‘Lord, I lift Your name up high’), alleen zit er nu een übervrolijke Afrikaanse beat onder. Je zou bijna vergeten dat er iemand overleden is.

De dood lijkt veel meer bij het leven te horen dan in het westen. Dat is ergens mooi; mensen blijken ongelooflijk sterk en rouwen samen. Maar het is ook wreed. Zo werd er een keer een gewonde jongen naar mijn onderzoeksziekenhuis gebracht op een motorbike. Bij aankomst bleek hij al dood. De motorbike-jongen nam ‘m gewoon weer mee achterop de motor; terug naar huis. En zoveel doden hadden voorkomen kunnen worden, zoals het kindje van anderhalf jaar dat voorover in een bak water viel en verdronk. En de mensen met ernstige malaria hadden gered kunnen worden als ze eerder naar het ziekenhuis waren gekomen.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Vorige Volgende