ACHTERGROND - Er zit geld in de bodem. Drie kilometer onder het oppervlak van Noord-Nederland ligt een dikke laag zout. Frisia Zout delft dit zeer zuiver zout al jaren. Het is perfect als grondstof voor medicijnen of plastic. Maar met elke gewonnen kilo zout, zakt de bodem rondom het wingebied een beetje in. Nu verplaatst de boorput zich naar de Waddenzee. Is dit een probleem? vraagt Lieke Mulder zich af.
Bodemdaling door zoutwinning
In gemeente Franekerdeel is de bodem in tien jaar tijd dertig centimeter ingeklonken als gevolg van de zoutwinning. Landbouwgebieden staan hierdoor na een regenbui blank. De Provincie Friesland ziet de boorput daarom liever naar een plek buitendijks verhuizen, zoals in de Waddenzee. De Provincie voerde hiervoor een actieve lobby bij de overheid, want voor boren in de Waddenzee is een ontheffing nodig van de natuurbeschermingswet.
Ontheffing wordt alleen gegeven als er ‘onomstotelijk wetenschappelijk bewezen wordt’ dat er geen negatieve gevolgen zijn op de natuur. Hier is volgens staatssecretaris Dijksma van economische zaken aan voldaan. Begin september ging ze akkoord met de zoutwinning in de Waddenzee. Natuurorganisaties zijn woedend en bereiden een hoger beroep voor. Ze vinden de wetenschappelijke onderbouwing voor de ontheffing ‘kort door de bocht’.
Ook Wetenschappers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) maken zich zorgen. ‘Een kwart van de huidige populatie kanoeten zal verdwijnen als de plaat waaronder zout wordt gewonnen met eb niet meer droogvalt,’ aldus een studie van het NIOZ.