Van gezond eten en veel bewegen tot inleidingen en keizersneden: de zwangere vrouw moet alles uit de kast halen om de baby veilig ter wereld te brengen. Van de vrouw zelf wordt verwacht dat ze alles maar ondergaat en daarbij vooral niet te veel weerstand biedt. Ook in onderzoek naar zwangerschap lijkt het belang van de vrouw vaak ondergeschikt aan dat van de baby. Hoe voorkomen we dat vrouwen slechts als omhulsels van het kind worden gezien?
Die vraag stond centraal tijdens de avond Baas over eigen Buik? met wetenschapssocioloog prof. Trudy Dehue (RUG) en verloskundige prof. Ank de Jonge (Amsterdam UMC). Dehue vertelde over de geschiedenis van het bestuderen van zwangerschap en wat bleek? Die geschiedenis staat bol van voorbeelden waarbij de zwangere vrouw onjuist of niet wordt weergegeven. Zo ook in onderstaande gravure van Jan van Rymsdyk uit 1774, waar een kind in de baarmoeder staat afgebeeld. “Je ziet de benen van de vrouw nog net als twee koteletten tevoorschijn komen”, vertelt Dehue grappend. Duidelijk is dat de volledige aandacht op het kind staat gericht en dat de zwangere vrouw buiten beeld is gelaten.
[caption id="attachment_349105" align="aligncenter" width="288"] Pregnancy by Jan van Riemsdyk and William Hunter, Public domain, via Wikimedia Commons[/caption]
De vergeten moeder?
Dat de aandacht door de geschiedenis heen vooral naar het kind in ontwikkeling uitging, zien we ook nu nog terug. “Met nieuwe technologie kunnen we bijvoorbeeld signalen van het ontwikkelende hart van het embryo opvangen, waardoor we eerder zijn gaan spreken over een kloppend hartje,” aldus Dehue. Dit beïnvloedt de manier waarop de rol van vrouwen in zwangerschap geportretteerd wordt. “In dit stadium is het embryo nog altijd sterk afhankelijk van de bloedtoevoer van de vrouw en dus ook háár hart, maar er wordt over gesproken alsof dat niet het geval is.” De technologie is bepalend voor hoe zwangerschap bestudeerd wordt en omdat deze methoden gericht zijn op het kind en niet op de vrouw, wordt die laatste nogal eens vergeten in het proces.
Door de toegenomen kennis over zwangerschap, zijn we ons steeds bewuster geworden van de bijkomende gezondheidsrisico’s. Dit voorkomt veel leed, maar wordt soms ook te ver doorgevoerd in de praktijk. “Er wordt nog maar weinig aan het natuurlijke beloop overgelaten en dit gaat vaak ten koste van andere zaken,” aldus De Jonge. Zo wordt er tegenwoordig sneller gekozen om de bevalling bij vrouwen in te leiden, bijvoorbeeld bij een zwangerschap na 41 weken of bij een oudere leeftijd van de moeder. Voor zwangere vrouwen is een inleiding echter niet altijd prettig. Er is onder andere vaker pijnstilling bij nodig, omdat de bevalling langer kan duren. Ook zijn de gezondheidseffecten op lange termijn onbekend.”
De verantwoordelijkheid van zwangerschap
Dehue en De Jonge zijn het daarnaast eens over het hoge verantwoordelijkheidsgevoel dat zwangere vrouwen ervaren als gevolg van de toegenomen kennis. “Zwangere vrouwen weten steeds beter hoe hun individuele keuzes de gezondheid van het kind beïnvloeden,” vertelt De Jonge. Zo is onder andere bekend dat sporten tijdens de zwangerschap een positieve invloed op de ontwikkeling van het kind heeft. Vrouwen ervaren hierdoor een hoge druk om het goed te doen. “Alle gezondheidsproblemen die het kind mogelijk ervaart, kunnen immers het resultaat zijn van haar gedrag. Het lijkt onacceptabel dat er in het zwangerschapsproces sprake kan zijn van domme pech.” Dehue haakt hierop in: “En vrouwen die vervolgens gestrest raken door de druk die zij ervaren, krijgen dan weer de boodschap dat hun stress de gezondheid van het kind aantast.” Zwangerschap is in de loop der tijd veranderd van iets wat je overkwam en wat door de natuur bepaald werd, in een taak met allerlei verplichtingen voor de vrouw.
Een veelgehoord signaal van vrouwen is dat hun omgeving zich ongevraagd bemoeit met de zwangerschap. Veel kennissen delen ervaringen, tips en meer over wat de vrouw in verwachting moet doen en laten. Aan de andere kant: sommige zorgverleners klagen in de media over dat vrouwen zelf te veel controle willen hebben over hoe hun bevalling verloopt en een lijstje van eisen aanleveren om bijvoorbeeld bepaalde medische handelingen al bij voorbaat uit te sluiten. Volgens De Jonge is het juist goed dat vrouwen goed geïnformeerd hun bevalling in gaan en dat er toestemming aan vrouwen gevraagd wordt voor bepaalde handelingen zoals inwendig onderzoek. “Ik heb, zo’n twintig jaar geleden, een tijdje in Engeland gewerkt en daar werd áltijd om toestemming gevraagd voordat een vrouw werd ingeknipt. Eenmaal terug in Nederland wilde ik dit ook invoeren, tot grote verbazing van mijn collega’s. “Maar wat als die vrouw dan ‘nee’ zegt?” In mijn ervaring gebeurt dat eigenlijk nooit. Als je uitlegt dat het nodig is omdat de gezondheid van de baby in gevaar is, is er geen enkele vrouw die een knip weigert.”
De Jonge ziet dat zorgverleners soms worstelen met wat ze medisch gezien zouden aanbevelen en wat de zwangere vrouw graag wil. De aandacht voor de vrouw kan hierbij in het gedrang komen. En de oplossing? “Het is belangrijk dat vrouw en zorgpersoneel de dialoog aangaan over de onderlinge verwachtingen en wensen. Zorgverleners zijn ook mensen en vinden het soms moeilijk om te gaan met het scala aan wensen dat gesteld kan worden door vrouwen in verwachting,” stelt De Jonge. Volgens Dehue verdient de verloskundige zorg meer erkenning. “Het is belangrijk om de expertise van de zorg te waarderen. Bij een bakker mag ik aangeven wat voor brood ik wil en kan ik vragen naar de ingrediënten. Een goede bakker gaat hierover openlijk in gesprek en een goede klant ontkent hierbij niet de expertise van de bakker. Zo zou de relatie tussen de verloskundig expert en de zwangere vrouw ook moeten zijn.”
Dit artikel van Remco Sleiderink verscheen eerder bij Studium Generale Utrecht.