OPINIE - Het is de natte droom van ieder machtspoliticus: mee kunnen kijken in alle (digitale) communicatie. Het stond al op het verlanglijst van Duitsland en het VK. Australië legde het al daadwerkelijk vast in wetgeving. En nu wil minister Ferd Grapperhaus het ook: via de achterdeur toegang tot allerlei communicatiediensten.
Steevast is het argument dat we de slechteriken – terroristen, criminelen en ander gespuis – moeten kunnen vangen. Dat speelt namelijk goed in op het sentiment van veiligheid. Niemand wil worden opgeblazen. Niemand wil worden beroofd. Niemand wil het slachtoffer worden van een verkrachting. Dus een beetje privacy opofferen kan geen kwaad toch? Het is een effectieve redenering waar veel mensen gevoelig voor zijn en dus makkelijk in meegaan. Het is echter ook een te simplistische redenering.
Doel van encryptie
Het fenomeen encryptie bestaat niet voor niets. Encryptie is bedoeld om informatie uit handen van anderen te houden. Of het nu om het beveiligen van communicatie gaat, het beveiligen van banksystemen of het beveiligen van nucleaire installaties, het doel is altijd hetzelfde: ongewenste indringers buiten de deur houden. Niemand wil de veiligheid daarvan op het spel zetten.
Het klopt dat ook de minder frisse figuren in onze samenleving gebruik maken van beveiligde communicatie. Maar dat is geen reden om de beveiliging dan maar wat te verminderen. Criminelen en terroristen maken ook gebruik van geld, wegen, scholen, bibiotheken en supermarkten. Die schaffen we toch ook niet af?