Herftsblaadjes uit KoZ
Boston Brass met hun versie van Autumn Leaves. Hulde voor de tubaspeler!
Boston Brass met hun versie van Autumn Leaves. Hulde voor de tubaspeler!
De vallende blaadjes zweven langs het raam. Les feuilles mortes. Autumn Leaves. Wie kent dat herfstlied niet?
De herfst inspireert op de een of andere manier tot kunstzinnigheden. Mensen maken de fraaiste foto’s, kinderen verzamelen blaadjes, eikels en wat er zoal meer naar beneden is gevallen, om herfststukjes te componeren.
Of je ruimt de zooi gewoon op. Waarschijnlijk zijn de kinderen op ‘Autumn Leaves’ (1856) van John Everett Millais dat van plan (zie afbeelding boven dit artikel).
Maar kinderen toch! Er valt zoveel meer te doen met gevallen bladeren.
Walter Mason bewerkt bladeren alvorens hij ze fotografeert. Meer op zijn Flickr-pagina.
James Grigg ordent de bladertroep in ‘Geometric Autumn’. Meer op DevianArt.com.
Onder het motto ‘Mondriaan meets Mother Nature’ arrangeerde Owen Mortensen herfstblaadjes in een eveneens geometrische vorm en noemde het ‘Cropped Maple Circle’.
Symboliseert ‘Fallen leaves’ van Fenmei Hu de herfstwind die rond kan spoken in ons hoofd of is het juist genieten geblazen?
Van een heel andere orde is de installatie ‘Fallen Leaves’ van Menasle Kadishman in het Joods Museum in Berlijn.
Meer blaadjeskunst (maar om copyright redenen niet direct hier te vertonen) vind je bij Lorenzo Duran, die in bladeren snijdt en zowel tot figuratieve als geometrische vormen komt en Judith Brotman.
In haar skelettenproject brengt Nicole Moné Autumn Leaves in verband met de dood.
OPINIE - ‘De VVD zal de Nationale Ombudsman en daarbij ook de substituut ombudsmannen waaronder de Kinderombudsman, scherp in de gaten blijven houden op de depolitisering van hun uitspraken, juist om te waken over het recht van de burger op een onafhankelijke en onpartijdige ombudsman.’
Daarmee sloot Pieter Litjens zijn maidenspeech af, die hij mocht houden in het Kamerdebat over de laatste twee jaarverslagen van de Nationale Ombudsman. Litjens voerde twee bewijsstukken aan op grond waarvan het VVD- toezicht gerechtvaardigd zou zijn.
Naar aanleiding van een op 7 april verschenen NRC-interview met Alex Brenninkmeijer, de huidige Ombudsman, beschuldigt Litjens de Ombudsman er van de wet te willen overtreden. Uit de notulen: ‘(…) put ik graag uit een artikel in NRC Handelsblad van 7 april van dit jaar (…). De Ombudsman geeft daarmee met zoveel woorden aan dat hij zich eigenlijk niet aan die wet zou willen houden. Dat zou toch niet zo horen te zijn.’
Litjens wees er tevens op dat een Kamermeerderheid eerder dit jaar de Ombudsman bekritiseerde toen deze in datzelfde interview Brenninkmeijer een aantal regeringsmaatregelen symbolische wetsvoorstellen noemde. Litjens trekt het lerend vermogen van de Ombudsman in twijfel: ‘Liever had ik gehoopt dat het lerend vermogen van de Ombudsman zodanig was geweest dat ik hier niet over hoefde te beginnen.’
Kunst als een warm bad. Een eigenaardige omschrijving die bewonderaars hanteren als ze een tentoonstelling hebben doorlopen en voldaan en gelouterd een museum verlaten. Eigenaardig, want waarom zou je van kunst ook niet de koude rillingen kunnen krijgen?
In de kunstgeschiedenis diende het bad vooral als excuus om schone nymfen af te beelden en het naakt door de censuur te krijgen. Laten we eens beginnen met de badkuip. Niet te verwarren met het in september geopende (Stedelijk) museum als badkuip, waarvan architect Mel Crouwels in het NRC zei: “Toen we het materiaal gekozen hadden en de vorm bepaald, dachten we: Amsterdammers gaan als het goed is dit gebouw een bijnaam geven. Dus laten we het zelf maar verzinnen”.
Onder het motto ‘Dat verzin je niet” een selectie badkuipen.
Frida Kahlo, ‘What the water gave me’, 1922.
Claes Oldenburg, Soft Bathtub, 1966.
Leonie Muller, badkuip uit installatie ‘Door de rafels van tijd’ (Oerol, 2012).
Karin ter Waarbeek, stoel badkuip, 2002.
Jan Ros, Meetbaar Water, een ‘zwembad’ in de gracht bij de Groentemarkt in Leeuwarden. Meer informatie vind je hier.
Street Art kunstenaar D’Farce trommelde wat vrienden op, die met skateborden patronen te maakten in zijn badkuip/zwembad.
COLUMN, NIEUWS - Lieve jongens en meisjes van het Nobelcomité,
We zijn diep geroerd dat al uw wijsheid ons als vredestichter van het jaar heeft aangewezen. Graag hadden we de Nobelprijs in ontvangst genomen. Eerlijkheid gebied ons echter hier van af te zien.
We kunnen niet altijd open en eerlijk zijn, maar dit is een moment waarop dat meer dan gepast is. In deze roerige tijden willen we voorkomen dat al onze inwoners dit als de risee van het jaar zullen kwalificeren.
Het is waar: we hebben op ons grondgebied heel wat oorlogen meegemaakt. Gelukkig horen de meesten tot het verleden. Helaas zijn er nog gebieden waar die rust erg betrekkelijk is.
Het is waar: we hebben de laatste decennia menig bijdrage geleverd aan de oplossing van conflicten. Helaas verdienden niet alle bijdragen een schoonheidsprijs, laat staan de Nobelprijs voor de Vrede.
Het is aardig van u dat u de periode na de Tweede Wereldoorlog als een tijdperk van rust en vrede beschouwt. Zoals gesteld: binnen ons grondgebied is dat uiterst betrekkelijk. Maar ook over ons aandeel aan de wereldvrede mogen we ons niet op de borst roffelen.
Na de Tweede Wereldoorlog hebben wij herhaaldelijk een bijdrage geleverd aan conflicten ver van onze bedden. U herinnert zich misschien Korea en Vietnam nog? Maar ook zeer recent hebben wij blind een van onze bondgenoten gevolgd in oorlogen die nu door velen als twijfelachtig worden gezien. En hoe wij ons best ook doen vrede te stichten in het Midden-Oosten, het lijkt nog nergens op, mede door onze interne verdeeldheid hoe wij dat moeten aanpakken.
Behalve van god, zijn mensen ook aardig van dieren los. Om dat te repareren versierde Tinkebell (het alias voor Katinka Simonse) slakken. Het resultaat is dat haar buurman geen slakkenkorrels meer strooit en kinderen ineens een bijzondere belangstelling voor de slijmdiertjes hebben. Ze redt slakken, maar wordt beschuldigd van dierenleed.
Dat beweert Tinkebell in haar artikel op Joop.nl. Zo bekeken brengt de kunstenaar de dieren dus dichter bij de mensen. TV Rijmond, het AD en de Dierenbescherming denken daar anders over en zo was er op de laatste Werelddierendag een relletje dierenleed.
Een verslaggever van TV Rijmond jatte twee slakken van Tinkebells installatie ‘Save the snails”, onderdeel van de tentoonstelling “Ah, wat lief!” in museum Villa Zebra. Hij bracht ze bij de Dierenbescherming die gaat onderzoeken hoeveel leed er de slakken is aangedaan.
In Kunst op Zondag hadden we al slakken in de aflevering over miniatuurkunst: de inner city snail van Slinkachu. Geen haan die er naar kraaide. Hanen en kraaien hoor je nooit over kunst. Mensen wel. Zeker zodra het dier geen afbeelding, maar dood of levend basismateriaal van de kunstenaar is. En dat gaat dan niet over kwasten en penselen van paarden-, marter-, of eekhoornhaar.
Het dievengilde blijkt uit te blinken in hedendaags marktdenken. Niet altijd even briljant, want nu worden er ineens putdeksels gestolen. Een grote putdeksel levert rond de vijf euro op bij de schroothandelaar. IJzer doet 17 cent per kilo. Een grote putdeksel weegt tussen de 20 en 50 kilo.
Die cijfers komen uit nieuwsberichten van de afgelopen jaren. In Arnhem en Velp werden in de nacht van 1 op 2 oktober 88 putdeksels van 20 kg. per stuk gestolen. De NOS maakte er later 120 van. Dat zou de dief dan ruim 400 euro opleveren. Met aftrek van de kosten voor de auto misschien net onder de 400 euro als de dief binnen een straal van 30 kilometer van de gestolen waar woont.
Als deze ondernemer een bedrag reserveert voor het bedrijfsrisico, de zogenaamde pakkans, dan is het de moeite eigenlijk niet waard. Op een door één persoon gepleegde diefstal staat een boete van maximaal 18.500 euro of een gevangenisstraf van maximaal vier jaar. De maximale boete heeft een dief er pas uit als hij bij één actie 5442 putdeksels van 20 kg. per stuk ontvreemd.
Niet bij ijzer alleen, lijkt het dievengilde te denken. Uit de beursnoteringen voor schroot op staalprijzen.nl, blijkt dat koper veel lucratiever is.
Technologie kan klank zichtbaar maken en wel zo dat het welhaast beeldende kunst wordt. Dat bleek uit de waanlink die 31 augustus op Sargasso stond (muziek in gestolde vorm).
Het leverde twee reacties op. Reacteur Hans meende iets gelezen te hebben over het bekende experiment met aardappelzetmeel. Met wat water, maizena, folie en een speaker tover je allerlei vloeibare klanksculpturen te voorschijn. Leuk voor regenachtige zondagen, om je kinderen het verschil te laten zien tussen de Carmina Burana van Orff en Gangnam Style van PSY. Wel even het filmpje bekijken en de instructies goed lezen.
Reacteur Bullie vond het maar niks: “Wat een onzin. Hoe smaakt architectuur? Hoe klinkt een poffertje?”
Misschien weet reacteur Bullie er meer van, want “De Smaak van Architectuur” blijkt sinds kort te bestaan. In juni startte Joris Roovers een website, bedoeld als “een nieuw soort ‘kookboek’, een cross-over tussen voedsel en architectuur, in een poging de beleving van ruimte te vertalen in een beleving van smaak”. Hier de trailer van een eerste poging: de Universiteitsbibliotheek Utrecht van architect Wiel Arets in een recept van chefkok Olaf Bouman.
De poging van de Smaak van Architectuur gaat niet verder dan het vormgeven van inspiratie.
Zoals dichters geïnspireerd kunnen zijn door een schilderij of zoals componisten een ode brengen aan een sculptuur. Maar dat gaat lang niet zover als de poging om met de middelen en parameters van één kunstvorm een andere kunstvorm weer te geven.
Een reactie op de vorige KoZ (Spiegel) van Rigo Reus inspireerde tot het thema van vandaag: het zelfportret.
De geachte reacteur stipte een technische kwestie aan: “Er zijn nogal wat zelfportretten van schilders die dus via een spiegel geschilderd zijn. Interessant is dan, hoe lost me dan het verschijnsel van de linkshandigheid op als de schilder rechtshandig is? (Escher, Rembrandt?)”.
Dat ‘probleem’ losten veel kunstenaars op door de handen niet af te beelden. Met name in het ‘pasfoto-zelfportret’. Niets meer en minder dan het hoofd.
Ook de nieuwe vormgeving van Sargasso inspireerde tot het thema van vandaag. In de nieuwe omgeving kun je een afbeelding aan je reactie toevoegen: de gravatar. Tot nu toe zagen we cryptische plaatjes, foto’s van de pasfotograaf of ‘nickname look a likes’. Maar geen zelfportretten. Misschien dat het thema inspireert tot het maken van even fraaie zelfafbeeldingen, als menig kunstenaar voor u deed. Het zou de gravatar veel persoonlijker en interessanter kunnen maken.
De regelmatige bezoeker van Sargasso’s virtuele kunstgalerie is gewend dat de redactie de beelden bij de thema’s verzamelt en tentoonstelt. Dat pakken we vandaag anders aan. Een virtuele galerie biedt immers, meer dan een gewone galerie, de mogelijkheid tot interactie.
Kunst is een afspiegeling van de werkelijkheid. Kunst houdt ons een spiegel voor. Kunst reflecteert. Is kunst is een spiegel of een vals beeld?
Jawel, de spiegel blijft intrigerend voor kunstenaars die het bij verf op doek houden. Een portret krijgt een andere dimensie als de geportretteerde niet direct, maar via het spiegelbeeld wordt afgebeeld, Zoals de 17e eeuwse schilder Gerard ter Borch een “Vrouw voor een Spiegel” weergaf. Te zien in het Rijksmuseum.
Het portret als spiegelbeeld is sindsdien geëvolueerd van René Magrittes “La reproduction interdite” (1937), die de rijke Engelsman Edward James afbeeldde voor een spiegel en van wie je zowel voor als in de spiegel alleen het achterhoofd van de man ziet, tot “Figure Writing Reflected in Mirror” (1976) van Francis Bacon.
Maar als kunst reflectie is, waarom al die moeite doen met kwast en verf, met beitel en steen, met choreografieën, composities of constructies van welke aard dan ook? De spiegel zelf is dan het ultieme materiaal. De kunstenaar hoeft alleen nog na te denken over waar en hoe een spiegel te plaatsen. Sommige kunstenaars hebben dat allang begrepen.
Zo is Lawrence Malstaf blijkbaar geïnspireerd geweest door Francis Bacon. Zijn “Mirror” is een installatie bestaande uit een donkere kamer, waarin de toeschouwer op een stoel plaatsneemt tegenover een vibrerende spiegel. Hoe dat werkt zie je in dit filmpje.
In een serie van zes artikelen presenteerden we de nieuwe politieke partijen. Hoe hebben deze partijen het gedaan bij de verkiezingen van 12 september 2012?
Omdat bij elke verkiezing altijd een aantal partijen meedoen die nog niet eerder in de Tweede Kamer zaten en deze ‘nieuwkomers’ zoveel stemmen trekken dat ze goed zijn voor gemiddeld 3,5 zetels per verkiezing, waren we nieuwsgierig naar de nieuwe partijen bij deze verkiezingen.
Met ‘nieuw’ bedoelen we de partijen die niet eerder een zetel in het parlement hadden. Sommige partijen deden eerder pogingen, maar zonder resultaat.
In zes artikelen presenteerden we de mensen, de achtergronden en een aantal andere bijzonderheden. Hoewel zich dit jaar veel nieuwelingen aanmeldden, deden uiteindelijk elf nieuwe partijen mee aan de verkiezingen. Geen topscore, want in 1971 deden zeventien nieuwe partijen mee. Toch is het relatief veel, want sinds 1948 tellen we gemiddeld 8,7 nieuwelingen per verkiezing De verkiezingen van 2012 kende dus een bovengemiddeld aantal nieuwkomers.
De mediabelangstelling voor nieuwe partijen was even mager als altijd.
De obligate overzichtjes van standpunten haalden nog wel de landelijke media, die verder alleen geïnteresseerd waren in Hero Brinkmans DPK en 50Plus. In de peilingen kwam 50Plus wel voor, omdat de partij op één tot drie zetels werd gepeild. Het DPK werd ook gepeild, maar haalde in de peilingen geen enkele zetel, evenals de Piratenpartij die één keer in een peiling voorkwam.
Het blijft nog enige uren koffiedik kijken, maar op basis van de laatste peilingen is er maar één coalitie mogelijk. We doen een slag in de lucht.
Paars III hangt in de lucht, maar het wordt Rutte II. PvdA en VVD worden gedwongen samen te werken en een meerderheid in de Tweede Kamer is alleen mogelijk met D66 of het CDA. Met D66 als partner komt Rutte II echter een paar zetels tekort in de Eerste Kamer. Dus mag het CDA weer aanschuiven.
Een unicum, want nooit eerder zaten VVD, PvdA, CDA en D66 gezamenlijk in een kabinet. Het dichts bij deze variant kwam Drees I (1948 – 1952), waarin KVP, CHU, PvdA en VVD aan de opbouw van het naoorlogse Nederland werkten. Ook kabinet Den Uyl 1972 – 1977) kwam in de buurt met de PvdA, KVP, ARP, D66 en PPR.
Daarna bleef altijd een van de vier buiten boord, waarbij de Paarse kabinetten uniek waren, omdat het CDA ineens niet mee mocht doen.
Rutte wordt weer premier, omdat de VVD net aan de grootste partij wordt. Diederik Samson mag, als vice-premier, in de voetsporen van Wouter Bos treden. Het zou een aardige grap zijn als Samson fractievoorzitter bleef en Job Cohen als vice-premier naar voren schuift.