De voorstanders van de Nederlandse missie naar Afghanistan stellen zichzelf bijzonder ambitieuze doelen. Weliswaar mag er door de binnenkort op te leiden agenten niet gevochten worden, maar daar houden de beperkingen wel zo’n beetje op. Kamerlid Van der Staaij, van de SGP, tijdens het grote Kunduz-debat van 27 januari 2011, formuleerde de ambities als volgt: ‘bij de missie moet niet alleen worden gekeken naar politieagenten, maar er moet daarbij ook breder worden ingezet op het versterken van de rechtsstaat. Men moet oog hebben voor aanklagers, voor rechters en voor het in acht nemen van fundamentele rechten. Ook de positie van religieuze minderheden is daarbij een uiterst belangrijk aandachtspunt.’
GroenLinks-leider Jolande Sap, in hetzelfde debat, ging nog een flink stuk verder: ‘dit is echt absoluut geen gewapende missie. Dit is een civiele missie, waarbij je aan de ene kant trainers politieagenten laat opleiden, maar waarbij je aan de andere kant heel veel civiele deskundigen inbrengt die daar echt gaan bijdragen aan het opbouwen van een justitieketen, aan het opbouwen van rechtspraak. Zij zorgen ervoor dat er goede advocaten en goede rechters komen. Er komen deskundigen op het gebied van het openbaar bestuur die zorgen dat er in dat land een goed bestuur komt.’ Daarnaast moet er aan alfabetisering gewerkt worden, zodat de agenten ‘kunnen lezen en schrijven en er echt werk kan worden gemaakt van kennis van mensenrechten, de wet en van vrouwenrechten.’ Verder is het een training ‘waarin civiele taken, mensenrechten en alfabetisering centraal staan en waarmee je een echte bijdrage kunt leveren aan politieagenten die het vertrouwen van de bevolking daar kunnen winnen en die kunnen bijdragen aan het bestrijden van misdaad, criminaliteit en corruptie in Afghanistan.’
Vorige week woensdag presenteerde president Obama, in een speech vanuit het Witte Huis, zijn plannen om in de zomer van 2012 de 33.000 troepen die hij in 2010 naar Afghanistan stuurde weer terug te trekken. Daarin verduidelijkte hij ook de Amerikaanse doelen in Afghanistan. Die steken schril af bij de ambities van de Nederlandse Kamerleden: ‘the goal that we seek is achievable, and can be expressed simply: no safe-haven from which Al-Qaida or its affiliates can launch attacks against our homeland, or our allies. We will not try to make Afghanistan a perfect place. We will not police its streets or patrol its mountains indefinitely. That is the responsibility of the Afghan government, which must step up its ability to protect its people; and move from an economy shaped by war to one that can sustain a lasting peace. What we can do, and will do, is build a partnership with the Afghan people that endures – one that ensures that we will be able to continue targeting terrorists and supporting a sovereign Afghan government.’