Brief aan Abdullah Gül
Geachte heer Gül,
U heeft aardig wat losgemaakt in Nederland. Door met de Koningin in Limburg te gaan lunchen heeft u politiek Limburg en zelfs Nederland op zijn grondvesten doen trillen. Ik weet niet zo goed of u kunt overzien welk een slachtveld u hier heeft achter gelaten, dus ik zal het even uitleggen.
Ik zal even bij het begin beginnen. Wij hebben in Nederland dus twaalf provincies, die elk hun eigen algemeen bestuur hebben; de Provinciale Staten. De leden van de Provinciale Staten, kiezen vervolgens het dagelijks bestuur; de Gedeputeerde Staten. De gedeputeerden zijn geen lid van de Provinciale Staten, maar wel van een politieke partij. Limburg, de provincie waar we het nu even over gaan hebben, heeft vijf gedeputeerden, waarvan er één lid is van de VVD, twee van het CDA en twee van de PVV. Volgt u het nog? Mooi.
De PVV is de partij van die malle Wilders, u kent hem inmiddels wel. Hij is bang voor iedereen die ten Zuiden of Oosten van Maastricht woont en dus ook voor u. Hij noemde u christen-pester, koerden-mepper, hamas-vriend. En als hij dat vindt, vindt zijn partij dat ook, dus die twee gedeputeerde Limbo’s wilden niet met u lunchen. Totdat ze begrepen dat Koningin Beatrix er ook bij zou zijn (de meeste PVV-ers zijn niet zo snel van begrip), want toen vonden ze u opeens niet meer zo eng en zaten ze aan tafel voordat iemand het in de gaten had.