Klokwerk

349 Artikelen
38 Waanlinks
4.227 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Vanaf november 2018 overal te koop: "De wereld vóór God - Filosofie van de Oudheid", CJ Alders, aka 'Klokwerk'
softcover / hardcover / ebook: 392 pagina's

Kees Alders aka 'Klokwerk' studeerde af als theoretisch en sociaal psycholoog, en hield zich daarna tien jaar lang bezig met projectmanagement in de sociale zekerheidsbranche (communicatieprojecten en reorganisaties). Tegenwoordig heeft hij een eigen onderneming in webdesign: Klokwerk-design.

Daarnaast is Klokwerk altijd actief geweest in de lokale- en bedrijfspolitiek, en schrijft hij voor verschillende redacties. Verder houdt hij zich met de groep Postbanaal bezig met het op de planken brengen van een multi-mediashow. Als hobbyproject organiseert hij sinds 2012 intercambio-café Amsterdam.

Op Sargasso schrijft Klokwerk onder meer sinds 2012 de wekelijkse column 'politiek kwartier'. Daarnaast is hij bezig met een toegankelijk overzichtswerk over de filosofie van de oudheid.
Foto: Roel Wijnants (cc)

Meer of minder zelfstandige boeren?

De afgelopen twintig jaar is door schaalvergroting één op de twee zelfstandige boerenbedrijven gestopt – de afgelopen zeventig jaar zelfs zes op de zeven. Van wat zich nu nog ‘boer’ noemt, is een groot deel de mega-investeerders die voor platte winst de plattelandsgemeenschappen kapot hebben gemaakt. Het gevolg van staand beleid.

Deze investeerders hebben minder verstand van dieren dan van leningen, subsidies en spreadsheets. De stal zien ze nooit, het schoonmaken, melken, voeren en slachten laten ze over aan machines en dagloners. Voor het eigen land produceren ze niet: het voer wordt geimporteerd en het vlees wordt weer geexporteerd. Daarbij: de boer melkt het vee, de agro-industrie en de bank melken de boer. Een heel verdienmodel. De boer van nu zit gevangen in het systeem, de boeren van toen zijn in meerderheid al lang stadsbewoner geworden.

Nu wil ‘de boerenstand’ in de waterschappen het grondwater zo laag mogelijk hebben, zodat meer vee kan grazen. Maar als dat gebeurt, verzilt het land, zodat we over een decennium op een zoutkorst zitten waar niets meer op groeit. Daarnaast raakt onze bodem vertieft, niet alleen met ammoniak (stikstof), maar ook met bestrijdingsmiddelen – die we vervolgens zelf binnenkrijgen, de boer voorop.

Foto: Bron: Livius.org

Aristoteles (5): Deductie en inductie

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail.

Gisteren hadden we het over de aristotelische logica. Enkele slimmerds zullen kritiek hebben op het eerste voorbeeld dat we gebruikten, waarin we Sokrates’ sterfelijkheid wilden bewijzen. Ze zullen zeggen: wat als Sokrates nu onverhoopt tot in de eeuwigheid was blijven leven? Hadden we dan moeten concluderen dat hij geen mens is? Of is dan de aanname dat alle mensen sterfelijk zijn onwaar?

Aristoteles gaf toe dat niet alle kennis zomaar gegeven is. Omdat we nooit álle mensen kunnen onderzoeken, kunnen we nooit 100% zeker zijn of werkelijk alle mensen sterfelijk zijn. Zolang we echter nog nooit gehoord hebben van iemand die minstens een aantal decennia ouder dan honderd is geworden en nog altijd leeft, kunnen we ervan uitgaan dat de uitspraak klopt.

Inductie: van het specifieke naar het algemene

Deze redenering verloopt dus niet van algemene kennis naar specifieke uitspraken, maar van specifieke kennis naar algemene uitspraken. Dit proces van veralgemeniseren noemen we inductie.

Deductie: van het algemene naar het specifieke

Conclusies trekken omdat het één noodzakelijk volgt uit het ander, zoals we boven deden met de sterfelijkheid van Sokrates, noemen we deductie. We gaan dan van algemeen naar specifiek. Deductieve redeneringen bieden veel zekerheid.

Foto: bron: Livius.org

Aristoteles (4): Onlogisch redeneren

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

Naast de formules voor de ‘juiste’ manier van denken, waarover we het vanmorgen hadden, stelde Aristoteles ook formules op voor herkenbare denkfouten: de zogenaamde drogredeneringen.

Drogredeneringen

Wanneer we stelling B van de voorgaande redenering vervangen door een negatief oordeel, werkt het niet meer. Kijk maar:

  • Alle mensen zijn sterfelijk.
  • Socrates is geen mens.
  • Wie denkt dat we hieruit kunnen concluderen dat Socrates onsterfelijk is heeft het mis. Dat is een drogredenering. Alle koeien eten gras. Mijn zwarte kat eet gras. Mijn kat is een koe? Nee, dat gaat niet op.

    Drogredeneringen maken wij onbewust erg vaak. Omdat onze logica niet klopt, of omdat onze aannames niet kloppen. Verder kunnen we fouten in onze redeneringen maken door verkeerd woordgebruik.

    Aristotelische logica

    Aristoteles was niet de eerste die het bestaan van drogredenen erkende. Al voor hem had Plato uit frustratie met de streken van de sofisten al een aantal redeneerfouten aangestipt. Maar Aristoteles bracht dit soort fouten systematisch in kaart. Al deze fouten trachtte hij te tackelen door ze te vervatten in formules.

    Foto: Bron: Livius.org

    Aristoteles (3): Oordelen

    Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail.

    We hebben gisteren gezien dat Aristoteles meende dat mensen denken in categorieën als substantie, kwantiteit, kwaliteit, plaats en tijd. Hij hield het echter niet bij ordening. Hij was ook benieuwd naar de manier waarop we de begrippen, klassen en categorieën hanteren.

    Aristoteles stelde daarbij dat alles wat wij ‘denken’ noemen eigenlijk neerkomt op het met elkaar verbinden van begrippen. We kunnen bijvoorbeeld het begrip kat verbinden met het begrip zwart. Zo’n verbinding noemt Aristoteles een oordeel.


    Een oordeel kan verschillende vormen hebben. Het kan positief of negatief zijn, bevestigend of ontkennend: de kat is zwart (positief) of de kat is niet zwart (negatief). Daarnaast kan een oordeel meer of minder algemeen zijn: alle katten (algemeen) zijn zwart, sommige katten (minder algemeen) zijn zwart, of deze kat (specifiek) is zwart.

    Tot slot kan een oordeel noodzakelijk zijn, of alleen maar een mogelijkheid aangeven: deze kat is zwart (noodzakelijk), of deze kat kan zwart zijn (mogelijk).

    En nu wordt het leuk. We kunnen met deze elementen algemene formules opstellen, en dan kijken of die formules geldig zijn of niet. De bekendste van die formules is de volgende.

    Foto: bron: Livius.org

    Aristoteles (2): Het grote ordenen

    Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

    Aristoteles was uiteraard niet de eerste die een plant of dier bestudeerde en boeken las. Hij was echter geen lukrake verzamelaar. Aristoteles legde met zijn manier van ordenen de grondslag voor de wetenschap van de Oudheid, en daarmee ook voor de moderne wetenschap.

    Overeenkomsten en verschillen

    Hij dacht als volgt: om een begrip te definiëren, hebben we eigenlijk altijd twee dingen nodig. Ten eerste een klasse waar dit begrip vanwege de overeenkomsten in thuishoort. Bijvoorbeeld: dit dier hoort in de klasse der zoogdieren, omdat het harig is en levendbarend. Ten tweede moeten we weten waarmee het begrip zich onderscheidt van de rest van de dingen in die klasse. Bijvoorbeeld: het gaat om een kat, omdat het dier een niet al te groot roofdier is, met snorharen en spitse oren. Het gaat er dus om dat we altijd een algemeen en een specifiek kenmerk moeten kennen om het dier goed te kunnen indelen ten opzichte van andere dieren, en zo te kunnen omschrijven.


    Een klasse kunnen we zo breed en nauw definiëren als we willen. In plaats van zoogdieren had ik ook de klasse der levende wezens kunnen nemen, of die der katachtigen. En bij het specifieke kenmerk had ik ook kunnen zeggen dat het om een katachtige ging, of om een zwarte kat genaamd Spinoza, die woont bij mijn zus in Den Haag.

    Foto: bron: Livius.org

    Wie was Aristoteles?

    Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts, en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest: eerst via zijn eigen school, later op het neoplatonisme, toen op de Arabische filosofie, en via deze route weer op de scholastiek in West-Europa en daar voorbij. In de vandaag beginnende vijftiendelige reeks bekijken we hem in enig detail.

    Filippos de Tweede, de koning van Macedonië, had een lijfarts, en die lijfarts had een zoon, die 367 jaar voor onze jaartelling op zeventienjarige leeftijd naar Athene trok om onderwijs van Plato te krijgen in diens Academie. Zijn naam was Aristoteles.

    Aristoteles volgde twintig jaar lang onderwijs aan de Academie, tot Plato’s dood. Daarna ging hij zelf aan de slag als leraar. Vijf jaar later riep koning Filippos hem naar zijn thuisland terug om het onderwijs van diens zoon Alexander op te verzorgen. De filosoof was toen tweeënveertig, Alexander veertien. Deze Alexander kennen we allemaal: hij zou later de bijnaam ‘de Grote’ krijgen.

    Lyceum

    Na de opvoeding van Alexander keerde Aristoteles terug naar Athene. Daar stichtte hij naast de Academie van Plato zijn eigen school: het Lyceum.

    De relatie met Alexander heeft Aristoteles in zijn verdere leven geen windeieren gelegd. Aristoteles was een verzamelaar en Alexander wist dat. Van de vele plekken waar Alexanders veldtochten hem brachten, liet hij alles wat maar interessant kon zijn naar zijn vroegere leermeester sturen: boeken, maar ook dieren en planten. Zo verkreeg Aristoteles een schat van informatie over de toen bekende wereld.

    Foto: Bron: Livius.org

    Plato & daarna

    Dit is de laatste aflevering van een reeks over de Atheense filosoof Plato, die veel mensen vooral kennen om zijn zogenoemde ideeënleer, om de Platonische liefde en om zijn ideale filosofenstaat. Dat is echter wat misleidend. Plato’s filosofie was, zoals we in deze reeks hebben gezien, breder en gaat dieper.] 

    Zoals eerder ter sprake kwam is Plato de meest invloedrijke filosoof uit de Oudheid gebleken. Een van de redenen is ongetwijfeld dat zijn filosofie zo goed in elkaar zit. Alle aspecten van zijn denken hangen samen. Plato’s kritiek op verschillende politieke systemen loopt parallel met zijn kritiek op de menselijke psyche. Plato’s ideale psyche hangt weer samen met zijn beeld van de vrijgemaakte geest. En de veronderstelde onsterfelijkheid van de geest correspondeert op zijn beurt met Plato’s denken over een hogere abstracte werkelijkheid.

    Plato als inspiratiebron

    Talloze ideeën van Plato vonden hun weerklank in de latere westerse beschaving. Zo werd zijn idee van de ziel als gekooid door het lichaam geadopteerd door de kerk.

    Zeer belangrijk voor de ontwikkeling van het westerse denken is dat Plato geloofde in het bestaan van een absoluut ‘goed’. Hij plaatst zich daarmee lijnrecht tegenover het relativisme van de sofisten, die juist stelden dat alles relatief is en dat goed en slecht feitelijk niet op zichzelf bestaan. Het goede duidt Plato aan met de metafoor van het licht. Ook deze metafoor is letterlijk door de kerk overgenomen.

    Foto: Bron: Livius.org

    Plato (15): De ideeënleer, of vormenleer

    Dit is de vijftiende aflevering van een reeks over de Atheense filosoof Plato, die veel mensen vooral kennen om zijn zogenoemde ideeënleer, om de Platonische liefde, en om zijn ideale filosofenstaat. Dat is echter wat misleidend. Plato’s filosofie is breder en gaat dieper.] 

    Wat betreft de onsterfelijkheid van de ziel meende Plato een rationeel bewijs te hebben gevonden. Zijn argumentatie gaat ongeveer als volgt:

    Wat maakt dat wij een mens als een mens zien, een paard als een paard, en een tafel als een tafel? Iedere individuele verschijning verschilt toch wel iets van het beeld dat we van die dingen bij ons dragen? En toch herkennen we al die voorwerpen meteen als dat wat ze zijn.

    De ideeën

    Kennelijk, zegt Plato, herkennen wij in de verschillende waarnemingen iets van een abstract begrip. We hebben klaarblijkelijk een blauwdruk in ons hoofd van hoe een mens, een paard en een tafel eruit moeten zien. En dat geldt niet alleen voor het idee van een mens, van een paard en van een tafel, maar ook voor abstracte ideeën als ‘het goede’ en ‘het schone’.

    Maar hoe zijn we aan die ideeën gekomen? Volgens Plato is alle kennis bij onze geboorte al in de geest aanwezig. Iets nieuws leren is volgens hem niets meer dan iets herkennen.

    Plato (14): De grot

    Dit is de veertiende aflevering van een reeks over de Atheense filosoof Plato, die veel mensen vooral kennen om zijn zogenoemde ideeënleer, om de Platonische liefde en om zijn ideale filosofenstaat. Dat is echter wat misleidend. Plato’s filosofie is breder en gaat dieper.] 

    Plato vergelijkt de levende mens met een persoon die geketend in een grot naar een schaduwspel op de diepste rotswand kijkt. De schaduwen zijn afspiegelingen van vormen die eeuwig en onveranderlijk zijn. De schaduwen zijn imperfect, omdat ze worden vervormd door het flakkeren van het licht achter de personen, dat de schaduwen werpt. Het probleem is dat de meeste mensen denken dat de door hen waargenomen schaduwen een accurate weergave van de werkelijkheid zijn.

    Wij moeten volgens Plato onze zintuigen continu wantrouwen. De filosofie is er om mensen te helpen hun ketenen af te werpen en zich niet tot de verschijnselen te richten (de schaduwen op de rotswand), maar tot de abstracte ideeën zelf, en het licht daarachter dat de projecties veroorzaakt. Dit licht staat symbool voor het Goede, het Hogere. Alleen door zich daarop te richten komt een mens tot ware kennis die niet vluchtig is, zoals de verschijnselen, maar onveranderlijk en vast als abstracte ideeën, vormen.

    Foto: bron: Livius

    Plato (13): Reïncarnatie en dualisme

    Dit is de dertiende aflevering van een reeks over de Atheense filosoof Plato, die veel mensen vooral kennen om zijn zogenoemde ideeënleer, om de Platonische liefde en om zijn ideale filosofenstaat. Dat is echter wat misleidend. Plato’s filosofie is breder en gaat dieper.

    Plato geldt als de filosoof die zich afwendde van het fysische en zichtbare en op zoek ging naar een hogere, achterliggende waarheid. Maar dit was geen nieuw idee in de Griekse filosofie. We zagen het al eerder bij Parmenides. Die meende dat beweging en verandering in wezen niet bestaan. De werkelijkheid achter de verschijnselen was volgens hem een bewegingloos en onveranderlijk iets.

    Reïncarnatie

    Plato combineert dit idee met het idee van zielsverhuizing, dat we eerder tegenkwamen bij Pythagoras. Volgens Plato zitten het geestelijke en rationele deel van de mens gekluisterd in een lichaam.

    Het lichaam schenkt de mens zijn hartstochten. Maar lichamelijke verlangens kennen geen verzadiging. De mens die zijn lichamelijke verlangens volledig de vrijheid geeft en najaagt, is geneigd te vervallen in onmatigheid. Het lichaam is bovendien gebrekkig en gaat op den duur onherroepelijk ten onder. Het najagen van de platte behoeften kan daarom geen blijvend geluk opleveren.

    De rationele geest kan volgens de in dit opzicht dualistisch denkende Plato niet gelijk zijn aan dit emotionele lichaam. Na dit leven, betoogt Plato, wendt de geest zich van het lichaam af en kiest hij zijn volgende leven.

    Foto: Bron: Livius.org

    Plato (12): De liefde van Alkibiades

    Dit is de twaalfde aflevering van een reeks over de Atheense filosoof Plato, die veel mensen vooral kennen om zijn zogenoemde ideeënleer, om de Platonische liefde en om zijn ideale filosofenstaat. Dat is echter wat misleidend. Plato’s filosofie is breder en gaat dieper.

    De liefde bedrijven is, als we Plato mogen volgen, op zijn tijd prima. Belangrijker dan seks is het echter over filosofie te blijven lezen. Tenminste, als je de woorden van Sokrates in Symposion volgt.

    Die krijgt van Plato echter niet het laatste woord. Juist als Sokrates uitgesproken is, valt namelijk Alkibiades in dronken staat binnen. Ooit had Sokrates deze generaal midden in een veldslag het leven gered.

    Windvaan

    Alkibiades speelde in de Atheense politiek een nogal dubieuze rol, en had de status van een mannelijke Mata Hari. Hij trok nu eens met de legers van Athene ten oorlog tegen Sparta, maar later koos hij de kant van Sparta en voerde hij oorlog tégen Athene. Weer later stond hij aan de Perzische zijde en diende hij opnieuw in Athene.

    In de liefde gedroeg hij zich net zo. Mannen, vrouwen, hoeren, hooggeplaatste mensen, het maakte deze playboy allemaal niet uit. En in Athene was algemeen bekend dat Sokrates en Alkibiades geliefden waren.

    Foto: bron: livius.org

    Plato (11): De liefde van Sokrates

    ACHTERGROND - Dit is de elfde aflevering van een reeks over de Atheense filosoof Plato, die veel mensen vooral kennen om zijn zogenoemde ideeënleer, om de Platonische liefde en om zijn ideale filosofenstaat. Dat is echter wat misleidend. Plato’s filosofie is breder en gaat dieper.

    Plato is bekend geworden door de uitdrukking ‘een platonische relatie’ – een liefdesrelatie zonder seks. Maar die uitdrukking is nogal misleidend. In het boek ‘Symposion’, dat handelt over de liefde, bepleit Plato helemaal niet dat de mens zich zou moeten afkeren van de fysieke liefde.

    Griekse liefde

    In de tijd van Plato waren partners nooit gelijk aan elkaar: ongelijkheid in de liefde was de norm. Mannen waren niet alleen fysiek sterker dan hun vrouwen, maar ook ouder: zij trouwden op latere leeftijd. Vrouwen golden als vanzelfsprekend als ondergeschikt. In de hele Oudheid gold voor vrouwen monogamie als ideaal, terwijl dat voor mannen juist niet zo was. De man werd verondersteld een jager te zijn.

    Verder was het in Griekenland normaal dat oudere mannen niet alleen op vrouwen, maar ook op jonge jongens jaagden, en zich aan hen verbonden door een deel van hun opvoeding op zich te nemen. Deze liefde werd vaak als ‘puurder’ gezien dan de liefde tussen man en vrouw, omdat ze niet gericht was op de noodzakelijke voortplanting.

    Vorige Volgende