Jona Lendering

628 Artikelen
15 Waanlinks
322 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Studeerde geschiedenis en vertelt er graag over. Scepticus, recensent, fietser, webmaster (LiviusOrg), Don Quichot, blogger (Mainzer Beobachter) en beheerder van GrondslagenNet. Reist regelmatig in het Midden-Oosten, schreef een paar boeken, gruwt van de zelfmoord van de geesteswetenschappen en droomt van een eigen huis in Downtown Beiroet.
Foto: Ramses van Bragt (cc)

Den Haag Centraal

COLUMN - Rond 2000 werkte ik een tijdje in Den Haag. Een herinnering die daar in mijn geheugen is gegrift, elke dag een beetje dieper, is het verlaten van het station. Iedere weekdag fietste ik eerst door een ontwakend Amsterdam naar het Centraal Station en nam de trein. Daar was het stil. De mensen waren nog niet werkelijk wakker. Na Leiden veranderde dat: ineens was de trein afgeladen vol, de mensen begonnen te praten en ik was altijd opgelucht als ik in Den Haag aankwam.

Het Haagse Centraal Station staat voor mij voor opluchting in de meest letterlijke, fysieke zin van het woord: dat je ademhaling normaliseert omdat de stress van je afvalt. De gitarist die bij een van de uitgangen Bob Dylan stond te vermoorden en de schuifdeuren die maar van één kant open gingen – iemand had bedacht dat het verboden was links door een gang te lopen – konden me, als ik eenmaal door de enorme stationshal naar buiten wandelde, nauwelijks meer uit mijn humeur brengen en soms betrapte ik me erop dat ik fluitend naar de tram wandelde. Ik had de ochtendspits doorstaan en kon aan de dag beginnen.

Het zou niet zo’n aangename plek zijn geweest als het station niet was uitgekomen op een fijn open plein dat, zo ontdekte ik vandaag, het Koningin Juliana-plein heet. De ruimtelijkheid maakte dat je diep kon inademen en echt tot rust kon komen. Je kunt er de lucht zien. In de herfst is er bovendien de extra attractie dat de afgewaaide bladeren er dansen in de wind.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Is uw boekverkoper een leeghoofd?

Boekenbus

        De leukse boekhandel die ik ooit zag (Sozopol, Bulgarije)

COLUMN - Ik had eigenlijk een kwaad stukje willen schrijven over dit artikel, waarin een al bijna een eeuw bekende antieke beschaving wordt aangekondigd als een nieuwe ontdekking. Ik was al twee alinea’s bezig toen mijn oog viel op een bericht dat me nóg bozer maakte: de verkiezing van de “Boekverkoper van het jaar”.

Hier is de gekte dus helemáál doorgebroken. Een hype om de hype. Niemand kan al die boekverkopers, waarvan ik ongezien aanneem dat het erg aardige mensen zijn, kennen; niemand kan dus op zinvolle wijze een stem uitbrengen. Het is alsof u bij de verkiezingen voor de Staten-Generaal mag stemmen op “Partij 1”, “Partij 2” en “Partij 3” zonder dat u weet wat die representeren. Kortom, de verkiezing van “Boekverkoper van het jaar” zal worden gewonnen door de boekverkoper die het beste in staat is zijn of haar klanten te mobiliseren.

De prijstoekenning zegt derhalve niets. Niet over de gelauwerde, niet over iets anders. Het is gewoon media-aandacht genereren om media-aandacht te hebben. Er is een stichting Elspeet (“voor boekenvakkers”) en die bestaat, en dus moet ze dingen doen, en dus moet er een prijs komen, want dat doet iedereen in het boekenvak. Het is immers het middel waarmee de branche, die liever niet teveel kosten heeft aan het op voorraad hebben van zoveel mogelijk titels, onze aandacht vestigt op een zo gering mogelijk aantal auteurs. Deze week gaat het om Conny Palmen en Douwe Bob.

Foto: Dame uit Trier copyright ok. Gecheckt 10-03-2022

Kunst op Zondag | Romeinse portretten

Full disclosure eerst: ik ben bestuurslid van de stichting RomeinenNU, die verantwoordelijk is voor de Romeinenweek die gisteren van start is gegaan om het Romeinse erfgoed in het zonnetje te zetten. Dat doe ik hier dus met wat Romeinse portretten en ik begin met een beeld dat de afstand tussen ons en de Romeinen illustreert: een detail van de Laokoöngroep. U zou dit beeld, indien het daar niet zo stervensdruk zou zijn, in principe kunnen zien in de Vaticaanse Musea.

Stervende Laokoön

Stervende Laokoön

Volgens de klassieke sagen had de Trojaanse priester Laokoön in de gaten dat het Trojaanse Paard vol zat met soldaten. De beeldengroep – hier ziet u haar in haar geheel – toont de doodstrijd van de slimme man en zijn zonen, die door slangen werden mishandeld. Niet dat ze iets hadden misdaan, maar het was nu eenmaal de bedoeling dat Troje ten onder zou gaan, en dus ruimden de goden de potentiële klikspaan uit de weg.

Hieruit blijkt een andere mentaliteit dan we gewend zijn uit de Europese kunst, die eeuwenlang christelijk was. Niet dat het lijden daarin nooit werd afgebeeld, maar het lijden van de gekruisigde of een martelaar had een heilshistorische betekenis. Het lijden van Laokoön is daarentegen alleen maar lijden zonder loutering. Nare jongens, die Romeinen.

Foto: Christian Newton (cc)

Jaartalletjes

COLUMN - Zoals Beethoven nootjes schreef en Rutherford atoompjes beschreef, zo blijken historici zich bezig te houden met jaartalletjes. Wist ik ook nog niet. Volgens mij leer je van historici eigenlijk niet zoveel over jaartallen. Maar ja, wie ben ik? Als Paul Schnabel, universiteitshoogleraar in Utrecht, denkt dat historici zich bezighouden met jaartalletjes, dan zal ik me wel vergissen.

Want Schnabel heeft het goed met ons voor. Hij geeft leiding aan het Platform Onderwijs 2032, dat het basis- en middelbaar onderwijs wil hervormen. Wat er beter kan in het onderwijs over het verleden, dat legt Schnabel ook uit:

Het wordt minder belangrijk om jaartalletjes te weten; we richten ons meer op het leren van de samenhang tussen bepaalde gebeurtenissen.

Wat wonderlijk toch. De laatste keer dat ik me met geschiedenis bezighield, was geschiedenis namelijk nog gericht op het verklaren van gebeurtenissen. “Verklaren” is per definitie het leggen van verbanden, het aanbrengen dus van samenhang tussen gebeurtenissen. Maar als ik Schnabel goed begrijp, wordt dat momenteel in het onderwijs nog niet genoeg gedaan en moeten we dat alsnog gaan doen.

Wat wonderlijk toch. Blijkbaar heb ik op de middelbare school van meneer Janss en mevrouw Van der Woude de geschiedenisles van de toekomst gehad. Blijkbaar waren de universiteiten waar ik studeerde hun tijd ook ver vooruit. Blijkbaar moeten handboeken als die van Ankersmit en Lorenz, die uitleggen welke verklaringsmodellen er zijn om samenhang tussen bepaalde gebeurtenissen aan te brengen, nog worden geschreven.

Foto: Ronald Rugenbrink (cc)

Kunst op Zondag | Gevelstenen

ACHTERGROND - Blader in boeken over de geschiedenis van de kunst en je ziet schilderijen, architectuur en beelden uit ’s wereld beste musea. Typische volkskunst staat er zelden bij, terwijl die vaak net zo leuk is en een eigen verhaal vertelt. Vandaag iets over gevelsteentjes.

Het genre is vrijwel uniek voor de Lage Landen: je vindt gevelsteentjes eigenlijk vooral in de Nederlandse en enkele Belgische steden, hoewel er elders in West-Europa ook enkele zijn. Dat ik hieronder alleen Amsterdamse gevelstenen toon, mag u uitleggen als hoofdstedelijke arrogantie maar is in feite omdat ik daar nou eenmaal woon en ik mijn camera niet bij me heb in Hoorn, Zutphen, Middelburg, Maastricht of Antwerpen – al weet ik dat ook daar leuke steentjes zijn.

Eerst maar even iets over de functie. Vroeger, voordat er straten met huisnummers waren, hadden de huizen namen die konden zijn afgeleid van bijvoorbeeld een ambacht dat er werd uitgeoefend. Deze gevelsteen, te vinden op het pleintje voor de Brakke Grond, was van het kantoor van de stedelijke vleeskeuringsdienst.

gevelsteen28

Veel systeem zit er niet in de huizennamen en ik heb het vermoeden dat het ook niet altijd waar is dat ze dienden als adresaanduiding. Je vindt ze ook als er geen enkele twijfel kon zijn over de bewoners en bovendien zijn er veel doubletten. Dit is een koning David op een school aan de Oude Schans, maar in de Lindenstraat zitten, op een steenworp afstand van elkaar, nog drie koningen David. Dat maakt een functie als adresaanduiding onwaarschijnlijk.

De gedragsbioloog en de Bijbel

ACHTERGROND - Vorige week zaterdag publiceerde De Volkskrant een interview met de gedragsbioloog Carel van Schaik en de Duitse wetenschapsjournalist en historicus Kai Michel, die het joodse deel van de Bijbel hebben gelezen vanuit het perspectief van biologisch antropologen. Dat kan de moeite waard zijn – ik heb het boek niet gelezen – maar van het interview wordt een mens niet vrolijk.

De Bijbel heeft niets te maken met het woord van God, maar alles met het woord van de mens.

Duh. Teksten worden geschreven door mensen en mensen scheppen zich – als we ons tot religie beperken – goden, gebeden, mythen, rituelen, verhalen, regels. Dat geldt voor het Egyptische Dodenboek, dat geldt voor de teksten uit het oude Babylonië, dat geldt voor de Perzische Avesta, en dat geldt voor joodse religieuze teksten. Ik denk dat er onder de lezers van De Volkskrant niet één is die de geciteerde platitude niet heeft herkend.

Van Schaik licht toe dat de Bijbel werd samengesteld omdat de joodse samenleving in het reine moest zien te komen met de maatschappelijke veranderingen die het gevolg waren van het ontstaan van de landbouw. Die had de wereld nogal op zijn kop gezet en dus waren er gedragsregels, rituelen en wetten nodig. Dat is waar; het is immers een logische tautologie. De menselijke cultuur (waarvan gedragsregels, rituelen en wetten een onderdeel zijn) is nu eenmaal – met excuus voor het jargon – de extra-somatische vorm van adaptatie waarmee mensen reageren op hun veranderende omgeving.

ISIS in het defensief

Twee berichten vandaag. Het eerste: vanmorgen heeft ISIS Al-Rutbah ontruimd, waarmee de weg van Bagdad naar Jordanië vrij komt. Ook lijkt de aanval richting Hit te zijn ingezet. Dit betekent dat, na de val van Ramadi, ISIS steeds verder uit de vallei van de Eufraat wordt weggedreven, naar het noordwesten.  U leest er meer over in de doorgaans redelijk geïnformeerde Libanese krant Daily Star: hier.

Het tweede bericht: vanmiddag is het Syrische leger in de aanval gegaan richting Palmyra. Ten westen van de moderne stad ligt een middeleeuws kasteel op een wonderlijke bult in het landschap. Deze lijkt nu de inzet van de strijd te zijn: hier.

Foto: Caroline (cc)

Wetenschap en politiek

COLUMN - Het probleem is steeds hetzelfde: PVV-leider Geert Wilders ziet ergens iets dat fout is en constateert die fout dan niet om haar te corrigeren, maar om er politiek gewin uit te halen. Dit keer valt hij over een uitspraak van de Tilburgse hoogleraar bestuurskunde Paul Frissen die oordeelt dat Wilders “het klassieke fascistische verhaal” vertelt en – zo lees ik hier – stelt “dat mensen in opstand moeten komen tegen de herhaaldelijke uitlatingen van Wilders over een nepparlement”.

Toevallig ben ik dat met Frissen eens. Ik mag dat zeggen, want ik ben een burger. Frissen mag dit als burger ook allemaal zeggen. Bovendien kan hij als wetenschapper concluderen dat Wilders’ betogen voldoen aan deze of gene definitie van fascisme. Het is echter een heel andere zaak als hij als wetenschapper mensen oproept in opstand te komen.

We hebben namelijk een kristalheldere afspraak, teruggaand op Webers “Wissenschaft als Beruf”, dat de politiek zich niet bemoeit met de wetenschap (de academische vrijheid) en dat de wetenschap de politiek de vrijheid laat (we zijn immers een democratie en geen technocratie). De in de wet vastgelegde maatschappelijke relevantie van de wetenschap is niet het geven van politieke oproepen, maar het ter beschikking stellen van informatie. Een hoogleraar moet zijn inzichten delen, kan desgevraagd adviseren maar kan – althans in zijn functie als hoogleraar – niet oproepen tot opstand.

Foto: Jeroen Mirck (cc)

Rampenoefening met de NS

COLUMN - Afgelopen donderdag deden de Nederlandse Spoorwegen een rampenoefening om te onderzoeken hoe de reizigers reageren als er later dit jaar te weinig treinstellen zullen zijn. Er is dan nog minder plaats dan momenteel en het wordt één grote Blokker Kortingweek. De door de NS geopperde oplossing (dat de middelbare scholen, net als de universiteiten bij eerdere problemen, hun onderwijstijden aanpassen) is immers door de onderwijsorganisaties afgewezen. De NS zoeken nu naar buitenlands materieel, maar dat is er nog niet en omdat het probleem er vooralsnog nog ligt, wilden onderzoekers weten hoe grote groepen mensen zouden reageren. Daarom reed de trein die normaliter om 16:48 uit Deventer vertrekt, gisteren in een aangepaste samenstelling: met een treinstel minder.

Ik behoorde tot degenen die instapten in Apeldoorn, waar de trein, zoals voor het onderzoek noodzakelijk, vertraagd aankwam. Omdat de trein half zo lang was als gebruikelijk en noodzakelijk, wachtten veel passagiers op het verkeerde deel van het perron, zodat er extra vertraging werd opgebouwd om iedereen naar het juiste deel van het perron te laten lopen en te doen instappen.

Als proefpersoon ben je gespitst op dat soort dingen en je maakt een mentale aantekening dat er niets werd gedaan om die extra vertraging te beperken. De stationsomroeper zweeg althans in alle talen.

https://www.youtube.com/watch?v=FKezWLZqRik[/embed

Closing Time | The Rutles

]

Naast zijn werk voor Monty Python werkte Eric Idle in de jaren zeventig met Neil Innes aan een televisiefilm over The Rutles, een fictieve popband die tien jaar eerder de wereld aan zijn voeten zou hebben gehad en verdacht veel leek op The Beatles. Het was een van de eerste mockumentaires.

Er zijn meer parodieën geweest op de Fab Four, maar “All You Need Is Cash” is met opvallend veel liefde gemaakt en blijft goed voor een glimlach. Los daarvan maakten The Rutles alleszins verdraagbare muziek, zoals bovenstaande, onherstelbaar verbeterde versie van “I Am The Walrus”.

Foto: Abhi Sharma (cc)

De Nederlandse Boekengids (2)

dnbgIk heb het nare gevoel heb dat onze samenleving uiteenvalt doordat elke groep  uit het enorme aanbod aan informatie zijn eigen feiten selecteert. Ik sluit niet uit dat het selecteren van diezelfde feiten – lees: het afsluiten voor andere informatie – groepen zelfs helpt zichzelf te definiëren. Ik heb het idee dat deze informatieverzuiling iets wezenlijk nieuws is en ik ben niet de enige die zich zorgen maakt over de gevolgen: Bas Heijne schreef zaterdag iets soortgelijks in het Handelsblad, al ging het hem niet om het informatieoveraanbod als oorzaak van het uiteenvallen.

Mijn idee is dat er meer culturele trefpunten zouden moeten zijn waar mensen elkaars ideeën konden leren kennen. Het is vanuit dit perspectief dat ik kijk naar De Nederlandse Boekengids, waarvan onlangs het nul-nummer is verschenen en die ik een warm hart toedraag, zelfs als ik hieronder kritisch ben. Voor een ander perspectief: zie het stuk van Michel Gastkemper dat u eergisteren hier las.

Het redactioneel van De Nederlandse Boekengids legt de ambitie uit. Nederland lijkt bang te zijn door allerlei recente crises, die ons niet hadden hoeven overvallen omdat ze allang waren “aangekondigd in kritisch-essayistische publicaties als The New York Review of Books, The London Review of Books en het Times Literary Supplement.” Boeken helpen ons, beter dan andere media, vooruit en om ons heen zien, en De Nederlandse Boekengids wil onze gids zijn. Voilà, het trefpunt waar ik op hoop.

Closing Time | Elvis Presley

Voor het commentaar op het Closing Time-liedje van vandaag schakelen we over naar David Bowie. Kom er maar in David.

I saw a cousin of mine when I was young. She was dancing to “Hound Dog” and I had never seen her get up and be moved so much by anything. It really impressed me, the power of the music. I started getting records immediately after that.

Het beeldmateriaal zal u duidelijk maken dat The King in 1957 nog moeite had met playback.

Vorige Volgende