COLUMN - Ik wil er eigenlijk helemaal niet aan denken. Niet nu. Niet straks. Maar ook niet morgen of volgend jaar. Waarom zou ik er aan moeten of willen denken? Het slaat geheel nergens op. En toch denk ik er aan. Het is gek, maar tegelijkertijd vooral fascinerend. En ik weet zeker dat je, als lezer van deze column, er nu ook aan gaat denken. Of je wilt of niet. Probeer namelijk maar eens níet te denken aan een groen konijn!
En? Is het gelukt? Waarschijnlijk niet. Waarschijnlijk heb je zojuist, net als ik, aan een groen konijn gedacht. En net zo waarschijnlijk is het, dat je er nu wéér aan denkt!
Nu is het denken aan een groen konijn redelijk onschuldig. Maar wat vond je er van, toen je laatst op het station stond, en bedacht wat er zou gebeuren wanneer je op dat moment voor de naderende trein zou stappen? Of toen je die keer boven aan de trap stond, en nadacht over wat je zou voelen wanneer je van boven naar beneden zou springen? Behoorlijk beangstigende gedachten, die zich in een flits aan je kunnen opdringen. Maar geen nood. Je wuift ze weg en gaat weer verder tot de orde van de dag. Het is blijkbaar volkomen normaal om ‘intrusies’ te hebben. Want zo heten deze, enigszins dwangmatige, gedachten.
Wanneer ik op Internet lees over een onderzoek waarin deze zogenaamde intrusies worden beschreven, wordt me duidelijk dat het gaat om onschuldige gedachten. En dat ieder mens deze in min of meerdere mate heeft. Dat is geruststellend.
Gedachten die in verreweg de meeste gevallen geen werkelijkheid zullen worden. Het is een soort evolutionair waarschuwingssysteem, dat ons op deze manier beschermt tegen het aangaan van deze beschreven stommiteiten. Tijdens het hebben van zo’n kort en fatalistisch pop-up moment, wordt in ons brein alles op alles gezet, om datgene juist níet te doen. Het is een functioneel en psychologisch ingebouwd beschermingsmechanisme, dat ons behoedt voor het daadwerkelijk uitvoeren van zo’n potentiële levensbedreigende gedachten.
Mensen die zich echter laten domineren door deze ‘vreemde’ gedachten, zullen juist proberen om ze halsstarrig uit het hoofd te krijgen. Iets wat daarna vanzelf weer zal leiden tot het blijven krijgen van zo’n naargeestig hersenspinsel. Het is namelijk onmogelijk om niet aan iets te denken, wanneer je er niet aan mág denken! Vandaar het groene-konijn-testje, aan het begin van deze column. (Zie je nu trouwens ook die blauwe hond…?)
Dat mensen zich echter vaak schamen voor hun intrusies en er een taboe over bestaat, is ongegrond. Intrusies zorgen dus voor bescherming en helpen je juist het tegenovergestelde te doen, als waar je aan denkt. Wanneer we dat feit nu eens in ons achterhoofd houden en onder een vergrootglas bekijken, zullen we moeten toegeven dat we met z’n allen vooral moeten genieten van onze meest afschuwelijke intrusies. Ze helpen ons de wereld geordend en veilig te houden en misstanden te voorkomen, op welk gebied dan ook. Daarnaast prikkelen ze onze bezorgdheid en ons verantwoordelijkheidsgevoel. De wereld en ons eigen leven zullen er beter van worden. En ik ben er van overtuigd: daar kan geen geforceerd bedacht groen konijn of dwangmatig opgedrongen blauwe hond tegenop!
Volg Pascal Cuijpers op Twitter.
Reacties (2)
Nuttig? prima! Ervan genieten? Gaat me weer iets te ver.
Het is alleen verdomd lastig als je ze voortdurend hebt, bijvoorbeeld over financieel falen of ernstige ziekte. Daar hoor ik verbazend vaak over bij anderen en zelf ben ik er ook niet geheel vreemd van. Aandacht geven is mijn devies, dus niet verdringen. Praat er ook over.