Reinout van Brakel

105 Artikelen
1 Waanlinks
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Fabíola Medeiros (cc)

Combineren van opleidingen met werk en privé

DATA - Wat helpt u het meest om de opleiding met werk en privé te kunnen combineren?

Steeds vaker zie ik relevante onderzoeken voor onderwijsbeleid, die zijn gedaan door “nieuwe” spelers. Waar onderzoeksbureaus vaak veel moeite moeten doen om respondenten te vinden, verschuift het onderzoek naar partijen die deze respondenten al hebben. “Springest” is zo’n partij: zij hebben een website die alle opleidingsaanbod bij elkaar brengt. Dat is in Nederland veel en divers, dus monnikenwerk. Als je de website bezoekt, krijg je direct te zien of collega’s ook al op zoek zijn geweest naar opleidingen. Knap businessmodel.

Samen met NIDAP, dat al jaren de opleidingsmarkt in kaart brengt, deed Springest onderzoek onder 50.000 bezoekers van de website. Ze vroegen aan geïnteresseerden welke factoren van belang zijn om een opleiding te kiezen. Van de totale groep reageerden 3.257 respondenten op stellingen over opleidingsvoorkeuren. 12% daarvan werkt in het onderwijs.

Onderwijsgrafiek - Factoren van belang

Bron: NIDAP/ Springest (2016). Opleidingsmonitor 2015-2016. Vraag: Wat helpt u het meest om de opleiding met werk en privé te kunnen combineren?

De grafiek toont de antwoorden op de vraag “Wat helpt u het meest om de opleiding met werk en privé te kunnen combineren?”.

De factoren die volgens de respondenten kunnen helpen de opleiding met het werk of privé te combineren zijn weergegeven in de grafiek. Vooral de keuzemogelijkheden in lestijden (46%) en het ‘stapelbaar’ maken van de opleiding (45%) worden vaak genoemd.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Selectie aan de poort

Ik heb geleerd dat onderzoeksrapporten die vlak voor een vakantie worden gepubliceerd, niet toevallig voor de vakantie worden gepubliceerd. Met extra belangstelling keek ik dan ook naar de kamerbrieven van OCW die vlak voor 24 december verschenen.

Daar zat een belangrijk onderzoek tussen over de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. De Inspectie gaat daar langjarig onderzoek naar doen. Begrijpelijk vanuit de zorgen die het leenstelsel veroorzaakt. Maar er zijn veel meer maatregelen die de toegankelijkheid kunnen beïnvloeden: prestatieafspraken die instellingen stimuleren om rendement te verhogen, strengere selectie, numerus fixus, bindend studieadvies of actieve scouting van talent.

Het onderzoek levert vooralsnog geen schokkende conclusies op: ondanks “selecterende maatregelen” slagen hogescholen en universiteiten er nog steeds in om brede groepen studenten in te laten stromen. De toegankelijkheid staat dus niet onder druk. Toch staat er veel interessants in de deelrapport.

Onderwijsgrafiek - Percentage vrouwelijke instroom

Bron: IvhO (2015). Selectie en toegankelijkheid van het hoger onderwijs deelrapport B: verschillen en ontwikkelingen in de instroom in het bekostigd voltijd bacheloronderwijs.

Dirk van Damme schreef er deze week nog over op zijn blog: de opmerkelijke “gender reversal gap”, 55% van geslaagden in het voortgezet onderwijs is een meisje. En van de 6 miljoen studenten in OESO-landen die in 2013 een bachelor-diploma kregen was 58% een meisje.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

In 2100 bijna iedereen opgeleid

DATA - Een prachtige website met populatiegegevens, laat zien hoe de bevolkingsopbouw in de toekomst zich ontwikkelt. Onderdeel van de nieuwste gegevens is het opleidingsniveau van de bevolking.

De onderstaande grafieken laten zien hoe de populatie van Europa zich ontwikkelt. Links de situatie in 1970, rechts die in 2030.

Er is geen Ministerie van Onderwijs in Brussel, maar toch stijgen de opleidingsniveaus: in 2030 is de categorie “no education” al bijna weg. In 2100 is volgens het model ook de lichtblauwe kleur verdwenen. Mooie visualisatie!
Onderwijsgrafiek - Prognose bevolkingsopbouw

Bron: Wittgenstein Centre Graphic Explorer.

Via Onderwijs in grafieken.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Afrikaanse studenten naar China

DATA - Vandaag werd bekend dat China een gigantisch bedrag gaat investeren in Afrika: meer dan alle andere landen bij elkaar. Dat er al langer sprake is van intensievere contacten, is mooi te zien aan het aantal Afrikaanse studenten dat in China gaat studeren. Met die strategie probeert China de toekomstige elite van Afrika aan zich te binden.

Dat is niet uniek: ook landen als Noorwegen hebben specifiek beleid om studenten uit Afrika te werven, vaak op vakgebieden die de toekomstige economische banden versterken.

Onderwijsgrafiek - Afrikaanse studenten naar China

Bron: Bloomberg Business (November 2015). Here’s One More Way China Is Trying to Win the Future of Africa. China’s advantage over the U.S. in attracting African students continues to grow.

Overigens heeft de daling van de US en UK ook te maken met de verhoging van de collegegelden. Britse studenten komen om die reden inmiddels behoorlijk massaal naar Nederland, zo schreef The Guardian onlangs. De titel van het artikel is veelzeggend: “Go Dutch and save yourself £50.000”.

Via Onderwijs in grafieken.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De Leeratlas van Europa

DATA - Een tijd geleden schreef ik over een de Duitse Lernatlas van de Bertelsmann Stiftung. Dit bijzondere instituut uit Duitsland heeft een grote naam op het gebied van maatschappelijk relevante projecten en onderzoeken. In de “Lernatlas” hebben ze een poging gedaan om het leerklimaat van regio’s en de Bundesländer in kaart te brengen, aan de hand van 4 dimensies. Ik heb ze destijds gebeld om te horen hoe ze bij het project te werk waren gegaan, en of er plannen waren voor iets soortgelijks in andere landen.

De onderzoekers van Bertelsmann waren enthousiast over de belangstelling en vertelden me dat ze een aantal bijzondere indicatoren hadden gebruikt. Zo hielp het Rode Kruis ze aan cijfers over het aantal vrijwilligers, als een van de indicatoren voor het sociale klimaat in een regio.

Tot mijn verrassing zag ik dat ze de Lernatlas nu hebben uitgebreid naar Europa.

Op basis van statistieken van Eurostat over levenlang leren, en 36 indicatoren, komen ze tot een index op 4 domeinen: sociaal leren, leren voor een vak, persoonlijk leren en schools leren. Dat leidt tot een index voor levenlang leren in Europa.
Onderwijsgrafiek - Leven lang leren

Bron: Website European Lifelong Learning Indicators. Bertelsmann Stiftung (2015). Klik voor groter beeld.

Foto: cybrarian77 (cc)

Kiezen voor leraar: waar zijn de lerarenopleidingen?

COLUMN - Vorige week was ik voor het eerst op een beroepenmarkt, georganiseerd door twee middelbare scholen, op gepaste afstand van mijn dochter voor wie het allemaal bedoeld is. Honderden leerlingen en ouders waren daar, evenals veel lokale organisaties, hogescholen en universiteiten.

De universiteiten sturen veelal studenten, die goed in staat zijn om vanuit eigen ervaring te vertellen over studies en studentenleven. Leraren in de dop, zou ik zeggen. Bij de meeste instellingen staat ook het complete aanbod aan studies. Een slimme voorlichter vraagt eerst naar profielkeuze en streept dan een aantal opties af.

Misschien is het omdat vo-scholieren al de hele dag leraren om zich heen hebben. Maar naast een journalist, een rechter, een huisarts, verpleegkundigen, zzp-ers met advieskantoren, de brandweer en een gemeenteambtenaar, is nergens te vinden hoe je leraar 1e of 2de graads kunt worden. Ook niet bij de voorlichting door universiteiten. Ik heb goed gekeken, maar de universitaire lerarenopleidingen bestaan blijkbaar niet. Schamen ze zich ervoor?

Kritiek is er zeker. In Trouw verscheen onlangs een opinie-artikel over de lerarenopleidingen aan de universiteit. De Groene Amsterdammer schreef vorig jaar ook al over de masterambitie.

Onderwijsgrafiek - Universitaire lerarenopleidingBron: IvhO (2014), De sector lerarenopleidingen in beeld.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Waarom docent worden en blijven?

Al eerder schreef ik over rapporten van Pearson: een commerciële uitgever die soms hele mooie onderzoeksrapporten maakt die relevant zijn voor beleid.

Het nieuwste rapport heet “Why Teach?”. De resultaten zijn gebaseerd op een enquête onder 1.000 leerkrachten in de UK. Dat is helemaal niet zo veel, maar wat ze ervan maken qua rapportage is dan wel erg de moeite waard. Vooral de integratie met een webpresentatie is weer zeer indrukwekkend en aantrekkelijk.

Onderwijsgrafiek - Onderzoek naar motivatie docenten

Bron: Menzies, L, M. Parameshwaran e.a. (2015). Why Teach? Pearson en LKMco

De grafiek laat zien wat redenen zijn om in het vak te blijven. Meer dan de helft vindt zichzelf goed en ziet dat als een belangrijke reden om het te blijven doen. Enig narcisme is een docent niet vreemd. Het verschil maken voor leerlingen staat op nummer twee: zo horen we het graag.

Op basis van de resultaten komen de onderzoekers tot vier archetypen van docenten:

  • Practitioners: vooral gemotiveerd om met kinderen te werken
  • Moderates: gemotiveerd door een reeks factoren
  • Idealists: zij die maatschappelijke het verschil willen maken
  • Rationalists: een combinatie van pragmatische, persoonlijke en maatschappelijk gedreven motivatiefactoren

Voor de liefhebbers: je kunt zelf de quiz doen om te bepalen welk type je bent.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wegen naar het leraarschap – mbo

Stel je hebt het plan opgevat om leraar te worden. Hoe wordt je dat dan eigenlijk?

Een simpele vraag, maar het antwoord is dat zeker niet. Ik vroeg een vijftal experts die al meer dan 20 jaar actief zijn op het terrein van lerarenopleidingen om een simpel stroomschema te maken. Het antwoord verbaasde me zeer: enkelen vertelden dat ze zelf wel eens een poging hadden gedaan, maar steevast helemaal vastliepen. Er is géén overzicht en wie dat probeert te maken wordt direct ingehaald door de realiteit.

Ik vroeg naar een stroomschema voor de masteropleidingen: dus hoe kun je een 1e graad halen voor leraar in het voortgezet onderwijs? Welke “Wegen naar het leraarschap” zijn er?

Er zijn twee “hoofdroutes”: via het hbo en via de universiteit. De grootste stroom in het hbo krijgt een 2de graad, met een kleine stroom 1e graders (master). In het wo is het precies andersom: via een educatieve minor kun je daar ook een 2de graad halen.

Maar als je het precies wilt weten, wordt het al gauw heel ingewikkeld. Want met een 2de graadbevoegdheid uit het hbo, kun je niet zomaar doorstromen naar een master op de universiteit om daar een 1e graadbevoegdheid te halen. Veel schoolvakken zijn niet meer als zelfstandig vak te volgen aan een universiteit. En daarbij komt dat faculteiten eisen stellen aan de vakinhoudelijke kennis. Ook de NVAO, Inspectie en examencommissie kijken mee. Conversietabellen, pre-masterprogramma’s, schakelprogramma’s, toetsing van je vooropleiding middels EVC’s, examencommissies… het zijn slechts een paar aspecten die bepalen hoe de weg er uitziet. En dan heb je nog alternatieve trajecten als “Eerst de Klas” en onderwijstraineeships, die ook tot het leraarschap leiden.
Wegen naar het leraarschap mbo

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het ideale curriculum

ONDERZOEK - Als je snel een fel en interessant debat wil, geef dan een groep de volgende opdracht:

“Stel het ideale curriculum voor de basisschool samen. Je mag maximaal 8 vakken voorstellen, met een totale lestijd van 32 uur per week. Geef door middel van de urenverdeling ook aan welke vakken je het belangrijkste vindt. Verdedig je keuze”. 

Een dergelijke opdracht kreeg ik ooit tijdens een college “Curriculumtheorie”, en ik kan me de felle discussie die ontstond nog goed herinneren. Het raakt aan fundamentele waarden van mensen, en wat men uit eigen opvoeding waardeert. Ik kan me óók herinneren dat we er eigenlijk niet goed uitkwamen: want bestaat het ideale curriculum eigenlijk wel?

De uitslagen van het Nationale School Onderzoek, onder 85.000 lezers van regionale dagbladen, deden me terugdenken aan dat college van 20 jaar geleden. Een lange lijst met wensen voor vakken, zonder dat er een duidelijke keuze te maken is.

Opvallend is het hoge percentage respondenten dat Engels verplicht wil stellen op de basisschool. En de opkomst van “sociale media” is goed terug te zien (63%). En blijkbaar gaat de wens om kinderen iets te leren over sociale media gepaard met de noodzaak om ze ook omgangsvormen te leren. Zou het een met het ander samenhangen?

Foto: Beeld: Project P copyright ok. Gecheckt 01-03-2022

Gezagsondermijnend gedrag van ouders

Vorige week zaterdag hoorde ik bij Argos op Radio 1 flarden van een interview met de journalist achter het verhaal van Volkert van der G. Hij had een verborgen camera en microfoon gebruikt. Steeds vaker gebruikt hij die middelen, zo gaf hij desgevraagd toe. Op iedere journalist zijn er vijf voorlichters in Nederland, die steeds beter getraind zijn in het vertellen van halve waarheden. Als journalist moet je dan met zwaardere middelen komen om de echte waarheid te achterhalen.

Soms denk ik dat het verhelderend zou zijn als leerkrachten ook een verborgen camera mee zouden krijgen, bijvoorbeeld bij interacties met ouders. CNV Onderwijs publiceerde een zeer interessant onderzoek over “gezag” op scholen, en “gezagsondermijnend gedrag”, waarin ook agressie door ouders een thema is.

De pers pikte het CNV onderzoek ook op, maar ging vooral in op leerkrachten die gepest worden, en dat ging nog fout ook. 1 op de 3 leraren zou gepest worden, was het eerste bericht. Toen bleek dat het ging om 1 op de 3 scholen, waar leraren gepest worden.

In de rapportage zelf staat dat 11% van de leerkrachten wel eens gepest wordt door collega’s. Als je heel graag nieuws wil brengen, is er altijd het risico dat de zaken worden opgeblazen. Ernstig is het wel, maar of het veel afwijkt van gemiddelden in andere sectoren betwijfel ik.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zesjesstudenten

DATA - Naar aanleiding van het voorpagina-artikel in de Volkskrant over masteropleidingen die zesjesstudenten weren, zijn vandaag al direct kamervragen gesteld:

Kunt u aangeven om hoeveel masteropleidingen het op dit moment gaat die studenten met een gemiddeld cijfer lager dan een zeven willen weren van een masteropleiding?

De vraag die natuurlijk direct opkomt, is om hoeveel studenten het dan gaat. De Kamervraag aan Minister Bussemaker is iets anders gesteld overigens, en die is nog lastig te beantwoorden denk ik, want het beleid wordt door de instellingen bepaald en niet door OCW.

Hoeveel studenten potentieel geraakt worden, zou ik ook graag willen weten. Hoeveel studenten halen gemiddeld een zes? Ik vond vooralsnog geen statistieken daarover. De opleidingen hebben deze informatie denk ik wel paraat, in hun studentvolgsystemen.


Dat leid ik tenminste af uit deze grafiek, die ik eerder heb besproken in het blad THEMA. De grafiek toont het gemiddeld aantal studiepunten dat leerlingen van een VO-school behalen in het eerste jaar na hun eindexamen. VO-scholen kunnen hiermee zien hoe succesvol hun leerlingen zijn in het vervolgonderwijs.

De grafiek illustreert de mogelijkheden die data bieden, als je afspraken maakt over koppeling van gegevens. Als de masteropleidingen het plan verder doorvoeren, ben ik benieuwd hoe ze de gegevens van de bacheloropleidingen gaan gebruiken. Kijken ze alleen naar cijfers van de bachelorscriptie, of naar gemiddelde op alle vakken? En gaan ze publiceren hoeveel studenten ze geweigerd hebben?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Resultaten onderwijsprogramma Rotterdam

DATA - De gemeente Rotterdam publiceerde onlangs de vierde “Staat van het Onderwijs”, een rapport het nieuwe Rotterdamse onderwijsbeleid “Leren Loont” cijfermatig ondersteunt. Ook staan er gegevens in over het bereiken van doelstellingen van twee programma’s.

In Rotterdam is in 2010 het actieplan “Beter Presteren” gestart. Daarin stonden streefcijfers voor de cito-eindscores, waarover resultaatafspraken zijn gemaakt met scholen en besturen. Dat lijkt een beetje linke soep, want cito-schoolgemiddelden bewegen zich binnen een smalle brandbreedte.

In 2010 was de gemiddelde cito-score landelijk 535,4, en in Rotterdam 531,2. Streefcijfer voor eind 2014 was 534. Dat is niet gehaald: de score in 2014 was 532,2. De hoogste score werd behaald in 2012, met 532,5. In 2013 was de score weer een stuk lager.

Verbeteringen in het onderwijs bereik je niet van een op andere dag, en de cito-scores zijn nooit bedoeld geweest als streefcijfer voor een gehele stad.  Is er wel wat bereikt dan in Rotterdam? Ja, gelukkig wel. Als je kijkt naar meer gedetailleerde prestaties van leerlingen, op bijvoorbeeld taal en rekenen, dan is te zien dat de kloof ten opzichte van het landelijk gemiddelde kleiner is geworden. Dat is in ieder geval hoopgevend.
Onderwijwsgrafiek Verschil in rekenen en taal

Bron: Staat van het Rotterdams onderwijs 2014, Gemeente Rotterdam (2015).

Vorige Volgende