De oceanen zijn cruciaal voor het welzijn van de mens. Hoe kunnen we bedreigingen als overbevissing en vervuiling tegengaan?
Vanuit de ruimte is de aarde blauw. Twee derde van de aarde bestaat uit oceaan. In plaats van 'planeet aarde' zouden we ook kunnen spreken van 'planeet oceaan'. De oceaan produceert 50% van al onze zuurstof en is alleen daarom al van levensbelang. Maar waarom is het zo moeilijk om koraalsterfte, verzuring, plastic soep of het leegvissen van de oceanen aan te pakken? De oceaan is een niemandsland dat grote schatten herbergt. Toch is het daarmee niet niemands probleem: het internationaal zeerecht en verdragen zijn wel degelijk bindend en er zijn goede voorbeelden van collectieve actie. Zo stellen Carel Drijver (hoofd programma Oceanen en Kusten van het WNF) en prof. dr. Alex Oude Elferink (Internationaal Recht, UU). Hoe kunnen we als burgers, consumenten, vanuit wetenschap en beleid bijdragen en welke nieuwe coalities zijn er nodig?
Mag ik zwemmen?
Carel Drijver hoorde ooit een oude visser vertellen dat die als jonge man de vissen bij wijze van spreken toestemming moest vragen te zwemmen. Vroeger waren er, zo stelde de visser, te veel vissen om even lekker je armen uit te slaan, nu moest hij uren varen voor voldoende vis in zijn netten. Drijver besefte hierdoor de urgentie om iets te doen voor oceanen en kustgebieden. Het belang van de oceanen voor het leven op aarde is duidelijk, het zorgt voor zuurstof en voedsel voor heel veel mensen. Daarbij is 90% van het zeeleven nog niet beschreven. Onder andere voor nieuwe medicijnen is hierop de hoop gevestigd: er komen nu al meer patenten uit de oceaan, dan uit het regenwoud.