M&M

543 Artikelen
142 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Elke tweede zondag van de maand is Kunst op Zondag voor M&M: Maria Willems en Michiel van Hunenstijn. Maria heeft een fotoblog met fotoseries van alledaagse onderwerpen. Michiel is dichter voor-halve-dagen. Ze gaan regelmatig samen op pad om kunst te bekijken. Voor Kunst op Zondag koppelen ze een fotografische en een poëtische registratie aan elkaar.

Closing Time | Alons-y

Waar heb ik nou naar zitten kijken, een genrestukje, een parodie, een historiserend flauwekulletje, een eerbetoon, of de lentehit van dit jaar? Een aanstekelijk nummer blijft het sowieso. En je vraagt je af hoe de Franse pop van nu had geklonken als Françoise Hardy niet zou hebben bestaan. April March en Olivia Jean geven hun eigen dansbare draai eraan met jaren zestig invloeden maar ook met een jaren tachtig Nile Rogersgitaartje. Curieus duo wel, Olivia Jean is van 1990 en April March is 25 jaar ouder.

Closing Time | Waiting Around To Die

Townes Van Zandt ken ik eigenlijk helemaal niet zo goed. Ik heb zijn muziek nooit zo gevolgd. Ik  weet eigenlijk ook niet precies wat zijn status is in het country/blues/folk-wereldje, en ik weet ook niet of hij er nog toe doet tegenwoordig. ‘Townes Van wie? Ik heb geen verstand van wielrennen’. Ik ben dus vast niet de meest aangewezen persoon om iets over deze singersongwriter te schrijven. Want ik ken maar één plaat van hem, een live-opname. Maar die is heerlijk om naar te luisteren. Voor de muziek? Ja ook, maar ik beleef het meeste plezier aan het geklets van Townes om zijn songs heen. Zijn inleidingen, zijn perfect getimed vertelde anekdotes. Onderkoeld gebracht, met een grap aan het eind en dan zet hij de bewuste song in, als het publiek nog lacht. En het stomme is, ik ken die plaat nu inmiddels wel natuurlijk. En ik weet wat er gaat komen als hij begint te kletsen. Ik ken de clou van de verhaaltjes. Sterker nog, ik denk dat als Townes even niet zou weten hoe het verhaal verder ging, dat ik het wel verder af kon maken, met dezelfde intonatie ook nog. En elke keer moet ik er nog om grinniken.

Foto: Maria Willems (eigen foto - met toestemming)

Kunst op zondag | Ik ben er zo eentje

Ik ben er zo eentje die in prozateksten natuurbeschrijvingen overslaat

Ik ben er zo eentje die in prozateksten natuurbeschrijvingen overslaat. Stuit ik op zo’n passage, dan laat ik mijn blik over de bladzijde naar beneden gaan, tot de plek waar ik weer het begin van een dialoog of een actie vermoed. Voor mij hoeft dat niet zo, zo’n lyrische beschrijving van zo’n stuk groen tussendoor. In het echte leven zal het allemaal best indrukwekkend, ontroerend, majestueus, pril, dartel, schattig, ruig, ontzagwekkend, ongelooflijk, romantisch en prachtig zijn, maar voor mij hoeft dat niet op papier: die branding, die horizon, die duikvlucht van de valk, die herfstkreet van die havik, het bidden van de buizerd, die dauwdruppels in een spinnenweb, die rokende vulkaan, dat verborgen vennetje, die regenboog, die tekening op de vleugels van die vlinder, die tere bloemblaadjes, die pluim alleen, dat met vliegen overdekte karkas van dat konijn, die ruisende populieren, dat kronkelende dijkje, die zonsopgang in de stille polder, die kikker in je handpalm, die zingende merel ’s avonds, die zingende merel ’s ochtends, zo’n slootkant vol met bloemen, zo’n plotse ontmoeting met een roedel herten in het bos, zo’n hagedis die op een muurtje een zonnebad neemt, zo’n onbetreden besneeuwd pad, zo’n wandeling op het strand bij windkracht acht, zo’n nestje kale blinde vogels, dat eindeloze geluid van die cicaden, die trillende hete lucht boven de lavendelvelden, de kringen van regendruppels in de vijver, de roep van de grutto, grutto, grutto, herfstbladeren die knisperen onder je voeten, boomgaarden vol met appels, het geklater van de waterval, de bloesem altijd in elk voorjaar, de maansverduistering, de vis die uit het water springt, een hommel die van bloem tot bloem vliegt, een storm die bomen knakt, een fossiel gevonden in het zand, een vers geploegde akker, een net gemaaid weiland of koeien die langzaam opgenomen worden door de optrekkende mist – nee, dat hoeft voor mij allemaal niet zo.

Closing Time | Spanish Stroll

Over vreemde eend in de bijt gesproken: Mink DeVille stond op de grote podia, Werchter, Rockpalast, Montreux en Pinkpop tussen de rockacts. Stond hij daar met zijn bandleden die gekleed gingen in bloesjes met ruches, en stond hij daar met zijn dunne dandy snorretje, het goud- en zilverwerk in zijn oren, graatmager in zijn giletje en zijn kuif. Zijn kuif! Een romanticus met een latin-ziel verzeild geraakt in de pop.

Closing Time | Day Is Done

Welke muziek past op vier mei, de avond van de Dodenherdenking? Geen pop. En ook niet die clichénummers waar de stemming zo nadrukkelijk in je gezicht wordt gewreven. Je dacht een tijdje na over Jules Schelvis en zijn optreden in de Vredeskerk in Den Haag samen met het Nationaal Symfonisch Kamerorkest waar hij vertelt over het vernietigingskamp Sobibor. Dat filmpje heb je drie keer bekeken.

Maar er speelde een melodietje in je hoofd, heel licht, met een rustig klinkende zangstem, Engels. Nick Drake. En Nick Drake was toch – je hebt allerlei klasseringen in de pop, maar Nick Drake onttrekt zich daaraan, die bevindt zich in zijn eigen categorie, met niets anders, met niets te vergelijken.

Closing Time | Pussy

Wat ik nou toch weer in de krant las: Andrej Borovikov, de assistent van Aleksej Navalny is in Rusland veroordeeld omdat hij zich volgens de rechter, schuldig had gemaakt aan het verspreiden van pornografisch materiaal. Hij is veroordeeld tot tweeenhalf jaar gevangenisstraf. Dat is niet zo fraai, denk je dan, totdat je leest waar dat pornografisch materiaal uit bestond. Dat blijkt een videoclip van Rammstein te zijn. De clip Pussy. Andrej Borovikov had in 2014 de clip verspreid, gedeeld via de Russische variant van facebook. Nou heb ik die clip even bekeken en hij is zeker suggestief, de heren zijn in het zwart gekleed, de dames luchtig. De gebaren en de bewegingen in de clip zijn ritmisch op een bepaalde manier, en er zijn wat attributen te zien die wel spannend genoemd kunnen worden, (ik probeer me in te leven in de rechter), en ik zou er erg jonge kinderen niet naar laten kijken, maar pornografie, pornografie? Ik heb geen borst, tepel, pielemuis of pussy voorbij zien komen. Rammstein is dan toch een band met teveel humor. Ik moest wel, tekstman als ik ben, grinniken om de lyrics van tekstdichter Till Lindemann ‘You have a pussy, I have a dick, so what’s the problem, let’s do it quick.’ En verderop: ‘Steck Bratwurst in dein Sauerkraut’.

Closing Time | Alapathy

Alapathy van Fenne Lilly stond in mijn mapje met favoriete liedjes van 2020. Alapathy is een verzonnen woord, een samenvoeging van apathie en allopathie. Het woord bestond voor deze single nog niet. En waarom belandde het op mijn favorietenlijstje van verleden zomer? Omdat het zo’n lekkere drive heeft, die gaat maar, eentonig of niet, gewoon door. Het is een vlot, zorgeloos zomerpopnummer.  En ik vond de video zo leuk omdat ze van een oud filmpje van zichzelf, waarop ze te zien is als blote-peuter-in-het-bos, een remake maakt, maar dan twintig jaar later. Alles in het nette hoor: we zien, aan het eind van de video, Fenne Lilly op de rug, in de schemering het bos in hollen, slechts gekleed in boots, waar ze verderop, na het roepen van ‘and cut’, wordt opgevangen door een iemand met een badjas. Je moet het maar durven.

Closing Time | Coney Island Baby

Wat is het verschil tussen een spoken word dichter en Lou Reed? Lou Reed brengt een groot gedeelte van dit nummer in praatzang. Hij zingzegt het grootste gedeelte van de song, maar verderop in het nummer gaat hij toch echt zingen. Maar zo wordt de tekst wel wat meer onder de aandacht gebracht. Alsof hij het tegen jou vertelt, hoe hij vroeger op school zich uitsloofde voor de trainer van het footballteam. Hoe hij ’s nachts wakker lag, zich eenzaam voelde, dat hij zich afvroeg wat hij nu precies had bereikt, dat hij zo’n beetje alles haatte om hem heen, dat hij het gevoel had dat zijn ziel in de uitverkoop lag. Maar dat er dan tegelijk die romantische gedachte was, dat houvast, van die prinses, op de heuvel die, ondanks dat Lou fout zat, toch van hem hield. Glory of love. Dat wordt haast tot wanhopigs toe herhaald, alsof het een bezwering is,  Glory of Love. Dat hopen we dan maar. Ondanks dat de stad, New York, een vreemde plek is, een riool of een circus. In het Engels klinkt dat beter. En dat er in de stad mensen rondlopen met vreemde voorkeuren. Wat toch klinkt als een waarschuwing. Het nummer schijnt nogal autobio te zijn.

Closing Time | Wash Your Face In My Sink

 

 

Canadese hiphop van 30 jaar terug. Hiphop met jazz en Bigband, luchtig vermengd op een bedje van niet alledaagse ritmes. Erg dansbaar ook, en er zijn bij de samples ook blazers gebruikt en zelfs een fluit. Erg ongebruikelijk maar wel erg leuk, zomers zou ik zeggen. De band heette Dream Warriors en had nog een grote hit met dat aanstekelijke My Definition of a Boombastic Jazz Style, ook weer met blazers.

Closing Time | Who Knows Where The Time Goes?

Wie weet waar de tijd naartoe gaat? Waar bevindt zich vroeger? Waar is dat? Mij kun je opvegen na de eerste noten, hoe ze dat doet, ik weet het niet, maar, tsjak, daar brandt dat mes van de weemoedigheid al in mijn hart. En komt het door die tekst, of die stem? Sandy Denny brengt dit lied zo casual, zo achteloos haast, alsof het geen moeite kost, en tegelijk alsof het de enige manier is waarop dit lied gebracht kon worden. Een monumentje. In 2007 koos het Engelse BBC-publiek de song Who Knows Where The Time Goes, als beste folksong aller tijden.

Closing Time | Seelinnikoi

Finland, wanneer hoor je eigenlijk iets over Finland? Ik kom alleen maar, als atletiekliefhebber, uit op Lasse Virén, winnaar van Olympisch goud op de 5000 en de 10.000 meter. En op de sprinter bij het schaatsen, Pekka Koskela. En als ik verder terug nadenk, de architect van het stationsgebouw in Helsinki: Eliel Saarinen. En vroeger had bijna iedereen een mobiele telefoon uit Finland: de Nokia.

Folkmuziek uit Finland, dat kom je niet dagelijks tegen. Ik ben het maar één keer tegengekomen in mijn leven. En dat was in de verschijning van de band Värttinä. Eigenlijk was die band een soort novelty act. Ze waren toen heel even hip. Värttinä deed 30 jaar geleden ook gewoon een tour langs de bekende poppodia in Nederland, iedereen wilde die drie blonde zangeressen wel ‘ns zien. En horen, ook al verstond je er niks van, wat zongen ze toch, wat zeiden ze tegen ons?

Closing Time | The Cell

Goeie genade, wat een herrie. Dat is best even schakelen als je normaal andere shizzle gewend bent. Maar waarom dan nu ineens hardrock dan? Dat kwam, de NRC van afgelopen donderdag had anderhalve pagina ingeruimd voor de Franse  technical deathmetal, thrashmetal, progressive deathmetal en groovemetal band Gojira. En dat overkomt niet elke technical deathmetal, thrash – eh, elke band die takkeherrie maakt. De muzikanten van Gojira zijn namelijk ook activisten, idealisten en een beetje wereldverbeteraars en predikers. Ze hebben een boodschap en een mening. Dus gaan songteksten over de vervuiling van de oceanen, over de plastic soep. En over de ontbossing van het Amazonewoud. En ze hopen dat de burger, de luisteraar kritischer wordt. Dat de metalfan thuis gaat denken, moet ik wel zo nodig dat broodje tonijn eten. De zanger, Joe Duplantier brengt in de praktijk wat hij preekt, hij is vegetariër en ik begrijp, ook vegan. Geen melk en geen Camembert en dat is voor een Fransoos best moeilijk. Een politieke band dus. En het persoonlijke is politiek, vandaar, fuck the system. De nieuwe plaat van Gojira, Fortitude, komt op  30 april uit.

Vorige Volgende