Op dit uitzonderlijke tijdtip een extra verkiezingsaflevering van Kunst op Zondag. Het zal voor weinig kiezers doorslaggevend zijn wat politieke partijen te zeggen hebben over kunst. Voor de twijfelaars die nog op zoek zijn naar een programmapuntje dat de doorslag kan geven voor hun stemkeuze, zet Kunst op Zondag (late nacht editie) de kunstparagrafen op een rij.
In veel gevallen hebben de partrijen een “kunst en cultuur” paragraaf, waaronder ook het mediabeleid en soms sport en wetenschap valt. We beperken ons tot de teksten die alleen over beeldende kunsten, dans, toneel en muziek gaan.
Wie kunst absoluut niet van belang vindt, moet bij 50Plus, de Anti Europa Partij, de Libertarische Partij, Nederland Lokaal, Partij NXD, de SGP, de SOPN of de PVV zijn. Al deze partijen vermelden helemaal niets over kunst. Pardon, de PVV heeft drie woorden aan de kunsten gewijd: “Einde aan kunstsubsidies”.
Wat zeggen de overige dertien partijen? Op alfabetische volgorde van partijnamen citeren we uit de verkiezingsprogramma’s. Hoewel, als we ‘cultureel ondernemerschap’ en ‘cultureel erfgoed’ noemen, hebben we alle programma’s wel genoeg samengevat. Maar goed, laten we eens kijken wat de nuanceringen zijn.
Het CDA (pagina 21 van het programma) koppelt kunst en cultuur aan pluriformiteit en identiteit. Kunst- en cultuurinstellingen moeten “goed geworteld zijn in de samenleving, breder publiek aantrekken, nieuwe groepen aanspreken en meer eigen inkomsten genereren”.
Aandacht voor talentontwikkeling is nodig om het evenwicht in deze keten van voorzieningen te garanderen. Het cultureel en religieus erfgoed moet breed toegankelijk zijn en bijdragen aan identiteit en innovatie. Het CDA wil cultureel ondernemerschap en kunstproductie in eigen land bevorderen door in te zetten op alternatieve bronnen van financiering.
De ChristenUnie (hoofdstuk 1.1.4) merkt op dat cultureel ondernemerschap niet uitsluitend als instrument voor bezuinigingen mag worden gezien: “Bij volledige ‘vermarkting’ van de culturele sector, zal het meer bijzondere culturele aanbod verdwijnen. Het subsidiebeleid zal daarom mede gericht moeten zijn op het in stand houden van een divers aanbod waarin ook voor het bijzondere een plek blijft”. Concreet betekent dat volgens de CU: niet langer tekorten financieren, maar subsidie verstrekken aan producten met maatschappelijke waarde.
De CU ziet de overheid als hoeder van ons materiële en immateriële erfgoed. Bijzondere gebouwen, voorwerpen, tradities en verhalen verdienen bescherming. Kerkgebouwen en industrieel erfgoed uit het recente verleden verdienen meer aandacht in het erfgoedbeleid.
Kunst weerspiegelt de visie van de kunstenaar op de ons omringende wereld, stelt de CU. Kunst kan gewoon mooi zijn, maar kan ook verrassen, mensen uit het vanzelfsprekende trekken en aansporen tot bezinning en reflectie. De overheid past terughoudendheid bij het opstellen van normatieve kaders, maar “godslastering en het aanzetten tot geweld en discriminatie zijn nooit acceptabel”.
D66 lijkt op het eerste gezicht een zeer uitgebreide cultuurparagraaf te hebben, in het programma mooi overzichtelijk gemaakt door middel van aanklikbare links. Bij nader inzien is het niet meer dan een rijtje one-liners, waar wel aardige standpunten tussen zitten.
Lage BTW voor culturele sector, ZZP-startersregeling voor de gehele creatieve sector en goed opdrachtgeverschap, startend met de overheid en het fiscaal vriendelijke instrumentarium uitbreiden dat het voor meer mensen en bedrijven mogelijk maakt zelf in kunst en cultuur te investeren zijn punten waarmee D66 het cultureel ondernemerschap tot bloei denkt te brengen.
D66 wil geld vrij maken om “gericht schade te herstellen die de recente bezuinigingen hebben aangericht in de kweekvijvers van de kunsten”. Het betekent niet meer dan “het redden van een beperkt aantal voor talentontwikkeling cruciale orkesten, productiehuizen en gezelschappen”.
Verder wil D66 het uitlenen van kunstcollecties bevorderen, de kunstexport versterken, kunstarchieven toegankelijker maken en kunstdiefstal bestrijden door een landelijk toegankelijk (digitaal) register voor gestolen kunst en antiek op te zetten.
Het behoud en de bescherming van het cultureel erfgoed denkt D66 mede te financieren door het opzetten van een “erfgoed trust”.
Het DPK (Democratisch Politiek Keerpunt, paragraaf II) ziet ook het cultureel ondernemerschap als een middel tot minder subsidieverstrekking. De partij wil de burgers betrekken bij aanschaf en beheer van kunst en cultuur.
Het DPK wil musea toestaan delen van de collectie te veilen om gaten in begroting te dichten. Voor kunst in de openbare ruimte stelt de partij “crowd‐sourcing” voor: “Indien de helft van de waarde van een te realiseren kunstwerk door de Nederlanders wordt samengebracht is de overheid bereid te kijken hoe dit project mede te realiseren”. Zo denkt het DPK te voorkomen dat er overal kunstwerken worden geplaatst die geen draagvlak hebben onder de bevolking.
GroenLinks (pagina 30 en 31) stel ferm: “Er wordt niet bezuinigd op cultuur en extra geïnvesteerd in het innovatieve kunstaanbod, talentontwikkeling en cultuuronderwijs, alsmede het behoud van erfgoed”.
Verder: een btw-tarief van 6 procent voor podiumkunsten en beeldende kunsten, ook na 2013. Stimulering van de creatieve industrie, onder meer door middel van garantstellingen bij investeringen en in het monumentenbeleid moet ruim aandacht zijn voor het duurzaam herbestemmen van (leegstaand) erfgoed.
In de cultuurparagraaf van LidDem (Liberaal Democraten) wordt uiteraard de marktwerking genoemd, als gezonde prikkel om kwaliteit te leveren, maar “wanneer echter te veel aan de markt wordt overgelaten, leidt dat tot een verarming van de Nederlandse cultuur”. De overheid moet een voorwaardenscheppende en veelal ook opdrachtverstrekkende rol hebben.
LidDem wil meer geld aan onze monumenten en beschermde stads- en dorpsgezicht te besteden.
Mens en Spirit wil meer mogelijkheden voor lokale kunstuitingen (programma, bladzij 43). In het onderwijs wil de partij drama, dans en muziek stimuleren, ook omdat men dat als mogelijkheid ziet om “onhandelbare pubers te veranderen in artistieke talenten en het sociale klimaat op scholen sterk te verbeteren”.
De Piratenpartij beperkt haar visie op de kunsten tot het auteursrecht (paragraaf 5.4). Het combineren, veranderen en remixen van bestaand auteursrechtelijk beschermd materiaal (afgeleid werk) wordt toegestaan, want dat bevordert cultuur, kunst en wetenschap, aldus de Piratenpartij.
Creaties zijn altijd een mix van voorgaande creaties en zijn vaak geïnspireerd of gebaseerd op andere creaties en dat is stimulerend voor cultuur, kunst en wetenschap. Auteursrecht moet daarbij niet belemmerend werken. Wanneer er geen expliciet doel is om met auteursrechten van een ander geld te verdienen, moet het vrij gebruik van informatie voorop staan. Wanneer remixen gebeurt met een commercieel doel, moet dit mogelijk zijn tegen een billijke vergoeding.
De PvdA (programma, pagina 72) wil de BTW-verhoging voor podium- en beeldende kunsten definitief terugdraaien.
Verder: ondersteuning van de Cultuurkaart voor jongeren, het Fonds voor de Podiumkunsten en cultuur- educatie en het Jeugdcultuurfonds (ondersteuning kinderen uit gezinnen met lage inkomens).
Kunstenaars die tijdelijk niet in hun eigen inkomen kunnen voorzien, kunnen een beroep doen op het Bijstandsbesluit Zelfstandigen. Cultureel ondernemerschap ontwikkelen door vraaggestuurde financiering, bijvoorbeeld ‘crowdfunding’, geldinzameling via netwerken van burgers.
Gesubsidieerde culturele instellingen gebruiken de code culturele diversiteit.
Om het culturele imago van Nederland over de grens wil de PvdA een strakkere regie op het internationale cultuurbeleid.
En natuurlijk ook het erfgoed: Culturele diversiteit en culturele tradities versterken de samenleving en zullen met kracht worden bevorderd.
De Partij voor de Dieren (programma. pagina 34) draait ook de verhoogde BTW terug tot 6 procent, ook voor de podiumkunsten.
Kunst-, literaire en historische archieven moeten worden gedigitaliseerd en gratis toegankelijk zijn. Musea geven minstens één dag in de week gratis toegang.
De Rijksoverheid bevordert herbestemming van monumenten, sloop van historisch waardevolle panden dient voorkomen te worden. De overheid stimuleert gemeenten om cultuurhistorische en archeologische waardekaarten op te stellen.
De Partij van de Toekomst is kort over kunst: De overheid heeft tot taak zich in te zetten voor het behoud van cultuur. Dit kan onder privaat bezit en beheer worden gesteld.
Gemeenten ontwikkelen bijzondere aandacht voor het bevorderen van taal, cultuur en kunst. Burgers en bedrijven worden in de gelegenheid gesteld via een 10% belastingkorting cultuur te ondersteunen.
Ook de SP (hoofdstuk 13, pagina 55) wil de BTW op kunst en cultuur verlagen naar zes procent. Gesubsidieerde musea horen minstens één dag per week gratis toegankelijk te zijn.
Concertbezoekers gaan we wettelijk beschermen tegen het opdrijven van de prijzen van tickets voor concerten en evenementen.
Beroepskunstenaars krijgen een eerlijke kans om met hun eigen werk een fatsoenlijk inkomen te verdienen. Hoe dat in zijn werk gaat, heeft de SP vergeten erbij te zetten.
De creatieve sector verdient een plaats in het innovatiebeleid. De overheid vervult een voorbeeldfunctie in cultureel opdrachtgeverschap.
Muziekscholen en fanfares, zangkoren en toneelclubs, poppodia, ateliers voor beeldende kunst en andere kleinschalige creatieve centra zijn de basis voor een breed cultureel leven. De overheid erkent daarom haar verantwoordelijkheid om dit culturele leven levendig te houden en waar nodig beter te ondersteunen.
De Nederlandse film en de Nederlandse popmuziek dienen te worden gestimuleerd. Ook nieuwe media ziet de SP als kansrijke nieuwe mogelijkheden voor kunstenaars.
De SP wil het Metropole Orkest behouden, evenals de diversiteit in orkesten in verschillende provincies.
De VVD (programma, pagina 25) wil minder subsidies voor kunstenaars, meer interactie tussen de culturele sector en de creatieve industrie, culturele instellingen zijn zelf verantwoordelijk om eigen bestaansrecht af te dwingen en aan te tonen, cultuur financieren via sponsoring, fondsen, mecenaat en particuliere bijdragen.
Om cultuurconsumenten bewust te maken van de werkelijke kosten van culturele producten zullen gesubsidieerde instellingen het subsidiebedrag per bezoeker voortaan op het kaartje vermelden.
Musea moeten meer samenwerken of samengevoegd worden.
Goede kunstopleidingen oefenen een grote aantrekkingskracht uit op potentieel talent; talent dat anders vermoedelijk naar het buitenland zou vertrekken, stel de VVD en denkt dat te bereiken door het aantal kunstopleidingen fors terug te brengen. Daarnaast wil de VVD een gelijk speelveld voor de filmindustrie.
Zo, met deze informatie moet kiezen toch geen kunst meer zijn.
Reacties (9)
Gisteren voelde al zo vreemd: een zondag op Sargasso zonder Kunst op Zondag, gelukkig heeft de maandag een prima start.
De aandacht voor de vrijetijdsbesteding kunst in de verkiezingen is sowieso al overdreven. Er staat toch ook niets in de verkiezingsprogramma’s over postzegelverzamelaars en boswandelaars? En hoe zit het met de het gelijke speelveld en de subsidie voor pretparken?
Veel plezier bij de PVV Anton!
Jij stemt waarachijnlijk dus op één van die zeven partijen die niets over kunst vermelden?
Heb je trouwens wel gelezen hoe lovend die andere dertien partijen over de betekenis van kunst voor de samenleving zijn? De VVD: “Kunst en cultuur zijn van waarde voor de Nederlandse samenleving. Er wordt in Nederland veel moois gemaakt, ontworpen en ten toneel gebracht“. En komt vervolgens met een argument dat we alleen tegenkwamen als het ging om bedrijfstalenten: “Goede kunstopleidingen oefenen een grote aantrekkingskracht uit op potentieel talent; talent dat anders vermoedelijk naar het buitenland zou vertrekken“.
Zes partijen (CDA, Pvd, D66, GL, SP en Piratenpartij) vinden dat kunst een belangrijke bijdrage kan leveren aan innovaties en daarmee dus mede goed is voor de economie.
Wel fijn dat je in dit land er anders over mag denken en, als het om dit punt gaat, op een van die zeven partijen mag stemmen die niets met kunst hebben.
SOPN heeft zeker wel woorden aan kunst gewijd. Zie de veelgestelde vragen over het partijprogramma:
Hoe gaat het straks met Kunst en Cultuur wanneer alle subsidies zijn afgeschaft?
Alle kunstenaars en performers (waaronder dans en muziek) krijgen straks een basisinkomen. Zonder zich zorgen te hoeven maken over de vervulling van hun basisbehoeften kunnen deze creërende mensen zich volledig richten op hun expressiekunst. Aan de daaruit resulterende producten en diensten kunnen nog steeds prijskaartjes worden gehangen, waarmee onkosten vergoed kunnen worden. Het geld wat dan overblijft, kan vervolgens dienen als aanvullend inkomen (na aftrek van 25% belasting).
Fijn, maar in het programma zelf staat dus niets over de kunsten. Misschien kan de SOPN het aanpassen en met versie 4 komen?
Over D66: “Bij nader inzien is het niet meer dan een rijtje one-liners”
Zo te zien zijn alle programma’s een verzameling one-liners. Waarom wordt dit alleen bij D66 zo benoemd? Er lijkt me trouwens niks mis met een programma in de vorm van een opsomming. Als je over elk punt een essay schrijft wordt een programma een boekwerk.
Maar wat Cokema over het hoofd heeft gezien is dat bij D66 cultuur is teruggebracht tot wat je aan de muur kunt hangen. De invloed van de veilingmeester? Podiumkunsten zijn afgeserveerd, in tegenstelling tot bij bijvoorbeeld de SP en PvdA.
Over die ‘one-liners’: klopt wat je zegt bij nog wat partijen. Naar mijn mening zijn de uitzonderingen de PvdA, de SP en de CU en in enige mate het CDA.
D66 wil ook wat pdiumkunsten redden, dus gaat het de partij niet alleen om ‘kunst aan de muur”.
Om cultuurconsumenten bewust te maken van de werkelijke kosten van culturele producten zullen gesubsidieerde instellingen het subsidiebedrag per bezoeker voortaan op het kaartje vermelden. zegt de VVD. Dus vermeldt men daarop ook het nieuwe (onder ‘huidig’ kabinet ingevoerd) hoge BTW gedeelte?