Wonderlijk Palmyra

Foto: Schilderij 'Gezicht op de ruïnes van Palmyra' van Gerard Hofstede van Essen, 1693 copyright ok. Gecheckt 17-03-2022

Museum De Waag in Deventer staat in het teken van de eeuwenoude handelsstad Palmyra. In de tentoonstelling ‘Palmyra, stad van duizend zuilen wordt aandacht geschonken aan de Europese pioniers die de ruïnes herontdekten en enkele vondsten die hier zijn gedaan. Tevens is er aandacht voor de ‘linking pin’ tussen Palmyra en Deventer: de zeventiende-eeuwse politicus en geleerde Gisbert Cuper.

Een welvarende handelsstad

Alleen wie totaal geen aandacht heeft voor de strijd tegen IS kan het zijn ontgaan dat Palmyra ligt in Syrië. Ooit vormde de oase een bufferzone tussen het Romeinse en het Parthische Rijk. Een veilige tussenstop op de zijderoute, waar een warmwaterbron het leven aangenaam maakte. Als handelsknooppunt kon Palmyra alleen schatrijk worden, zo getuigen onder andere de rijke (graf)monumenten die er zijn teruggevonden.

Gisbert Cuper

In de zeventiende eeuw werden dit soort antieke ruïnes voor het eerst door westerse geleerden verkend. Leden van de elite beleefden er plezier in zulke onbekende werelden in kaart te brengen. Tevens werden talloze curiosa verzameld, getoond en besproken met gelijkgestemden.

Een van deze hobbyisten was Gisbert Cuper, geboren in 1644 in het Duitse Hemmen als lid van de gegoede burgerij. Gisbert werd aanvankelijk thuis onderwezen en vervolgde zijn studies in Nijmegen waar hij, conform de tijd, de klassieken met de paplepel kreeg ingegoten.

Gisbert Cuper en Aleida van Suchtelen. Geschilderd door Jan de Baen in 1680

In 1665 schreef de getalenteerde Gisbert zich in bij de Universiteit van Leiden, waar hij filologie studeerde. Ter afsluiting van zijn opleiding in 1667 maakte hij een tour door Frankrijk en Italië, maar hij moest voortijdig terugkeren naar Nederland wegens zijn benoeming tot hoogleraar in de geschiedenis aan het Athenaeum Illustre in Deventer. Drie jaar later zou hij daar ook rector worden.

In de tussentijd was Gisbert in 1670 met Aleida van Suchtelen getrouwd, een telg uit een Deventerse burgemeestersfamilie. Met zulke connecties werd ook Gisbert zelf burgemeester, voor het eerst in 1674. In 1681 werd hij gedeputeerde van de Staten-Generaal en in Den Haag leerde hij Nicolaes Witsen kennen, eveneens gedeputeerde van de Staten Generaal. De mannen zouden 33 jaar lang corresponderen.

Een verzameling brieven waar je ‘u’ tegen zegt

Naast diplomaat, hoogleraar en burgemeester was Gisbert Cuper een wetenschapper in hart en nieren. Zijn eerste werk werd in 1670 gedrukt en betrof een verzameling opmerkingen over klassieke auteurs, munten en inscripties. Andere publicaties van gingen over onderwerpen als de Egyptische god Harpocrates en Romeinse grafmonumenten en inscripties in Brabant en Gelre.

Gisbert is echter vooral bekend om zijn uitgebreide correspondentie met onder andere diplomaten, geleerden en vrienden. Hij bewaarde zowel zijn eigen brieven als de antwoorden en zorgde ervoor dat ze ook werden gedrukt. Iedereen mocht delen in deze geleerdheid. Deze collectie, die onder andere wordt bewaard in de Koninklijke Bibliotheek van Den Haag, bestaat uit maar liefst 146 banden, ofwel ruim zeven meter aan kastruimte.

Het schilderij van Gerard Hofstede van Essen

Naast schrijver was Gisbert ook een fervent verzamelaar van munten en boeken. In 1693 kreeg hij echter iets anders in zijn bezit via een goede contact in Aleppo. Hier had de schilder Gerard Hofstede van Essen net een ruim vier meter breed schilderij afgeleverd met als onderwerp en titel ‘Gezicht op de ruïnes van Palmyra’.

Schilderij ‘Gezicht op de ruïnes van Palmyra’ van Gerard Hofstede van Essen, 1693

Het werk is gebaseerd op schetsen die Hofstede ter plaatse had gemaakt. Derhalve klopt het aangezicht op de ruïnes, vanuit noordoostelijke richting, niet helemaal met de werkelijkheid. Op het schilderij zijn onder andere de tempel van Bel, de colonnade langs de decumanus (een van de hoofdaders van het Romeinse stratenplan) en een Arabisch fort te zien. De schilder heeft ook zichzelf vereeuwigd – op de voorgrond – wijzend naar zijn eigen signatuur.

De schilder Gerard Hofstede van Essen die naar zijn signatuur wijst

Het schilderij werd bij Gisbert in de hal van zijn woning in Deventer gehangen en voor een ieder die het zag, was het een eerste kennismaking met de stad Palmyra. Na de dood van Gisbert ging het schilderij over naar verzamelaar Gerard van Papenbroeck die het op zijn beurt schonk aan het Amsterdamse Athenaeum Illustre. Het werk behoort nu tot de Bijzondere Collecties van de UvA, maar is tot en met 12 maart 2017 te bewonderen in De Waag in Deventer. Tevens kunnen bezoekers kennismaken Gisbert Cupers wetenschappelijke verhandelingen, brieven en persoonlijke objecten.

Wonderlijk Palmyra

Replica van een grafsteen uit Palmyra. Het origineel is te zien in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden

De tentoonstelling ‘Palmyra, stad van duizend zuilen’, staat niet alleen in het teken van Gisbert Cuper. Op een andere verdieping is op de grond een plattegrond gemaakt van Palmyra en haar belangrijkste bezienswaardigheden. Boven deze sites rijzen informatieboxen met foto’s en informatie over de vondsten en vinders, zoals de Britse archeologe Gertrude Bell (1868-1926), de Deen Harald Ingholt (1896-1985) en de onlangs vermoorde Khaled el-Asaad. Wat deze pioniers boven en onder het Syrische zand vonden, was wonderbaarlijk en in het Oude Testament wordt Palmyra dan ook Tadmor genoemd wat ‘wonder’ of ‘mirakel’ betekent.

Een van de topstukken is een 3D-print in zandsteen van een grafportret van twee vrouwen waarvan het origineel in het Rijksmuseum van Oudheden is te zien. Het is één van de circa 2600 grafportretten uit de oasestad en dateert uit de vroege derde eeuw n.Chr. Typerend is de oosterse wijze waarop de vrouwen zijn vastgelegd in tegenstelling tot de meer Grieks-Romeinse houding die de mannen aannemen. Palmyra was dan ook een plek waar oost en west versmolten; een fenomeen dat hedendaagse archeologen bezighoudt.

Blik op de toekomst

Alvorens de objecten op de eerste en tweede etage te bewonderen, worden bezoekers eerst op de hoogte gesteld van de huidige situatie in Palmyra. Sinds 2015 hebben IS-strijders (met een tussenpoos van circa acht maanden) Palmyra in handen en zijn er talloze vernielingen aangericht. De tempels van Bel en Baal-Shamin, de prachtige triomfboog aan het begin van de decumanus en de grafmonumenten in de necropolis zijn verwoest. Volgens de laatste berichten is ook het tetrapylon (het Romeinse equivalent van een rotonde) tot ontploffing gebracht en is het Romeinse theater zwaar beschadigd. Om maar te zwijgen over de mensen die hier op gruwelijke wijze zijn geëxecuteerd. Hoe de toekomst van Palmyra er uit zal zien, is niet te zeggen en we kunnen alleen maar hopen dat deze bijzondere oasestad geen fata morgana wordt.

Het Tetrapylon dat onlangs werd verwoest door IS

Reacties (1)

#1 Michel

Dank je, heel interessant, maar ook zorgwekkend. Ik had al gehoord van de ramp die zich daar voltrekt. Eerst Afghanistan, daarna Irak en nu dit. Khaled el-Asaad is voor gestorven.