Brief aan Laura Dekker

Beste Laura, Als ik het goed heb begrepen heb jij gisteren je rondje om de wereld voltooid. Je bent dus officieel de jongste persoon die ooit solo rond de wereld heeft gevaren. Gefeliciteerd daarmee. Wat mij betreft ben je echter méér dan dat. Je bent vermoedelijk ook de irritantste persoon die ooit een rondje wereld heeft gedaan. Ik weet het wel, je bent pas zestien. Toen je aan je reis begon was je veertien of vijftien. Dat is precies de reden dat ik me had voorgenomen geen brieven aan je te schrijven. De reden dat ik dat nu toch doe, is dat er een stuk van jouw hand in de Volkskrant verscheen. Dat wil zeggen, een vertaling van wat je zelf op je blog hebt geschreven. En van dat stuk Laura, werd ik echt pischagrijnig. Ik bedacht toen dat als je groot genoeg bent om zulke stukken de wereld in te slingeren, je ook groot genoeg om een brief terug te ontvangen. Bij deze dus. Je schreef onder andere:

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Over boom, boot en de dood

Wat heb je toch een malle mensen die zich druk maken om niks. Dat was een beetje de toon in de media de afgelopen dagen over de Dooie Boom van Anne. Waar een paar jaar geleden nog felle discussies en juridische geschillen werden uitgevochten over de doodzieke kastanje, wordt de ophef van toen – door diezelfde mensen – nu als onzinnig gekrakeel beschouwd. Een boom gaat immers dood, zo weten sinds kort ook commentatoren, deskundologen en stichtingen. En inzicht, ook achteraf, is toch inzicht.

Hoe zou dat straks gaan, als zeilmeisje Laura permanent kopje onder gaat bij de Azoren, aangevaren wordt door een olietanker in de Golf van Aden of van pure vermoeidheid midden op de Pacific van dek kukelt? Hebben we het dan geleerd en weten we dat bij zo’n onderneming de dood nu eenmaal een optie is? Zullen we respectvol de hoed afnemen en zacht praten over de moedige recordpoging en het helaas treurige einde? Natuurlijk niet. Wat er wel gebeurt kan ik u alvast vertellen: de eerste weken van mei 1945 zullen erbij verbleken. Het wordt een bijltjesdag extravaganza.

Hele jeugdzorgorganisaties wordt door het daadkrachtige kabinet direct weggesaneerd, de rechtelijke macht onthoofd en de ouders van Laura worden achtervolgd door woedende meutes, opgehitst door dezelfde commentatoren die nu het dappere ketelbinkie trots aanmoedigen en uitzwaaien “omdat ze haar ding doet”.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.