G. Drios

52 Artikelen
4 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De fingerstyle van Tommy Emmanuel

Hij was sprankelend als altijd. Komt de bühne op en speelt de sterren van de hemel alsof het niets is. Op 22 januari gaf Tommy Emmanuel een concert voor een groot publiek in de Rijswijkse Schouwburg.

Wie kent Tommy Emmanuel, deze inmiddels al wat oudere Australiër? Nou, het zijn er in ieder geval genoeg om steeds weer grote zalen te vullen, dat bleek. Maar zijn muziek is nu niet bepaald mainstream, het is fingerstyle-gitaar en dat is een nogal specialistisch genre. Het is tokkelen op de akoestische gitaar en dan meestal zonder erbij te zingen. Het gitaarspel is daarbij artistiek en technisch vaak heel moeilijk, veel moeilijker dan wat bijvoorbeeld de meeste singer-songwriters zoal op de gitaar doen. Verder is het muziek die op een Westerngitaar wordt gespeeld, een gitaar met stalen snaren, en niet op een klassieke gitaar, met snaren van nylon.

Klassieken voor de fingerstyle gitaristen zijn bijvoorbeeld Blues-muzikanten als Blind Blake of Reverend Gary Davis. Zij hebben weliswaar meestal wel gezongen, maar hun gitaarspel was zeer virtuoos. Reverend Gary Davis zei dat het idee is om de gitaar te spelen alsof het een piano is, waarbij duim en vingers van de rechterhand van de gitarist de rol van respectievelijk de linker- en de rechterhand van de pianist spelen. De duim speelt de begeleiding op de lage snaren en de vingers spelen tegelijkertijd de melodie op de hoge snaren van de gitaar. Ragtime, van oorsprong dus piano-muziek, is dan ook een zeer geliefde muziekrichting onder fingerstyle-gitaristen. Verder komen invloeden ook bijvoorbeeld uit de Britse Folk of Country.  Voor Tommy Emmanuel was Chet Atkins bijzonder invloedrijk.

Foto: copyright ok. Gecheckt 25-10-2022

Freiheit für Wilfried!

Deel 1

Het is nu allemaal mis en het zal misschien nooit meer goedkomen en ik ben bang dat het door mij komt. Het is allemaal mijn schuld, ik heb het gedaan. Het was geen kwade bedoeling van mij, dat niet. Onachtzaamheid misschien, maar dan ook maar heel kort, vijf seconden of zo. Dat het allemaal zo uit de hand zou gaan lopen, kon ik toen echt niet weten.

Het begon toen ik lang geleden met een aantal vrienden op Interrail door Europa trok. Op een ochtend, ik sliep nog half, had ik plotseling een visioen. Een stem zei tegen mij: “Een goede naam voor je slaapzak is Robert.” Het was heel wonderlijk.

Later dacht ik een keer terug aan deze ingeving. Dat deed ik tijdens een overpeinzing over originaliteit in de muziek of meer algemeen over het echte in kunst en cultuur, want ik had het idee dat mijn Robert-visioen, hoe vreemd ook, ook op de een of andere manier echt was. Misschien zoals het lied John Brown’s Body, dat kennelijk in een droom is ontstaan, als het verhaal klopt tenminste.

Het is altijd een probleem om te beoordelen of een kunstvoorwerp echt is of namaak. Het televisieprogramma Tussen kunst en kitsch leeft daar bijvoorbeeld al jaren van. Zelfs voor doorgewinterde vakkundigen is het vaak heel moeilijk te zeggen en dan klopt het ook niet altijd. Zo dachten zij bijvoorbeeld heel lang dat het schilderij De man met de gouden helm van Rembrandt was, maar dat is het kennelijk toch niet.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Verhalen van de werkvloer

Vaak hoor ik van anderen wat voor interessant, leuk en vooral ook belangrijk werk zij doen, maar dat hoeft dan nog niet te kloppen. Mijn eigen ervaring, en wie weet de ervaring van vele anderen ook, is dat het op de werkvloer vaak zo leuk nou ook weer niet is. Daarover gaat ook het volgende korte verhaal, Fritsie:

Ik werd naar de baas geroepen.

“Wij hebben een nieuwe opdracht voor je. Wij sturen je naar het oostfront.”

“Het oostfront? …”

Ik kwam bij het bedrijf Reet ICT in de tijd van het gevreesde millenniumoffensief. Toen hadden ze heel veel mensen nodig. Naar het oostfront wou natuurlijk niemand en daarom namen zij mij. Ik had net een korte opleiding achter de rug en daar kon ik mij nu bewijzen, of sneuvelen natuurlijk. Ik sneuvelde uiteraard vrijwel meteen, maar daarover straks meer.

Het oostfront was voor mij de stad Saai in het gebied De begraven hond. De baas vertelde mij dat de plaats zo ver weg was dat ik door de week in een hotel moest overnachten.

“Ja, maar ik heb ook een privéleven en hobby’s….”

“Maakt niet uit. Jij moet dat gewoon doen.”

Zo werd ik dan gestationeerd in hotel Van der Walg in Saai. Ik arriveerde op zondagavond en ging meteen slapen. De volgende dag begon met ontbijt in het hotel tussen allemaal Telegraaf-lezers, met goedkope stropdassen om, die geen notitie van me namen. Dan op weg naar het front: een groot kantoorgebouw.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wat kost een Duitser?

Staatssecretaris Zijlstra heeft een analyse aangekondigd over kosten en baten van buitenlandse studenten, de kranten en vakbladen staan er vol van. Opmerkelijk is alleen dat dit onderzoek er nog helemaal niet is. Pas nu in voorjaar 2012 mogen wij het verwachten. Voor vele punten is het daarom nu eigenlijk nog te vroeg en daarom zal ik er later op terugkomen. Toch kan ik ook nu al enkele onderwerpen aan de orde stellen, onderwerpen die vaak over het hoofd worden gezien en die een onzindiscussie kunnen voorkomen.

Vooral in de grensstreken studeren veel buitenlanders, met name Duitsers, aan Nederlandse universiteiten en hogescholen en dat kost de overheid geld, ondanks het studiegeld dat de studenten zelf betalen. Het schijnt dat het om zo’n € 6.000 extra per jaar en per student gaat. Het schijnt verder dat dit een bedrag is dat de Nederlandse overheid voor elke Duitse student niet aan de student zelf, maar aan de Nederlandse universiteiten en hogescholen betaalt. De student zelf ziet er niets van. Hij betaalt alleen zo’n € 1.700 studiegeld per jaar en voor de rest moet hij maar zien hoe hij rondkomt.

Interessant wordt het waar het niet om de kosten, maar om de baten gaat, want daar is de situatie heel onduidelijk. Aan de ene kant zou een standpunt kunnen zijn dat de baten nul zijn. Studenten komen hier maar een paar jaar luieren en op het moment dat zij er iets voor terug moeten doen, namelijk werken en belasting betalen, zijn ze alweer naar het buitenland vertrokken. Dat de meeste Duitse studenten na afloop van hun studie Nederland weer verlaten, schijnt op dit moment inderdaad ook echt zo te zijn.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Het vitaliteitspakket – of om moe van te worden?

In 2012 begint de invoering van het nieuwe vitaliteitspakket’. Er komt een werkbonus voor 61-plussers, de mogelijkheid voor vitaliteitssparen wordt gecreëerd en bijscholing wordt extra gestimuleerd. Dat klinkt op het eerste gezicht goed, maar het vitaliteitspakket betekent vooral bezuinigingen op bestaande regelingen die veel gunstiger zijn.

Het vitaliteitspakket betekent namelijk het einde van vier regelingen, spaarloon, levensloop, hogere fiscale arbeidskorting voor ouderen en doorwerkbonus. Spaarloon was eigenlijk toch al op sterven na dood en zo vervangt dan het vitaliteitssparen eigenlijk de levensloopregeling en vervangt de werkbonus zowel de doorwerkbonus als ook de hogere arbeidskorting voor oudere werknemers. Het enige wat overblijft is  de extra stimulering voor scholing door een verlaging van de drempel voor fiscale aftrekbaarheid. Een snoepje voor iedereen die een keer op eigen kosten een cursus of een studie wil volgen.

Het belangrijkste verschil tussen vitaliteitssparen en levensloop is de omvang. Terwijl de levensloopregeling een maximum kent van 210% van het jaarsalaris, bij het modale inkomen van € 33.000 bruto per jaar dus € 69.300, is het maximum bij het vitaliteitssparen nog maar €20.000. Voor iedereen met een jaarsalaris van meer dan ongeveer € 10.000 bruto is dat dus een versobering en die bedraagt voor het modale inkomen ook alweer € 49.300 aan ruimte voor fiscaal aftrekbaar sparen. In dat geval blijft van de oude levensloopregeling dus minder dan een derde over.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-11-2022

Hoe is het eigenlijk met Herman Heinsbroek?

Lang hebben wij niets van Herman Heinsbroek gehoord. Slechts zo nu en dan doet deze nummer 160 van De Quote 500 nog politieke uitspraken. Zo heeft hij recentelijk een weblog geopend met een artikel over de eurocrisis. Ik dacht eerst dat het van iemand anders was die toevallig dezelfde naam heeft, maar nee, hij is het toch echt zelf, want op Twitter verwijst hij ook naar deze weblog en daar staat ook een foto bij.

Hij schrijft: “Hoe meer je afzakt naar het zuiden, hoe anders de mensen leven. Het zaken doen wordt schimmiger, het zwart geld circuit is gigantisch en de belasting ontduiken een nationale sport. Die cultuur kenmerkt ook de overheden: Weinig begrotingsdiscipline, belastingen worden slecht geïnd en zelfs corruptie is geen uitzondering. Geloof me, ik heb er overal bedrijven gehad.”

Wat voor schimmige zaken zou hij daar zelf hebben gedaan? Wij weten het niet, maar daar gaat het ook niet over. Waar het wel over gaat is dat Griekenland, het land met de hoogste schulden, uit de euro moet stappen omdat anders de brand overslaat naar andere landen in Zuid-Europa, maar ook elders. Er zit niets anders op, want: “Als we dit niet doen is de kans op een sneeuwbaleffect naar Portugal, Ierland, Spanje en Italie veel groter en dan is de beer pas echt los! Wat te denken van Frankrijk, dat land is economisch ook niet zo sterk en kent geen pensioenfondsen. Die moeten de snel aankomende vergrijzing gaan betalen uit de lopende rekening! Ook daar zijn overigens volgend jaar verkiezingen.”

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Spraakmakend of nietszeggend design

De zoveelste storm in een glas water in het programma De Wereld Draait Door ging over een nieuw project van Studio Job. Het ook internationaal zeer succesvolle ontwerpersduo Job Smeets en Nynke Tynagel had zijn ideeën uitgewerkt in opdracht van een steenrijke verzamelaar voor een ontwerp van een hek rond zijn landgoed. Dit ontwerp zorgde nogal voor opschudding omdat het deed denken aan een hek rond een concentratiekamp. Kon dat zomaar? Ging dat niet een beetje te ver? Worden mensen daar niet onnodig door gekwetst?

Een soortgelijk idee heeft Studio Job ook verwerkt in een tafelkleed voor de Job Lounge in het Groninger Museum. Daar stond eveneens een versiering op die aan concentratiekampen deed denken en die het Groninger Museum deed beslissen dit kleed niet in de Job Lounge te willen hebben.

Op 6 december mochten Job en Nynke het allemaal komen uitleggen:

Hun verweer was onder meer de vrijheid van de kunst. In de kunst mag alles, waarom dan niet in het design?

Het onderwerp was zo controversieel dat Job op 7 december nog een keer mocht komen opdraven, deze keer zonder Nynke en met bril op:

Ik vind er eigenlijk twee dingen van, éénn over design in het algemeen en één over dit specifieke project van Studio Job.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het H-woord en het niet bestaande probleem

Over zin en onzin van de hypotheekrenteaftrek werd in het verleden al veel gesproken. Een belangrijk punt is dat deze maximaal kan worden benut door aflossingsvrije hypotheken af te sluiten. Aflossingsvrij betekent daarbij niet dat de hypotheek nooit wordt afgelost, alleen dat de aflossing niet geleidelijk plaats vindt, maar in een keer voor 100% op het einde van de looptijd, na maximaal 30 jaar. Dan moet het geld er wel zijn. In tijden van dalende huizenprijzen ontstaan in dit verband nu extra risico’s en dat is vermoedelijk de reden dat hypotheken voortaan nog maar voor maximaal de helft aflossingsvrij mogen zijn.

Opvallend is dat zich nu ook De Nederlandse Bank (DNB) zich met dit fiscale vraagstuk bemoeit door een voorstel om nu ook de hypotheekrenteaftrek te verlagen. Dit voorstel laat echter vele vragen onbeantwoord. De voornaamste is waarom het volgens DNB niet goed genoeg is om naast een aflossingsvrije hypotheek voldoende geld bij te sparen om op het einde van de looptijd de hypotheek te kunnen aflossen. Niemand komt toch graag in de schuldsanering terecht en is dat niet als prikkel genoeg? Misschien, maar misschien ook niet. En de banken dan? Zorgen die niet zelf al voor voldoende zekerheid? Het nemen van risico’s en het beperken daarvan door zekerheden te vragen hoort bij banken toch tot de orde van de dag. Banken hebben nooit anders gedaan. Was het niet zelfs het probleem dat de banken op dit moment te weinig leningen verstrekken en niet teveel?

Foto: Foto Flickr - Mich Leenmans

Crossing Border 2011

Afgelopen weekend vond in Den Haag het Crossing Border-festival plaats. Op zaterdag was ik er met vrienden. Ik heb het al eerder kort over dit festival gehad, daarom bij deze een verslag.

Een van de openingsacts was Spinvis. Ik voel altijd met Spinvis mee, want hij komt uit Nieuwegein en daar heb ik zelf ook ooit een paar jaren doorgebracht, dus ik weet hoe dat is. Hij kwam met zijn band het podium op en begon direct te spelen. Veel nummers van de nieuwste plaat “Tot ziens Justine Keller” uiteraard, maar ook andere stukken. Veel tekst, leuke tekst ook.  Een tekst die begint met “Als het goed is, moet ik hier ergens op de gastenlijst staan…”, bevalt me wel. Verder deed het optreden mij erg aan Lou Reed denken. De manier waarop Spinvis het podium op komt, zijn leren jack en hoe hij weinig vertelt tussen de stukken door bijvoorbeeld. Ook hoe hij de tweede gitaar speelt en hoe hij duidelijk de baas is over de rest van de groep, een gitarist/bassist, een multi-instrumentalist, een drummer en celliste Saartje van Camp doet mij aan Lou denken.

Behalve een mooie solo à la Jane Scarpantoni in Venus in Furs op Animal Serenade van Saartje van Camp werden er weinig solo’s gespeeld. Dat is wel een duidelijk verschil met Lou Reed. Sterling Morrison, Robert Quine of Mike Rathke ontbreken gewoon. Er waren wel meerdere gitaristen, maar het waren allemaal tweede gitaren en geen eerste. Inmiddels weet ik dat dit voor veel Sargasso-lezers ook niet echt hoeft en dan maakt het niet uit, maar ik vond het jammer.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

HET

Misschien is het leuk om op mijn laatste twee bijdragen (1 en 2) nu nog een soort synthese te laten volgen. Helaas ben ik een beetje door mijn favoriete favorieten heen en weet ik vandaag alleen een citaat van de Hongaars-Amerikaanse schrijver Steven Vizinczey: “Reading is a very creative activity”. Nou, als lezen dat is, dan is luisteren dat zeker ook. Dat blijkt ook uit jullie reacties op mijn laatste twee bijdragen. Daarin hebben jullie een heel breed spectrum laten zien van wat jullie allemaal aan teksten en solo’s zelf goed vinden en dat vind ik een verrijking van de bijdragen zelf.

Sommigen waren het duidelijk niet eens met mijn stelling dat muziek zonder solo’s niet veel voorstelt en dat begrijp ik ook wel. Eigenlijk luister ik zelf ook vaker dan ik dacht naar muziek zonder solo’s. Ik probeerde die uitspraak ook al een beetje te relativeren, maar dat had misschien nog iets sterker gekund. Het was niet mijn bedoeling om hele muziekrichtingen zomaar bij het grof vuil te zetten, behalve bijvoorbeeld Duitse schlager dan.

Was het niet zo dat met de opkomst van punk en  new wave de solo een beetje had afgedaan? Ook weer niet helemaal overigens:

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zonder solo wordt het niks

Verhalen in de muziek, ik luister er graag naar. Maar er is meer. Er zijn ook instrumentale nummers en ook nummers met lekker lange solo’s. Mijn vuistregel is: zonder solo is het niet veel waard. Dat klopt niet altijd, maar meestal wel. Neem bijvoorbeeld Duitse schlager. De Duitse schlager kent geen solo’s, dus daar klopt het wel. Verder moet natuurlijk ook de solo wel iets voorstellen. Hij hoeft, voor mij dan, beslist niet technisch heel moeilijk te zijn of zo, het is iets anders, moeilijk te omschrijven en misschien ook niet altijd voor iedereen hetzelfde, de solo moet HET hebben. Wie weet wat dat is, snapt het wel en wie niet, kan altijd nog een keer gaan luisteren of gewoon iets anders gaan doen.

Lyrics are lyrics
And a song is a song
But without a solo
You won’t get along
Words can be nice
And words can be fine
But without a solo
You’ll miss the divine

Ik houd me graag aanbevolen voor suggesties voor platen met de favoriete solo’s van de lezers. Hopelijk kan ik dan volgende week weer de platenwinkel gaan plunderen, net zoals ik naar aanleiding van jullie reacties op mijn vorige column heb gedaan.

Mijn absolute favoriet in het instrumentale solo-genre is een stuk van een uur lang dat eind jaren 70 op het Krautrock-label Brain is verschenen en dat nu moeilijk verkrijgbaar is: ‘Solar Music Live’ van de groep Grobschnitt.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Crossing Border – het verhaal in de muziek

Is het boek beter of de film, wij hebben er allemaal een uitgesproken mening over, zeker sinds Kyra dit onderwerp onlangs op Sargasso aan de orde heeft gesteld. Een ding is duidelijk: het zijn twee heel verschillende manieren van verhalen vertellen. Daarnaast zijn er ook nog weer andere manieren en een daarvan heeft tot nu toe weinig aandacht gekregen, namelijk het verhaal in een heel ander genre, de muziek. Het wordt tijd om daar verandering in te brengen, zeker nu  van 16 tot 19 november weer het Crossing Border-festival in Den Haag plaatsvindt, een festival dat zich tot doel stelt de grenzen tussen de verschillende genres te overschrijden.

Veel muziek heeft helemaal geen tekst nodig en vaak is de tekst ook niet zo belangrijk, maar soms wordt in een muziekstuk een heel verhaal verteld dat wel de moeite waard is. Het verschil met een boek of film is volgens mij hoe het wordt geconsumeerd. Bij boeken en films mist de herhaling. Wie een boek of film goed vindt, zal misschien alles meerdere malen lezen of kijken, maar na, laten we zeggen, maximaal zo’n tien keer heb je het dan wel gehad. Bij een verhaal in een muziekstuk is dat anders. Daar moet het verhaal blijven boeien, ook al wordt er 100 keer of vaker naar geluisterd. Het verhaal moet een soort mysterie behouden, een mysterie dat iemand al na de eerste keer luisteren aanvoelt en dat later niet meer gaat verdwijnen. Anders is het zonde van de muziek.

Vorige Volgende