Gastauteur

2.327 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Glenn Euloth (cc)

Optimisme over Iraakse olie is onterecht

ANALYSE - Het Internationaal Energie Agentschap is positief over de oliemarkt, vooral over de vermeende toename van de Iraakse olie. Maar dat optimisme is niet terecht, stelt Peter Polder, onderzoeker bij Peakoil.

Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) presenteerde eerder deze week haar jaarlijkse World Energy Outlook. Daarin wordt erg positief gesproken over de mogelijkheden voor groei in het aanbod van olie vanwege de groeiende productie in Irak en de schalie-olie in de VS. Het IEA durft daarom de voorspelling aan dat de olieprijs zal dalen. De media wisten hier een nog optimistischere draai aan te geven: Peakoil is opgelost, er is olie genoeg.

Een paar kritische kanttekeningen bij de IEA prognoses zijn op zijn plaats.

Eerst moet gezegd worden dat het trackrecord van IEA-voorspellingen vrij slecht is. In het verleden was het IEA te optimisch over zowel de prijs als het aanbod van olie. Toegegeven, de toekomst van olie voorspellen is ook vrijwel onmogelijk. Ook nu bekijkt het IEA de oliewereld weer door een roze bril.

Irak, de hoop van de oliemarkt

Waar de media het vooral hebben over schalie olie in de VS, kijkt de industrie vooral naar Irak. De toekomst van de olieprijs staat en valt bij Irak, en dan vooral het zuiden. Het IEA hoopt dat het land zijn beloftes waar maakt en zijn huidige productie verdubbelt naar 6 miljoen vaten per dag in 2020 en zelfs 8,3 miljoen vaten in 2035.

Er is echter een aantal flinke obstakels. Ten eerste de stabiliteit van Irak. Het land herstelt van  jarenlange sancties, oorlog met Iran, een Amerikaanse invasie en vooral een hevige burgeroorlog. Daardoor is de olie-industrie decennia lang verwaarloosd en heeft het land nooit maximaal kunnen produceren.

Ja, er is een enorm potentieel in reserves.  Maar de politieke situatie in Irak is nog verre van vreedzaam. Iraks Soennitische vice president is door een Sjiitische premier bij verstek ter dood veroordeeld op beschuldiging van het leiden van doodseskaders. Hij vluchtte eerst naar Iraaks Koerdistan en zit nu in buurland Turkije dat hem weigert uit te leveren.

Er heerst nog steeds diepe verdeeldheid over de grondwet en de oliewet die het ontwikkelen maar vooral het verdienen aan Iraaks grondstoffen rijkdom moeten regelen. En buurlanden Iran en Turkije bemoeien zich intensief met de politiek in Irak. Het meest in het oog springt de situatie rond Iraaks Koerdistan. De semi autonome regio geniet de steun van Turkije en sloot op eigen houtje deals met oliebedrijven. Tot grote woede van de regering in Bagdad. Die zette bedrijven zoals Chevron, dat een deal sloot in het noorden, op de zwarte lijst voor joint ventures in het vele malen olierijkere zuiden. Een Turks oliebedrijf dat samenwerkte met Gazprom werd uit wraak het land uitgezet.

Exxon Mobile genoot dankzij zijn enorme oliebelangen in Irak en de nauwe banden met de Amerikaanse regering van een uitzonderingspositie en dacht ook zaken te kunnen doen in Iraaks Koerdistan. Enkele dagen geleden zag het bedrijf zich gedwongen terug te trekken uit Zuid-Irak. Het had samen met Shell het West-Qurna olieveld in handen en heeft nu aangekondigd af te willen van haar aandeel in het veld. Qurna is het op een na grootste olieveld in het Midden-Oosten en haar ontwikkeling is van cruciaal belang wil Irak haar streefcijfers halen. Wie het veld gaat overnemen is nog onbekend. Verschillende niet-Westerse oliebedrijven die actief zijn in het zuiden van Irak hebben al aangegeven niet de capaciteit te hebben om het project over te nemen.

Elektriciteit

Andere obstakels zijn de beschikbaarheid van voldoende elektriciteit, water en geschoold personeel. Alledrie zetten ze een rem op de mogelijke groei van de olieproductie.  Het is dan ook veelzeggend dat het IEA ook een laag groeiscenario voor Irak schets. In dat scenario haalt Irak slechts 4 miljoen vaten per dag boven de grond, een serieuze domper voor de oliemarkt. De olieprijs kan in dat geval met wel 15$ stijgen boven het scenario dat het IEA nu voorziet.

Op de achtergrond dreigt ook het overslaan van het conflict in Syrië naar Irak. Het etnische geweld daar betreft ongeveer de zelfde ethnisch-religeuze groepen die Irak verdelen. Zeker het conflict tussen de Syrische Koerden aan de ene kant, en de door Turkije gesteunde Iraakse Koerden en het Vrije Syrische Leger aan de andere kant kan overslaan naar het nu nog rustige noorden van Irak. Dat zelfde geld ook voor de onrust in Bahrein en de aangrenzende Sjiitische regio in Saudi-Arabië, en natuurlijk een eventueel conflict tussen Israel, het Westen en Iran. Voor een groeiende olieproductie is stabiliteit nodig, en dat is verre van zeker in Irak.

Schalie olie boom and bust

Wat de meeste krantenkoppen domineert is de schalie-olie boom in de VS, en de claim dat de VS wederom de grootste olieproducent ter wereld wordt. Wie het rapport zelf in duikt krijgt overigens een veel genuanceerder beeld. Als, aldus het IEA, alles mee zit dan zal de VS een nieuwe korte piek in de productie neerzetten tussen 2015 en 2020, om daarna heel hard in productie te dalen.

Deze nog rooskleurige analyse durft de Amerikaanse overheid niette maken. Het Energy Information Agengy rekent op veel minder schalie-olie. Ook hoopt het IEA op effectief beleid om het olieslurpende Amerikaanse wagenpark veel zuiniger te maken. De vraag is echter of het Obama lukt de wetgeving die dat afdwingt door de Senaat te krijgen. Zeker in een context van de mythe dat olie-onafhankelijkheid in de VS mogelijk is dankzij schalie-olie.

Er zijn veel kanttekeningen te plaatsen bij het wijdverbreide optimisme over schaliegas en schalie-olie. De afgelopen jaren is er inderdaad een golf schaliegas op de Amerikaanse gasmarkt gespoeld. Deze ontwikkeling zorgde voor een hype waarin het leek alsof er overal meer als genoeg aardgas te vinden is en de gasprijs daar door flink zal plaatsen. Al die tijd waren er economen en geologen die waarschuwden voor de zeepbel die ontstond en inmiddels aan het leeglopen is.

Het boren naar schaliegas is namelijk peperduur en vergt extreem veel boringen. Dit wordt nog eens versterkt door de snelle productie-afname die schaliegas boorputten kenmerkt. Doordat er, mede door de hype, in korte tijd veel geboord werd en makkelijke locaties, de sweetspots, als eerste werden aangeboord, kwamen er enorme hoeveelheden schaliegas op de markt. Als gevolg daar van implodeerde de gasprijs. Leuk voor de industrie en consumenten, maar de vreugde gaat tijdelijk zijn.

De pioniers in de schaliegasrevolutie merken nu dat hun peperdure investeringen zich niet terugverdienen, en staan op omvallen. Ook grote bedrijven als Shell zien zich gedwongen om flink af te boeken op hun schaliegas bezittingen. De industrie is het aantal boringen flink gaan terug schroeven, en samen met de kenmerkende snelle productie afname in deze velden zal de stroom schaliegas in de nabije toekomst flink verminderen. Wat daar nog eens boven op komt is de steeds grotere weerstand tegen de enorme schade die deze vorm van boren aanricht en de strengere regelgeving als reactie daar op. Ook de concurrentie met landbouw om toegang tot zoet water in verdrogende delen van de VS zal toenemen: zonder grote hoeveelheden water geen schaliegas.

Veel van de boorploegen uit de schaliegas boom zijn overgestapt op schalie-olie. Zelfde soort formaties, zelfde technologie. Schalie-olie is voor de bedrijven veel interessanter want makkelijker te verkopen en makkelijker te exporteren. Maar ook deze tak van sport is nog erg jong en concentreert zich nu op de sweetspots.

Snelle conclusies

Het IEA trekt naar onze mening zijn conclusies te snel door de huidige trend simpelweg door te trekken naar de toekomst. Ook schalie-olie kent een snelle productie-afname per put. En ook hier gaat het om een productiewijze die inherent veel duurder is als conventionele olie.   Wat zich daarbij wreekt is de voorspelling van het IEA dat door de toevloed aan olie de prijs zal zakken. Probleem is echter dat schalie-olie een prijs nodig heeft die zeker boven de 90 dollar per vat blijft. Zakt de prijs daar onder, dan zullen ook hier bedrijven hun verlies nemen en de productie moeten terug schroeven. Meer schalie-olie en een lagere prijs is, voor de langere termijn. Een contradictie. Met daarbij natuurlijk de nuance dat de technologie nog jong is, en dat er naast de VS ook in Rusland en zelfs in Nederland schalie-olie te vinden is.

Terug naar het grote plaatje. Veel ‘peakoilers’ rekenen er op dat, met de huidige stand van zaken, de wereldwijde totale olieproductie gaat afnemen tussen nu en 2020. Afgedwongen door zowel bovengrondse als geologische factoren. En we gaan er verder vanuit dat deze schaarste aan olie in een olieverslaafde wereld tot een hogere olieprijs zal leiden. Inzake conventionele, goedkope en makkelijk winbare olie hebben we daarin al ons gelijk gehaald. Die productie daalt sinds 2005. De olieprijs blijft ondanks een zware economische crisis sinds die tijd erg hoog.

Je kunt rustig stellen dat de hoge olieprijs een plafond zet op de mogelijkheden om uit deze recessie te komen. Evengoed zet het overigens een rem op als maar stijgende olieprijzen. Hogere prijzen leiden tot economische krimp en dus een lagere vraag naar olie. Op deze manier zijn hoge olieprijzen heel sluipend onze economische veerkracht aan het uithollen.  

Deze hoge olieprijzen zullen vrij zeker het winnen van schalie-olie en teerzanden stimuleren. We schrapen daarmee de laatste resten uit het olievat. Want hoewel de reserves groot zijn kost winning er van veel geld en energie. Het beeld dat schalieolie velden een even hoge productie per dag kunnen bereiken als het Ghawar veld in Saudie-Arabie is een fatamorgana. Ondertussen stijgt echter de CO2 intensiteit van onze brandstoffen en daalt de netto energie opbrengst. Peakoil betekend niet dat we van ons klimaat probleem af zijn. In tegendeel. Mocht het IEA scenario uitkomen dat veroorzaakt dat 3.6 graden opwarming. 1.6 graden hoger als een veilige leefbare planeet. Iets minder olie dat meer uitstoot veroorzaakt veranderd daar weinig aan.

Onze boodschap aan bedrijven, consumenten en vooral de politiek is dat afkicken van olie een lastig proces gaat zijn dat je niet vroeg genoeg kunt beginnen. Het slecht onderbouwde optimisme van het IEA staat een tijdige reactie op een nieuwe oliecrisis in de weg. Jeremy Legget (oprichter van een industriele denktank over peakoil in Engeland) zei daarover het volgende: ‘It’s a comfortable narrative, and people are desperate to believe comfortable narratives. It has set back the perception of the risk. Dependence on oil and gas will blow up in our face.’

Foto: Judy van der Velden (cc)

Rechtspraak kan transparanter

ACHTERGROND - Het is te veel werk om alle uitspraken van rechters geanonimiseerd online te zetten, volgens het ministerie van justitie. Onzin, zolang het openbaren van de uitspraken een uitgangspunt is, beargumenteert Dirk Kloosterboer.

In theorie is de rechtspraak openbaar. In de praktijk hebben we rechtspraak.nl, een redelijk gebruiksvriendelijke website waar uitspraken kunnen worden opgezocht. Daar is echter lang niet alles te vinden: slechts 2% van de uitspraken wordt online gezet. Bovendien kan het soms best lang duren voordat dit gebeurt.

Op zich hoeft het misschien niet te verbazen dat veel uitspraken niet online staan. Ook in andere opzichten is Nederland niet zo transparant – zo is overheidsinformatie niet heel erg toegankelijk, we scoren matig als het gaat om openbaarheid van bedrijfsgegevens en na aanscherping van de regels rond partijfinanciering blijft het voor politieke partijen mogelijk om giften geheim te houden.

Toch doet Nederland het internationaal gezien niet slecht als het gaat om het publiceren van rechterlijke uitspraken. Dat blijkt althans uit een overzicht van Marc van Opijnen, senior ICT-adviseur bij de Raad voor de rechtspraak. Ook in veel andere landen wordt slechts een selectie van de rechterlijke uitspraken online gepubliceerd. Nederland heeft tenminste nog relatief duidelijke criteria om te bepalen wanneer dit gebeurt. In Groot-Brittannië is het publiceren van uitspraken afhankelijk van particulier initiatief en giften. Een positieve uitzondering is Estland, waar een groot deel van de uitspraken online wordt gezet.

Foto: jekert gwapo (cc)

Met zweet toont de mens emoties

ACHTERGROND - Wie niet helemaal okselfris is, heeft al gauw de neiging riant met een fles deodorant te spuiten. Dat is zonde, want zweetgeur is deel van onze nonverbale communicatie, volgens biologe Liyen Siaw.

Het is bekend dat mensen zowel nonverbaal als verbaal met elkaar communiceren. Bij het uiten van emoties gebruiken we woorden of maken we bepaalde gebaren, gezichtsuitdrukkingen of geluiden waardoor een ander een idee krijgt van hoe we ons op dat moment voelen.  Maar wist je dat we met de geur van zweet ook onze emoties kunnen laten zien? Sociaal psycholoog Gün Semin van de Universiteit Utrecht heeft dit tijdens zijn onderzoek aangetoond.

In de dierenwereld is al langer bekend dat het gebruik van geuren meerdere functies heeft. Zo kunnen dieren de geurstof feromoon produceren om seksuele partners te lokken, markeren dieren die een territorium hebben deze vaak met urine en gebruiken sommige dieren geur als verdedigingsmechanisme als ze zich bedreigd voelen.

Hoewel bij mensen de visueel en auditief sociale communicatie bekender is, zijn er al gevallen bekend dat ook mensen via geuren met elkaar communiceren. Verschillende wetenschappelijke onderzoeken hebben aangetoond dat lichaamsgeuren een rol kan spelen bij de partnerkeuze. Uit het onderzoek van Clark (1988) over de invloed van parfum in een sociale en georganiseerde setting, bleken vrouwen in een theater eerder een programmaboekje mee te nemen of op een stoel te zitten die besprenkeld was met 5 α-androstenone, een geurstofje die in het okselzweet van mannen aanwezig is. Het reukzintuig is een van de meest primitieve zintuigen en is verbonden met het limbisch systeem van de hersenen. Het limbisch systeem regelt voornamelijk onze gevoelens, emoties en gedrag, wat de samenhang tussen reuk en emoties verklaard.

Foto: marie-ll (cc)

Wijzigen Grondwet moet eenvoudiger

OPINIE - Het nieuwe kabinet lijkt weinig behoefte te hebben aan constitutionele toetsing van wetten. Het voorstel daartoe van Femke Halsema uit 2002 ligt te verstoffen op een plank ergens. Beter is om opnieuw te beginnen. En pak dan gelijk ook de wijzigingsprocedure van de Grondwet aan, betoogt publiciste Clara Mens.

Hoe zou het nieuwe kabinet denken over constitutionele toetsing en het voorstel daartoe van Femke Halsema? In het regeerakkoord lezen we er niets over. Daarin wordt wel ingegaan op andere initiatiefwetsvoorstellen van Tweede Kamerleden. Zoals een voorstel van Pierre Heijnen (PvdA) over het terugbrengen van het aantal gemeenteraadsleden en een voorstel van Gerard Schouw (D66), dat weer eens in de Grondwet probeert vast te leggen dat de burgemeester wordt aangesteld volgens regels bij de wet te stellen.

Genoemde Kamerleden kunnen zich op de borst kloppen: zij hebben de steun van het kabinet. Aan constitutionele toetsing is in deze tijden kennelijk geen behoefte. Uit het feit dat het voorstel-Halsema niet genoemd wordt, kunnen we in de meest positieve interpretatie afleiden dat het kabinet er nog geen oordeel over gevormd heeft, en in de meest negatieve dat het er totaal geen behoefte aan heeft.

Maar kabinetssteun of niet, het staat er treurig voor met dit dappere voorstel om toetsing van wetten aan enkele artikelen van de Grondwet mogelijk te maken: de laag stof op het tweede lezingsvoorstel wordt steeds dikker, er is nog altijd geen nota naar aanleiding van het verslag, initiatiefneemster Halsema is vertrokken en haar opvolgster – ook voor de verdediging van het wetsvoorstel – Jolande Sap heeft er onlangs ook de brui aan gegeven. De momenteel vierkoppige GroenLinksfractie in de Tweede Kamer lijkt niet uit te blinken in constitutioneel-rechtelijk talent, dus het is nog maar de vraag wie de verdediging het beste over kan nemen en op welk moment.

Foto: eldebe™'s images (cc)

Het beste gewenst Luuk Koelman

COLUMN - Als moeders van stal worden gehaald, wordt het al snel een walgelijke vertoning. Wat heeft de moeder van Tim Ribberink te maken met de antipathie die columnist/lolbroek Luuk Koelman voelt jegens Mariska Orbán-De Haas. Michiel Jongsma is boos.

‘Je moeder.’ Wat heb ik daar een hekel aan. Als er discussies plaatsvinden die uitmonden in ruzies hoor je de opmerking wel eens vallen. Moeders hebben vaak verdomd weinig te maken met het gesprek. Er wordt alleen iemand bijgehaald om een ander te kwetsen, zonder dat deze persoon er erg in heeft. ‘Waar er twee ruzie hebben, hebben er twee schuld’, zo zegt men wel. Wat dan die derde (in dit verhaal ‘de moeder’) er mee te maken heeft is mij onduidelijk. ‘De moeder’ is in veel varianten te vinden. Voor moeders zelf worden er juist grappen gemaakt over kinderen, er worden zusters en broers belachelijk gemaakt, enzovoort, enzovoort.

De Wereld Draait Door zei een soort van ‘je moeder’ tegen de KRO. Vanwege in de ogen van de KRO niet al te positieve berichtgeving over het alom bekende programma ‘Boer Zoekt Vrouw’ mochten er geen beelden meer worden gebruikt in de uitzending van DWDD en werd Yvon Jaspers in overleg voortaan niet meer uitgenodigd als tafeldame. Om vervolgens toch nog een trap na te geven werden een aantal van de deelnemers (Henrieke, Aad en Jeannet) geparodieerd. Hadden zij zich uitgesproken tegen de De Wereld Draait Door? Waren zij op een enkele manier betrokken bij deze vete? Nee. Maar ondanks dat moesten Matthijs van Nieuwkerk, Sanne Wallis de Vries en de rest van de DWDD-ploeg toch vooral even deze onnozele, doch vermakelijke halzen even helemaal belachelijk maken en fileren. ‘Je moeder, KRO, je moeder’, zei DWDD. En de boeren zitten er ongetwijfeld bedremmeld bij.

Foto: J. Stephen Conn (cc)

Vrouwen en jongeren in Ohio beslissen Obama’s lot

INTERVIEW - Ohio, de staat waar morgen alle ogen op gericht zijn. Het draait er om alleenstaande vrouwen onder veertig en jongeren, volgens Jerry Austin, politiek consultant. Gastredacteur Maurits Denekamp sprak met hem.

Jerry Austin heeft gewerkt aan meerdere presidentiële campagnes, onder ander die van Jimmy Carter. Gevestigd in Ohio staat hij midden in de politiek van de swing state. Gevraagd naar de rol van de staat in de Amerikaanse verkiezingen zegt Austin het volgende: ‘If next Tuesday I was on Mars, and I would call you up and had one question to ask it would be: Who won Ohio?’ Ohio is volgens Austin een microversie van de Verenigde Staten.

Austin is ervan overtuigd dat twee groepen kiezers bepalend zijn voor de uitslag: vrouwen en jongeren. Als eerste de vrouwen. In de ogen van Austin zijn alleenstaande vrouwen onder de veertig de kiezers die de doorslag geven. Dit zijn vrouwen die toebehoren tot zowel de werkende- als de middenklasse. Waar het gaat om de economie zijn ze meer conservatief dan progressief, ze zijn het eens met de financiële overtuigingen van de Republikeinse Partij. Echter wegen sociale onderwerpen zwaarder. Ze willen niet dat de overheid het recht heeft om een vrouw op te leggen wat zij wel en niet met haar lichaam mag doen, daarmee doelend op het conservatief Republikeinse standpunt om abortus te verbieden. Daarom stemmen deze vrouwen Democraten.

Foto: Karan Jain (cc)

Generaliseren over islam en christendom is zinloos

OPINIE - Thierry Baudet pleit ervoor dat we durven generaliseren en ons niet blijven blindstaren op individuele gevolgen die afwijken van de algemene tendens.Volgens Bart Voorzanger gaat wetenschap zonder grondig oog voor details echter erg snel de mist in.

In NRC Handelsblad van 2 november 2012 signaleert Thierry Baudet drie wezenlijke verschillen tussen christendom en islam – drie verschillen die we alleen te zien krijgen als we durven generaliseren over die islam en ons niet blijven blindstaren op individuele gelovigen die afwijken van de algemene tendens. Over dat generaliseren zo meer. Eerst die drie verschillen maar eens.

Verschil 1: Koran versus Bijbel

De Koran is volgens de islam het woord van God zelf, terwijl het christelijke Nieuwe Testament geschreven is door mensen van vlees en bloed die hun eigen visie gaven. Dat verschil maakt herinterpretatie en relativering van de Koran onmogelijk. Aldus Baudet.

Deze visie op het Nieuwe Testament – en de resterende driekwart van de Bijbel – vind je veel bij moderne West-Europese christenen, maar even terug in de tijd en even verder over de grens vind je hem niet. Daar heette en heet de Bijbel het Woord van God en werd en wordt hij van kaft tot kaft als onveranderlijk en letterlijk waar beschouwd. Wie beseft dat de moderne West-Europese versie van het christendom nooit meer dan een voetnoot in de geschiedenis van deze religie zal vormen, en bereid is een béétje te generaliseren, moet wel concluderen dat Baudets eerste verschil fictie is.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-03-2022

Film over somber realisme

VERSLAG - De Oostenrijkse regisseur en schrijver Michael Haneke levert met zijn nieuwe film “Amour” een bikkelhard en ongenaakbaar werk af, zo schrijft gastredacteur Maarten Middelkoop.

‘Die film is niet te harden,’ zo waarschuwde een vriend mij in 1997 voor “Funny Games” van een zekere Oostenrijkse regisseur Michael Haneke. Ik had toen al berichten gelezen dat bioscoopzalen vroegtijdig leeg liepen, omdat het sadisme in de film ondraaglijk was.

Ik keek de film met mijn handen om de armleuning geklemd. Eindelijk een film die je niet koud liet. Het idee erachter was simpel: twee tieners terroriseren een gezin op gruwelijke wijze. De kijker leeft mee met de slachtoffers. En Haneke speelt met de kijker als een kat met een muis: met uitgeslagen klauwen. Het explosieve realisme van de film maakte een diepe indruk op me.

Met zijn nieuwste film ‘Amour’ over ouderdom en liefde, zet Haneke zijn cinematografische zegetocht voort. In mei won de film al de Gouden Palm in Cannes, Hanekes tweede in amper drie jaar.

Michael Haneke kan wat mij betreft de godfather worden genoemd van de Europese filmwereld. Dat zijn films maar een fractie van de bezoekersaantallen trekken van Engelse blockbusters als ‘Skyfall’, doet niet ter zake. Een godfather word je immers door respect af te dwingen, niet door angstvallig te hengelen naar de gunsten van de verveelde kijker.

Foto: Evil Twin21401 (cc)

Over ijsberen, fabeltjes en blunders

ANALYSE - In deze gastbijdrage geven Ir. Bart Strengers (PBL) en dr. Jan Wuite (IPCC) een reactie op een artikel over klimaatverandering dat verscheen in het Parool.

Met verbazing hebben we het artikel ‘De ijsbeer en andere fabeltjes’ gelezen (Rypke Zeilmaker, Parool, 22 oktober). Zeilmaker schetst daar de ‘vijf grootste blunders van zowel klimaatalarmisten als klimaatsceptici.’ Over dit onderwerp wordt zowel informatie als desinformatie rondgestrooid, maar Zeilmaker weet helaas het kaf niet van het koren te scheiden. Hij maakt zoveel fouten en slordigheden dat we er hier maar een paar kunnen bespreken. Overigens kunnen de exacte bronnen bij onderstaand betoog worden opgevraagd bij de ondertekenaars van dit artikel.

Volgens Zeilmaker heeft het IPCC voorspeld dat de opwarming in de eerste helft van deze eeuw ‘een kwart tot een halve graad per tien jaar’ zou zijn. Dat moet een eigen verzinsel zijn, bij het IPCC is die bewering niet te vinden. De klimaatmodellen van het IPCC uit 2007 ramen ‘waarschijnlijk’ 0,15 tot 0,30 graden wereldgemiddelde opwarming per decennium.
Zeilmaker’s bewering dat volgens het Britse Met Office ‘.. op land in de hele wereld tussen 1995 tot 2012 géén extra opwarming heeft plaatsgevonden’ is onjuist.
Alle belangrijke temperatuurreeksen (óók die van het Britse Met Office) laten over de periode 1995 – 2012 een opwarming op land van ongeveer 0,20 °C per tien jaar zien. De lezer wordt overigens in verwarring gebracht, doordat Zeilmaker soms over gemiddelde temperaturen boven land schrijft, soms over wereldgemiddelde temperaturen. Die laatste zijn iets lager, omdat de opwarming boven koele oceanen langzamer gaat dan boven land. Wereldgemiddeld, dus inclusief de koelere oceanen, gaat het om ongeveer 0,16 °C per tien jaar. De opwarming lijkt in de afgelopen jaren wat te zijn afgezwakt, maar er zijn verschillende studies die aangeven dat dit verklaarbaar is (factoren die daarin meespelen zijn onder andere het al vijftien jaar uitblijven van een sterke El Niño zoals in 1998 en een inactieve zon) en dat dat nog niet betekent dat de opwarming door broeikasgassen zou zijn gestopt.

Foto: Ted Percival (cc)

Amerikaanse feestdagen: eigen schuld dikke bult

COLUMN - Amerika is gewoon een geweldig land, meent de herintredende Sargassoblogger rc. In zijn nieuwe rubriek Notes from New Netherlands zal hij zijn liefde en ergenissen bezingen. Vandaag het tweede deel: waarom Nederland eigenlijk schuldig is aan het idiote consumptieve karakter van Amerikaanse feestdagen.

De herfst in New York begint met de kleurvolle herfstgebladerte waarin de bossen van rood, geel tot groen glooien onder een helsblauwe lucht. De herfst kondigt ook het seizoen aan van de Amerikaanse feestdagen, Halloween, Thanksgiving en Kerstmis, terwijl de Atlantische orkanen zoals Sandy ons doen beseffen dat het leven kort is en de dood deel is van de cyclus van het leven.

Het is het jaargetij waarin de angst voor de dood weer tot uitdrukking komt in allerlei vormen zoals in Halloween, en pas met de geboorte van Christus en Nieuwjaarsviering weer plaats maakt voor een gevoel van hoop en leven. Angst en hoop, dood en nieuw leven: Freud noemde het al de twee elementaire drijfveren van de menselijke psyche, en misschien heeft de herfst daarom ook iets literairs en innemends.

Ontlading

In de Amerikaanse cultuur draait doorgaans alles om vernieuwing en innovatie, stilstand is achteruitgang, ‘you snooze, you lose’ zeggen ze hier. Men kijkt altijd vooruit. Dat geeft een mens hoop en energie, want morgen wordt alles beter, en achter de wolken schijnt de zon weer. Het is dan ook geen wonder dat Amerika een christelijke staat is, want Christus is de belichaming van een nieuwe lente, van wederopstanding, en dat er leven na de dood is. Amerikanen geloven heilig in die wederopstanding, maar in dat geloof kan natuurlijk alleen maar volhard worden door het wegdrukken van de angst en realiteit van de dood. Maar een keer per jaar, net als de burgerlijke zottigheid tijdens Carnaval, is er die ontlading. Met Halloween hangen er in heel Amerika spoken aan de bomen, worden huizen ondergespoten met kunstmatig spinnenweb, en staan er oranje gekerfde pompoenen met helsverlichte ogen en tanden op de deurtrap en in het raam van elk huis.

Foto: photosan0 (cc)

Loslippige Limburgers en een stukkie duiding

ANALYSE - De raadsvergadering waarin Jos van Rey terugtrad als wethouder had maar vijf minuten hoeven duren. Waarom werd er dan toch een uur gedebatteerd? Mentko Nap, docent staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, ontleedt de situatie.

In een inderhaast belegde gemeenteraadsvergadering heeft de Roermondse wethouder Van Rey afgelopen maandag 22 oktober bekend gemaakt per onmiddellijk terug te treden. Voor hem en de overige betrokkenen is het een persoonlijk drama, dat uiteindelijk zelfs tot de val van het college heeft geleid.

Voor staatsrechtbeoefenaren bevat deze kwestie enkele interessante open eindjes. Ik laat de terugtrekbeweging van de VVD even buiten beschouwing en beperk me tot de loslippige Limburgers.

Hoofdrolspelers in het drama

Wie zijn de hoofdrolspelers in deze tragedie? Allereerst is er wethouder Van Rey (VVD), die eerder als adviseur werd toegevoegd aan de Roermondse vertrouwenscommissie. Die commissie was belast met het opstellen van een voordracht voor de benoeming van een nieuwe burgemeester. Van Rey wordt er van beschuldigd geheime informatie te hebben doorgespeeld aan (ten minste) één van de sollicitanten. Dan is er het raadslid mevrouw Smitsmans (GroenLinks). Zij was lid van de vertrouwenscommissie en is maandagmiddag door rechercheurs van de rijksrecherche gehoord over haar ervaringen daarmee. Ten slotte de scheidend burgemeester Van Beers (CDA), die in 2007 benoemd werd als burgemeester van de fusiegemeente Roermond maar ook voordien al met de ketting op de borstkas liep.

Foto: Talk Radio News Service (cc)

Romney mocht niet met zwarten omgaan

COLUMN - Hoe kijken Amerikanen in Nederland naar de presidentsverkiezingen aldaar? De komieken van Boom Chicago in Amsterdam werpen hun licht op Obama, Romney en alles daaromheen in een serie gastblogs. Vandaag in aflevering 2: Mitt Romney en zijn Mormoonse achtergrond.

Reading today’s news is tough for Obama supporters like me. Gallup polls have Romney ahead of Obama by two percentage points among likely voters.  Election Day is less than a month away and the idea of a Romney victory gives me the shivers.

So, I thought now is as good a time as any to bring up something about Mitt Romney that nobody is talking about; something that bothers me.

Mitt Romney is a Mormon.

Not just a Mormon, actually. He’s a Mormon Bishop. He baptized people. He hired priests. And, because he’s Mitt Romney, he probably fired them as well.

I don’t have anything against religion. I grew up in a religious family, and, to be honest, I rather enjoy going to church.

No, my beef isn’t with Religion. It’s with Mormons and their history with black people. Did you know that before 1978, Mormons weren’t supposed to “associate with black people”?

Vorige Volgende