Reinout van Brakel

105 Artikelen
1 Waanlinks
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Scholieren weer vroeg op

DATA - In het periodiek met de gezellige titel “Morbidity and Mortality Weekly Report“, stond vorige week een toepasselijk artikel voor de tijd van het jaar. De onderzoekers van het “Centers for Disease Control and Prevention” zochten uit hoe vroeg de scholen in de V.S. starten met de lessen. Veel mensen hebben slaaptekort, en dat geldt nog sterker voor pubers. Het toegenomen aantal schermen leidt er bovendien toe dat we steeds minder slaap krijgen. Zo op de eerste dag na de vakantie voel ik dat ook.

Op basis van een enquête onder middelbare scholen in de V.S. schat men in dat de gemiddelde aanvangstijd 8:03 is. Slechts 17,7% begint om 8:30.

Het percentage scholen dat om half negen of later start varieert per staat: van 0% in Hawaii, Mississippi en Wyoming tot meer dan driekwart in Alaska en Noord-Dakota. Scholen die om 8:30 of later starten maken het mogelijk voor teenagers om 8,5 tot 10 uur slaap te krijgen, zoals aanbevolen door de American Academy of Pediatrics en de National Sleep Foundation.

Even opmerkelijk vind ik overigens dat is sommige staten 20 tot 25% van de scholen vóór half 8 start. Ik denk niet dat er veel scholen in Nederland zijn die zo vroeg starten.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Studiekeuze in relatie tot inkomen ouders

Een interessante grafiek uit een Amerikaanse krant, laat zien dat studenten uit minder welvarende gezinnen vaker kiezen voor “veilige” en praktisch georiënteerde studies. De journalist van de The Atlantic schrijft daarover:

“Kids from lower-income families tend toward “useful” majors, such as computer science, math, and physics. Those whose parents make more money flock to history, English, and performing arts.”

Onderwijsgrafiek Studiekeuze Relatie inkomen ouders
Bron: The Atlantic (2015). Rich Kids Study English. Ben Southgate | Data: Kim Weeden; National Center for Education Statistics

In de grafiek staan de lerarenopleidingen (Education) bijna onderaan: ouders hebben een gemiddeld inkomen van 70.000 dollar. Bij het vak Engels is dat 100.000.

Bijzonder aardig aan het artikel is dat men ook heeft uitgezocht of studenten van Cambridge met elitaire achternamen andere studies kiezen; ook daar zie je dat de elite men de minder lucratieve studies kiest in termen van inkomen halverwege de loopbaan.

Dat suggereert dat studenten bij hun keuze meewegen hoeveel geld ze uiteindelijk meekrijgen van hun ouders.

Zou interessant zijn om dit uit te zoeken voor Nederland. Ben ook benieuwd hoe de lerarenopleidingen in verhouding tot andere studies “scoren”.

Originele publicatie

Via Onderwijs in Grafieken.

 

Foto: Henrik Berger Jørgensen (cc)

Adoptiekinderen uit China doen het goed op school

De afgelopen maanden was ik regelmatig op zaterdagochtend bij ROC Midden-Nederland in Utrecht. Niet om zelf naar school te gaan, maar omdat mijn dochter een cursus gebarentaal volgde bij een private opleidingsaanbieder die daar lokalen huurt. De grootste huurder op zaterdagochtend is een Chinese school, en de enorme hal is gevuld met ouders die de hele ochtend wachten op hun kroost.

Ik schat toch dat er meer dan 100 Chinese kinderen iedere zaterdag naar deze school gaan. Dit “schaduwonderwijs” wordt nergens geregistreerd, maar ik kan me voorstellen dat kinderen die extra  instructie in de eigen taal krijgen, ook beter presteren op de Nederlandse school.

Een indicatie dat Chinese kinderen het goed doen op school, geeft deze recente grafiek van het CBS. Het CBS publiceerde een  grafiek over het onderwijsniveau van adoptiekinderen op 15-jarige leeftijd. Zij geven diverse verklaringen voor het hogere niveau.

Bron: Persbericht (11 juni 2015) CBS: Adoptiekinderen uit China zitten vaker op het vwo.

Uit China geadopteerde kinderen doen het beter op school dan niet-geadopteerde kinderen; ze zitten op vijftienjarige leeftijd vaker op het vwo. Adoptiekinderen uit Zuid-Korea presteren in het onderwijs vergelijkbaar met niet-geadopteerde kinderen, maar kinderen uit andere landen zitten gemiddeld op een lager onderwijsniveau. Kinderen die na hun tweede verjaardag werden geadopteerd, hebben een lager onderwijsniveau dan kinderen die op jongere leeftijd werden geadopteerd.

Foto: Foto (cropped) door Julian Partridge (cc)

Leren door te doen

Sinds 2004 doet het ROA onderzoek naar levenslang leren; om de drie jaar wordt het onderzoek uitgevoerd. In 2013 was het Ministerie van SZW opdrachtgever voor dit onderzoek. In 2014 verscheen het rapport Werken en leren in Nederland. Ik kwam een kort berichtje tegen over dit onderzoek in een recent nummer van Economisch Statistische Berichten. Dat wordt vooral gelezen door economen, maar er is eigenlijk altijd aandacht voor onderwijs in dit blad.

Uit de peiling in 2013 van ROA Levenslang Leren Enquête blijkt dat 53 procent van de werkenden in de twee jaar daarvoor een cursus of training heeft gevolgd. Gemiddeld genomen zijn zij per cursus 21 uur bezig. Naast het volgen van cursussen is leren door te doen, oftwel informeel leren tijdens het werk, belangrijk voor het verder ontwikkelen van iemands kennis en vaardigheden.

In 2013 geven werkenden aan 35 procent van hun werktijd te besteden aan werkzaamheden waarvan zij leren. Dat is aanzienlijk meer dan in de jaren daarvoor. Van de totale tijd die werkenden aan leeractiviteiten besteden, heeft veruit het grootste deel (96 procent) betrekking op het informeel leren tijdens het werk. Slechts 4 procent heeft betrekking op het volgen van cursussen en trainingen.

Foto: Universidad de Antioquia (cc)

Eindexamen als ijkpunt

DATA - Op de schoolkalender bij ons thuis staat dat deze week de resultaten van de eindtoets bekend zullen worden. Het mag officieel niet meer de Cito-toets heten, en zoals bekend is het schooladvies nu leidend geworden.

Of hetzelfde gaat gebeuren met de centrale eindtoets in het voortgezet onderwijs, is onderwerp van een mooi artikel in de Volkskrant (betaalmuur) vandaag. De meningen verschillen, maar dat selectie aan de poort bij universiteiten steeds belangrijker wordt is wel duidelijk. Gegevens vanuit het voortgezet onderwijs zijn dan voor universiteiten en hogescholen interessant. Omgekeerd overigens ook lijkt me.

Voor het tijdschrift THEMA nr. 2 schreef de dataredactie over een nieuwe ontwikkeling: het uitwisselen van gegevens over leerlingen/ studenten tussen vo-scholen en universiteiten. Drie universiteiten experimenteren daarmee. Ze koppelen eindexamencijfers aan studiesucces en switch-gedrag in het hoger onderwijs.

Dat leidt tot interessante bevindingen. De vo-scholen die goed scoren op de Elsevier ranglijsten, leveren niet altijd de meest succesvolle studenten af. Mogelijk zijn ze teveel getraind voor het eindexamen, en missen ze zelfstandigheid die nodig is om succesvol te zijn op een universiteit.

De grafiek laat zien dat leerlingen met hogere examencijfers over het algemeen minder vaak switchen van studierichting. In de agrarische sector is het switch-gedrag over de hele linie lager. Mogelijk omdat men gerichter kiest of gewoon minder keuzemogelijkheden heeft.
OnderwijsInGrafieken Figuur 4 Eindexamencijfers en switchgedrag

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Governance en efficiency van het onderwijsbestel

ACHTERGROND - In Oostenrijk verscheen een interessant rapport over de tekortkomingen van het onderwijsbestel. Oostenrijk besteedt relatief veel geld aan onderwijs per leerling, maar presteert middelmatig.

Oostenrijk heeft een bureaucratisch, top-down, sturingsmechanisme. Bovendien zijn er heel veel bestuurslagen betrokken (school, gemeente, Länder, ministerie) die deels politiek zijn benoemd. De “klassisch bürokratische Top-Down-Steuerungsansatz” voldoet niet langer, schrijven de onderzoekers uit Wenen.

Het rapport maakt handig gebruik van grafieken om de standpunten te onderbouwen. Deze grafiek laat zien dat Oostenrijk een zeer inefficiënt onderwijssysteem heeft: Nederland scoort na het VK het beste.

Efficiency onderwijssysteem
 

Bron: Kurt Schmid (2015). Schulgovernance – Eckpunkte für einen Paradigmenwechsel. Ableitung eines idealtypischen Modells für Österreich anhand internationaler Evidenz. Institut für Bildungsforschung der Wirtschaft, Wien.

Autonomie van de scholen, centrale toetsing, vrijheid bij benoeming van docenten, het risicogerichte toezicht door de inspectie en de bekostigingssystematiek worden als factoren genoemd die het onderwijs efficiënter en effectiever maken. Een huwelijk tussen centrale normen en decentrale verantwoordelijkheid is een goed recept. De onderzoekers adviseren om daarbij goed te kijken naar landen als Nederland.

De onderzoekers tekenen zowel de huidige governance structuur in Oostenrijk als ook een ideaalplaatje. Het ideaalplaatje bevat een stuk minder bestuurslagen.

Dat geeft te denken. Het gemeentelijk en provinciaal niveau zijn in Nederland “beleidsarm”: in die zin hebben we weinig bestuurslagen in Nederland. Scholen ontvangen een lumpsum, die ze grotendeels naar eigen inzicht mogen besteden. Ze hebben daarbij voornamelijk te maken met het ministerie.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Human Capital Index

DATA - Het World Economic Forum is net voorbij en ik was benieuwd of er dit jaar iets gezegd is over onderwijs. Onder het kopje “Employment Skills and Human Capital” vindt men een nogal bonte verzameling artikelen. Over “Hoe om te gaan met negatieve feedback?” en “5 redenen om je baan niet op te zeggen”. Niet veel vergezichten over onderwijs dit jaar.

De wat meer strategische stukken over onderwijs zijn vorig jaar verschenen. Zo vond ik een interessante publicatie over de belangrijke trends in onderwijs en opleidingen (Education and Skills 2.0: New Targets and Innovative Approaches). Daarin wordt ook de Human Capital Index genoemd.

Het World Economic Forum, dat vooral bekend is vanwege de Global Competitiveness Index, heeft een aparte indicator voor Human Capital, die weer bestaat uit 51 indicatoren. De laatste publicatie dateert uit 2014 en toont de scores over 2013.

Nederland staat in deze ranking op de vierde plek, achter Zwitserland, Singapore en Finland. De grafiek komt uit het landenrapport van Nederland.

Onderwijsgrafiek - Human Capital Index 2013
 
Een handig overzicht is het, en ik kan me voorstellen dat deze index relevant is voor bedrijven die op zoek zijn naar een vestigingslocatie. Dan zal de informatie op landenniveau wel iets te globaal zijn vermoed ik.

Foto: Jeff Wilcox (cc)

Feestende studenten in Amerika

ACHTERGROND - Op de dag dat Nederland het leenstelsel invoert, lanceert Obama een plan in zijn State of the Union om een deel van het onderwijs weer gratis te maken:

By the end of this decade, two in three job openings will require some higher education. Two in three. And yet, we still live in a country where too many bright, striving Americans are priced out of the education they need. It’s not fair to them, and it’s not smart for our future.

That’s why I am sending this Congress a bold new plan to lower the cost of community college — to zero.

Opmerkelijk is dat hij geen verschil maakt in leeftijdscategorieën:

Forty percent of our college students choose community college. Some are young and starting out. Some are older and looking for a better job. Some are veterans and single parents trying to transition back into the job market. Whoever you are, this plan is your chance to graduate ready for the new economy, without a load of debt.

Nederland en de VS komen vanuit een heel andere situatie, en studeren zal in de VS voorlopig nog flink duurder zijn dan in Nederland. De excessen daarvan zijn te zien in de documentaire Ivory Tower. Daarin wordt gesteld dat universiteiten zover gaan om hun klanten tevreden te stellen, dat ze naast prachtige gebouwen ook een goed klimaat voor feesten scheppen. Het aantrekken van studenten uit andere staten is financieel aantrekkelijk, dus extra reden om een aantrekkelijk vestigingsklimaat te creëren.

Foto: Jeff Wilcox (cc)

Ivory Tower: universiteiten in Amerika onder vuur

ACHTERGROND - De baten van een universitaire opleiding in de VS staan voor studenten steeds vaker niet meer in verhouding tot de kosten.

Begin 2014 kwam een documentaire uit over de Amerikaanse universiteiten, met de titel Ivory Tower. Ik had een trailer gezien, maar op een lange vlucht kreeg ik de kans om de gehele documentaire te zien.

De schuldenlast van studenten in Amerika bedraagt meer dan 1.000 miljard dollar; de banken die deze schulden financieren zijn dezelfde die bij de hypotheekcrisis een hoofdrol speelden. De documentaire laat zien wat dat betekent voor studenten, ouders en besturen van universiteiten.

Er zitten teveel interessante elementen in om ze allemaal te noemen. De inleiding van de film is supersterk, met name ook door dit soort grafieken. De kosten voor colleges zijn sinds 1978 met 1120% gestegen, tegenover 200% voor voedsel en 600% voor gezondheidszorg.

Ivory Tower
 
De kosten voor hoger zijn niet altijd zo hoog geweest. Zo laat de documentaire de geschiedenis van het onderwijs in Californië zien. In Californië werd in 1960 een masterplan voor het hoger onderwijs gelanceerd, onder aanvoering van Clark Kerr. In dat plan werd een geïntegreerd aanbod van onderwijs op alle niveaus, waarbij kwaliteit en toegankelijkheid centraal stonden:

Foto: Michael Coghlan (cc)

Razernij verklaard door onderwijsdeelname

ACHTERGROND - Op de radio luisterde ik onlangs naar een interview met socioloog Abram de Swaan. Helaas ging de interviewer vooral in op zijn persoonlijke leven, terwijl de Swaan waarschijnlijk veel meer interessants te melden had over zijn recente boek: Compartimenten van vernietiging; over genocidale regimes en hun daders. Het boek verschijnt binnenkort ook in het Frans.

Een van de passages in het interview intrigeerde me. Hij vertelde dat hij in een ingezonden brief in het NRC had geschreven over de opkomst van IS. Een van zijn verklaringen is dat steeds meer meisjes naar school gaan, ook in de islamitische wereld. Dat leidt tot spanningen, die we in Europa eind 19de eeuw begin 20ste eeuw ook hebben gekend. Bij ons leidde het tot de opkomst van de grote arbeidersbewegingen.

Ik zocht eerst naar een grafiek die deze ontwikkeling helder schetst. Een van de millennium goals is de “Education Gender Parity”: 100 geeft aan dat de verhouding jongens/meisjes in het onderwijs gelijk is. Sinds 1990 (en ik vermoed inderdaad in de twintig jaar ervoor) is deze verhouding in veel islamitische landen inderdaad ingrijpend gewijzigd.

Education Gender Parity
 
Bron: Worldbank (2014). Data on Millennium Development Goals. Dashboard geraadpleegd op 9 jan. Een getal tussen 0 en 100 betekent dat er meer jongens naar school gaan, een getal van 100 betekent dat de verhouding jongens en meisjes gelijk is. Boven 100 betekent dat er meer meisjes naar school gaan dan jongens.

Foto: Bert Kaufmann (cc)

‘Academisch werk- en denkniveau’ betekent niet zoveel meer

Academisch werk- en denkniveau bestond nog in 1938, maar nu 40% van de bevolking hoger onderwijs heeft gevolgd, is die term niet veel meer waard. Volgens HROrganizer, een bedrijf gespecialiseerd in HR-instrumenten, is de term niet langer bruikbaar:

Mensen met een afgeronde HBO studie scoren gemiddeld nagenoeg hetzelfde op cognitieve tests als mensen met een afgeronde WO studie. Maar ook tussen MBO en HBO is er geen significant verschil te ontdekken.

Dat is een interessante bevinding.

Maar leuker nog vond ik de grafiek die bij de blog is opgenomen, De grafiek is van Jacob Luning Prak, een bedrijfspsycholoog die onder andere werkte voor Stork en Philips. In 1938 schreef hij Menschen en mogelijkheden waarin hij onderstaande grafiek opnam.

De slimste 2,5% was geschikt om aan hoger onderwijs deel te nemen. Onderwijzer(es) staat in hetzelfde rijtje als directeur. Tjonge, wat was het onderwijs toen overzichtelijk. Mooie grafiek, ook vanuit stilistisch oogpunt.

Jacob Luning Prak
 
Klik of de afbeelding voor een grotere versie.

Originele publicatie.

Via Onderwijs in grafieken.

Foto: Andrew Schwegler (cc)

Studieschuld onder gepensioneerden in de VS

ACHTERGROND - Een neefje van mij emigreerde begin jaren tachtig, hij was toen 10 jaar, naar Nieuw-Zeeland. Jaren later, bij een familiediner waar ook mijn tante uit Nieuw-Zeeland was, vertelde ze dat haar kinderen hun studie volledig zelf moesten betalen. Dat in tegenstelling tot wij (verwende) Nederlanders die de studie gratis kregen.

Ik ben er van overtuigd dat meebetalen aan een studie goed is voor de betrokkenheid en het gevoel van “eigenaarschap”. Ik denk dan ook dat met het leenstelsel het rendement omhoog zal gaan. De meest platte vergelijking in dit opzicht: sinds we op de stations moeten betalen voor toiletgebruik, zien deze er een stuk fatsoenlijker uit. De tijd dat het gratis en vies was, zijn we al lang vergeten.

Maar een andere vergelijking zit ook in m’n hoofd. In het programma “Een dubbeltje op z’n kant”, helpt Annemarie van Gaal gezinnen die diep in de schulden zitten. Steevast hebben deze mensen geen zicht op inkomsten en uitgaven. Annemarie van Gaal stimuleert ze om inzicht te krijgen, en veelal moet er ook extra gewerkt gaan worden om inkomsten te verhogen. In de finale van het programma presenteert ze dan een begroting. Als je een paar honderd euro per maand kunt overhouden, dan ben je over x jaar van die y euro schuld af. Als je 30.000 euro schuld hebt, en slechte enkele tientjes per maand kunt overhouden, dan is het de vraag of je ooit nog van zo’n schuld afkomt. Let maar eens op: in sommige afleveringen wagen ze zich niet aan voorspellingen. Altijd duurt het lang, erg lang, en of het uiteindelijk ook lukt, zullen we nooit horen vermoed ik.

Zou dit in het nieuwe leenstelsel ook tot problemen gaan leiden? De aflossingsvoorwaarden zijn gunstig, en de termijnen lang. Maar juist als je makkelijk aan het geld kan komen, is er wellicht weinig besef dat dat na studie niet meer zo makkelijk gaat. Wordt een “leven lang leren” dan een “leven lang interen”? Dat zou kunnen, maar er is wel een maximale termijn: na 35 jaar wordt de schuld kwijtgescholden, dus de kans dat je na je pensioen nog studieschuld hebt lijkt klein.

Vorige Volgende