De Woo werkt niet – partijen negeren het probleem

De Wet Open Overheid (Woo) zou het openbaren van overheidsdocumenten moeten verbeteren, maar de meeste journalisten zien nauwelijks verbetering. Een onderzoek op initiatief van het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding wijst uit dat slechts zeven procent het vertrouwen heeft dat de overheid een Woo-verzoek zorgvuldig afhandelt.  ‘In theorie heeft het veel toegevoegde waarde. In de praktijk is het een gemankeerd instrument.’ Zo vat een journalist bondig samen hoe zijn beroepsgroep worstelt om overheidsinformatie openbaar te krijgen. Geen prioriteit Woo-expert Roger Vleugels is bijzonder kritisch op Nederlandse bestuurders, hij vindt dat er nog steeds sprake is van een regenteske houding. ‘In mijn juridische praktijk (Wob/Woo/Wiv/Aw/Awb) ben ik in dik 35 jaar tijd niet één ambtenaar, minister of andere bestuurder tegengekomen die ook maar bij benadering weet wat "onafhankelijk onderzoek" is.’ Vleugels adviseerde de Kamer de nieuwe Woo in overeenstemming te brengen met het Verdrag van Tromsø (2009) waarin minimumnormen voor openbaarheid zijn vastgelegd. Nederland was zelf initiatiefnemer van dat Verdrag, maar ratificatie bleef uit. In mei vorig jaar dienden de Kamerleden Dassen en Omtzigt een motie in om dat Verdrag nu eindelijk eens te ratificeren. De minister van Binnenlandse Zaken had de Eerste Kamer al eerder toegezegd daarvoor het nodige onderzoek te gaan doen. De deadline van die toezegging staat nu op 1 juli 2024. Openbaarheid is voor de Nederlandse overheid duidelijk geen prioriteit. De Woo is tot stand gekomen na een jarenlange worsteling van Kamerleden van GroenLinks en D66. Volgens Vleugels hebben burgers te weinig belangstelling voor dit onderwerp. En journalisten haken ook te snel af als ze hun 'scoop' gevonden hebben. Kan er na de verkiezingen op dit punt iets veranderen? Openbaarheid in partijprogramma's Je zou op dit punt toch iets verwachten van dé criticus bij uitstek van de Nederlands overheid, Pieter Omtzigt en zijn Nieuw Sociaal Contract. Vorige week kwam NSC als laatste met een verkiezingsprogramma. Het woord 'openbaarheid' kan ik er niet in vinden. Hervorming van de Woo wordt niet expliciet geëist. Het program pleit er wel voor dat de sancties in en het toezicht op de Wet open overheid (Woo) worden aangescherpt. Verder staat er nog een voor de openbaarheid niet onbelangrijke zin: 'De inlichtingenplicht van artikel 68 Grondwet moet in een wet verankerd worden. De uitzonderingsgrond (belang van de staat) wordt in de wet beperkt.' Dit betreft een plicht van de regering tegenover de Kamer, dus niet tegenover burgers of journalisten. En hoever die beperking zal gaan, weten we natuurlijk nog niet. Het zou tot meer openbaarheid kunnen leiden. Wat zeggen andere partijen over openbaarheid van bestuur en over de Woo? PvdA/Groenlinks pleit in het hoofdstuk 'Een democratie van en voor iedereen' voor 'gedegen bescherming van de onafhankelijke journalistiek', maar het programma wijdt geen woord aan openbaarheid en de niet werkende Woo. De VVD wil een 'open en transparante overheid'. Na vier jaar Rutte ist dit wel een heel irrirtant cliché geworden. Het lijkt alsof de partij geen weet heeft van (of geen oor heeft voor) problemen met de openbaarheid van informatie. Het VVD-program komt niet veel verder dan: 'Om effectieve controle van de overheid te garanderen zorgt de overheid voor goede en open informatievoorziening aan de Tweede Kamer en de samenleving.' In het CDA-program is zelfs zo'n algemene leuze niet te vinden. D66 zoekt 'nieuwe energie voor democratie'. In de paragraaf met de titel 'Controle op de macht' kon ik echter niets vinden over openbaarheid van bestuur. Ook deze initiatiefnemer van de Woo rept in een meer dan 200 pagina's dik programma niet over het noodzakelijke herstel van dit 'gemankeerde instrument'.  'Voor het bestaan van onafhankelijke media is het essentieel dat journalisten veilig en in vrijheid hun werk kunnen doen'. En minder 'njets' krijgen als ze in het belang van burgers bij de overheid aankloppen voor informatie, zou ik er aan willen toevoegen. Volt komt ook op voor een onafhankelijke journalistiek door aandacht te vragen voor wetgeving tegen zogenaamde SLAPP-zaken. Over de Woo zie ik in dit verkiezingsprogramma geen expliciete standpunten. Wel meent Volt dat 'gesprekken en andere communicatie van bewindspersonen, op overheidsapparaten (telefoons en computers) automatisch moeten worden opgeslagen. Chatverkeer moet makkelijk doorzoekbaar zijn, op basis van Europese (strikte) privacystandaarden en andere wettelijke belangen. De Noorse praktijk is hierin het voorbeeld.' 'Overheid moet eigen wetten respecteren' De BBB is de eerste partij waar ik in het verkiezingsprogramma de Woo tegenkom. De overheid moet haar eigen wetten respecteren, schrijft de BBB en 'als de rechter vindt dat aan een Woo-verzoek moet worden voldaan dan voert de overheid dit uit.' Tja, als we dat niet meer mogen verwachten....Ook de Partij voor de Dieren noemt de Woo bij de programmapunten voor een integere overheid: 'De overheid is uiterst terughoudend bij het opleggen van vertrouwelijkheid of geheimhouding. Onderzoeksjournalisten en kritische burgers worden niet langer tegengewerkt maar geholpen om de overheid te controleren. De Wet open overheid (Woo) wordt strikt nageleefd. Dat betekent dat informatie sneller beschikbaar komt en minder informatie mag worden weggelakt.' De SP tenslotte geeft er in 'een van de kortste verkiezingsprogramma's' eveneens blijk van de problemen met de Woo te willen agenderen. 'Alle documenten van de overheid worden openbaar gemaakt,' schrijft de SP 'tenzij er een uitzonderlijke reden is om het geheim te houden. De Wet open overheid wordt binnen de vastgestelde normen uitgevoerd, zodat burgers en journalisten de overheid goed kunnen controleren.' Openbaarheid is in de politiek geen detail en geen vanzelsprekendheid Natuurlijk kunnen de partijen in hun verkiezingsprogramma niet ingaan op alle problemen bij de uitvoering van reeds bestaande wetgeving. Maar openbaarheid van bestuur is bepaald geen detail. Het is een van de pijlers van de democratische rechtsstaat. Wie democratie voorstaat moet er voor zorgen dat het bestuur door de burgers gevolgd kan worden. Daar hebben we in een democratische samenleving een vrije pers voor met journalisten die achter de waan van de dag, mooie woorden, debatten en documenten moeten kunnen zoeken naar alles wat relevant is voor wat er namens ons wordt ondernomen, niet alleen in Den Haag maar ook op alle decentrale niveaus van de overheid. Los van de principiële kanten van openbaarheid van bestuur is het gebrek aan aandacht voor de Woo-problemen onbegrijpelijk als we naar het recente politieke verleden kijken. Alle grote politieke kwesties in de afgelopen jaren, van de Groningse aardbevingen tot en met het toeslagenschandaal, de coronapandemie en de militaire missies elders in de wereld hebben te lijden gehad onder een tekort aan dan wel het achterhouden van informatie uit de kanalen van ministeries en andere overheidsinstanties. De Kamer werd misleid. Journalisten vingen bot. Burgers verloren het vertrouwen in politici die de waarheid verdoezelden. De belofte van transparantie en openheid is nog steeds niet meer dan een loos gebaar. Wie doet er wat aan? [overgenomen van Free Flow of Information]

Foto: Corne Bastiaansen, CC 0, via Wikimedia Commons.

De Gesloten Bestuurscultuur: de erfenis van dertien jaar Rutte?

ACHTERGROND - Door Simon Otjes, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees

Sinds 1 april 2021, gaat het veel over de Nederlandse bestuurscultuur. Een kritiekpunt dat vaak genoemd wordt, is het gesloten karakter van de Nederlandse bestuurscultuur. Geheimhouding staat hierin centraal in plaats van transparantie. Dit wordt vaak gekoppeld aan de persoon van Mark Rutte, de man van de Rutte-doctrine en de verdwenen SMS-jes. Maar is dit realistisch? In welke mate is geheimhouding een dieper onderdeel van de Nederlandse politieke cultuur?

In een recente podcast Het Spel en de Macht spreek ik hierover met jurist Annemarie Drahmann en historica Eleni Braat. Het belang van geheimhouding gaat veel verder terug in Nederland. Het is bovendien een opmerkelijk verschil tussen Nederland en landen waarmee we ons graag vergelijken.

Geheimhouding en Verzuiling

Volgens politicoloog Arend Lijphart is geheimhouding een belangrijk onderdeel van de Nederlandse bestuurscultuur ten tijde van de verzuiling. Deze periode duurde grofweg tussen 1918 en 1967. Verzuilde elites, die verschillende maatschappelijke groepen vertegenwoordigden, moesten tot compromissen komen. Het is voor politici makkelijker om afspraken te maken achter gesloten deuren. Het is gemakkelijker om een uitruil te maken als er geen burgers of journalisten meekijken.

De notie dat het bestuur openbaar zou moeten zijn was niet geworteld in het bestel. De regering zag openbaarheid enkel vanuit de inlichtingenplicht die zij heeft richting de Kamer. Het is belangrijk om daarbij op te merken dat de inlichtingenplicht niet bijzonder sterk in de Grondwet was vastgelegd: het recht om vragen te stellen was een recht van de Kamer als geheel en niet van een individueel lid. Een Kamermeerderheid kon in principe het ondervragen van een minister blokkeren. De Tweede Kamer zette haar middelen om informatie te krijgen überhaupt slechts spaarzaam in.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Roel Wijnants (cc)

De waarde van de Woo moet nog bewezen worden

Vorige maand is de Woo (de Wet open overheid) van kracht geworden. Het is de opvolger van de Wob (Wet openbaar bestuur). De Woo regelt het recht van burgers op informatie van de overheid, lezen we op de site van de Rijksoverheid. ‘Zo krijgt iedereen meer inzicht in het handelen van de overheid,’ staat er. Dat is een belofte die nog waargemaakt moet worden. Het verleden van de openbaarheid van overheidsinformatie stemt ons helaas niet optimistisch. De Nederlandse overheid heeft grote moeite met openheid, alle bezweringen over ’transparantie’ ten spijt. Ik heb er de afgelopen vijftien jaar op Free Flow of Information talloze voorbeelden van gegeven.

De nieuwe wet, die een lange voorgeschiedenis heeft, gaat in tegenstelling tot de vorige uit van de plicht tot actieve openbaarheid van verschillende categorieën informatie – bijvoorbeeld wetten, convenanten en onderzoeksrapporten. Bestuursorganen moeten ervoor zorgen dat deze informatie voor iedereen op één digitale plek vindbaar en doorzoekbaar is. Dit is de website open.overheid.nl. Nu zul je daar niet meteen alles kunnen vinden. De overheid heeft ‘gekozen’ voor een gefaseerde aanpak. Bedoeld wordt: we zijn qua ICT en menskracht niet in staat te voldoen aan wat de wet beoogt.

Geen register

Nieuw is een adviescollege dat naast het geven van gevraagd en ongevraagd advies ook klachten van journalisten kan behandelen. Daarvoor opent het college per 1 september een klachtenloket. Het is een van de weinige verbeteringen voor de openbaarheid van overheidsinformatie. In de procedures en beslistermijnen is er niet veel veranderd ten opzichte van de oude Wob. De reikwijdte van de wet is ietwat opgerekt. Bij de parlementaire behandeling van de wet zijn alsnog bedrijfs- en fabricagegeheimen die het bedrijfsleven verplicht met de overheid deelt uitgesloten van informatieverzoeken. Er is daarnaast geen register verplicht gesteld dat opsomt welke informatie überhaupt beschikbaar is bij de overheid of bij onder de overheid vallende instanties.

Foto: Peter Meuris (cc)

Minister De Jonge overtreedt de wet

COLUMN - De Minister van Volksgezondheid gaat in beroep tegen een recente rechterlijke uitspraak waarin de procedure van het ministerie voor het openbaar maken van documenten is afgewezen. De minister wil de documenten niet een voor een vrijgeven, dat zou te veel tijd kosten. Daarom wil hij op een zelf gekozen moment meerdere aanvragen afhandelen. De wet stelt echter termijnen voor het voldoen aan elk afzonderlijk verzoek tot openbaarmaking. De Jonge gaat in hoger beroep bij de Raad van State.

De Tweede Kamer reageert verontwaardigd op deze stap. “Een hoger beroep kost tijd, geld en vertrouwen van burger en journalistiek in de overheid.” zegt PvdA Kamerlid Arib. Dat vertrouwen wordt volgens de oud-Kamervoorzitter nu geschaad. Ook D66’er Joost Sneller vindt het hoger beroep onverstandig. “De WOB is een recht. Er een soort van voorrecht van maken is niet de goede weg.” Renske Leijten (SP): “Je zou geen regering moeten hebben die zegt: dit kost ons mensen. Een regering moet zeggen: en nu gaan we het regelen!” Arib wijst erop dat er ook honderden communicatieadviseurs werken bij de overheid. Terwijl er geen tijd zou zijn voor het naleven van de WOB, “zie je bewindspersonen overal in bladen met shoots. Daar is kennelijk wel tijd voor.”

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: CC Sargasso

Milieudefensie wil milieubewust wobben

Milieudefensie maakt zich bij monde van woordvoerder Gennamae van Megen zorgen over de toenemende inkt- en papierverspilling bij wob-verzoeken. De zogenaamde Wet Openbaar Bestuur geeft burgers het recht maandenlang genegeerd en aan het lijntje gehouden te worden bij informatieverzoeken bij de overheid.

“Iedereen weet dat de Wet Openbaar Bestuur een lachertje is, maar de overheid maakt het nu wel erg bont. We snappen dat een journalist trollen leuk kan zijn, maar als het enige leesbare woord op een pagina “de”, “het” of “een” is, dan vragen we ons af of je niet beter de pagina gewoon achter kan houden”.

Op z’n minst vraagt de organisatie of de overheid kan overwegen de zwart gemaakte woorden te vervangen door spaties, zodat de inktverspilling afneemt. “Maar dit lost het probleem van papierverspilling natuurlijk niet op”, vervolgt een zichtbaar geëmotioneerde Van Megen.

Vragend naar een definitieve oplossing ziet Milieudefensie ook ruimte: “Veel overheden maken gebruik van de mogelijkheid om het wob-verzoek gewoon te negeren, en sinds een tijdje kan dat ook zonder dat het boetes oplevert”. Het compleet negeren van het verzoek vindt de organisatie ook meer in lijn met de maanden wachten totdat je één of meerdere zwarte a4’tjes in de bus krijgt: “Zo weet iedereen direct waar hij of zij aan toe is. Met een beetje geluk stoppen journalisten dan ook met het indienen van de verzoeken, zodat ook aan die kant de papierverspilling tot een minimum kan worden beperkt. Win-win dus”.

Foto: Minister-president Rutte (cc)

Beren op de weg zetten

OPINIE - Komt er ooit nog een nieuwe wet op de openbaarheid van bestuur?

Jaren geleden hoorde ik deze uitspraak voor het eerst van een ambtenaar: hoeveel beren zijn er nog op deze weg? Oftewel: welke hindernissen gaan we nog tegenkomen om dit plan uit te voeren? De geschiedenis van de initiatiefwet Open Overheid (WOO) laat zien dat ambtenaren ook beren op de weg kunnen zetten om te voorkomen dat plannen doorgaan. De WOO is vijf jaar geleden ingediend door GroenLinks en D66 en uiteindelijk na een aantal wijzigingen vorig jaar in de Tweede Kamer aangenomen. Tegen stemden VVD en CDA, de twee grootste partners van de beoogde nieuwe regeringscoalitie. De wet ligt nu bij de Eerste Kamer en het is zeer de vraag of er daar een meerderheid voor te vinden is. Op verzoek van Minister Plasterk heeft een adviesbureau van de Rijksoverheid twee ‘quick scans’ uitgevoerd om een beeld te krijgen van de te verwachten kosten. De uitkomsten daarvan zijn alarmerend: tientallen, honderden miljoenen vliegen je om de oren als je de bevindingen leest. De Eerste Kamer gaat het nu allemaal nog weer eens grondig onderzoeken en we moeten ook nog rekening houden met een ‘njet’ in het regeerakkoord dat aan alles een einde maakt, want de coalitiepartijen hebben ook daar een krappe meerderheid.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sebastiaan ter Burg (cc)

Openbaarheid van bestuur in de verkiezingsprogramma’s

ANALYSE - Openbaarheid is niet de sterkste kant van de Nederlandse overheid. Met de nieuwe, eigentijdse wetgeving op dit gebied wil het maar niet vlotten. Wat beloven de partijen op dit punt in hun verkiezingsprogramma’s?

In de zomer van 2012 dienden de Kamerleden Voortman (GroenLinks) en Van Weyenberg (D66) een initiatiefwetsontwerp in voor een nieuwe wet op de openbaarheid van bestuur. Het was de voortzetting van een initiatief van voormalig Kamerlid Mariko Peters uit 2011 dat grote bezwaren ontmoette bij toenmalig minister Donner (Rutte I). De nieuwe wet is op 19 april vorig jaar door de Tweede Kamer aangenomen en ligt nu nog steeds bij de Eerste Kamer. Opnieuw stribbelt de regering tegen. Een quick scan over de implicaties van de wet in opdracht van minister Plasterk (Rutte II) voorspelt hoge kosten. “Het ministerie van BZK en de VNG draaien de Wet open overheid (Woo) langzaam maar zeker de nek om”, zeggen gemeenteraadsleden van GroenLinks en D66.

De reserves tegen grotere openbaarheid van bestuur klonken al door in het behoudende advies van de Raad van State bij het initiatiefwetsontwerp. Het bestuur kiest voor zijn eigen belangen (veel werk, hoge kosten, vervelende burgers buiten de deur houden) en niet voor de rechten van burgers. Dat wringt in tijden waarin alle politici braaf hun zorgen uiten over de toenemende onvrede van burgers met de overheid. De politiek zou daar nu wat kunnen aan doen door de burger tegemoet te komen met meer openheid, minder achterkamers en de inzet van meer moderne middelen om verantwoording af te leggen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De geest van Drees

ANALYSE - De verhouding tussen de pers en de overheid is altijd spannend geweest. Openbaarheid blijft een lastig onderwerp voor regeringen en gemeentebesturen. Openheid en transparantie zijn buzz-woorden maar de praktijk laat veel te wensen over. Nieuwe wetgeving laat al jaren op zich wachten.

Onlangs las ik een beschouwing over journalistiek in de jaren vijftig van Paul Koedijk*. Het beeld dat hij schetst geeft te denken over de tegenwoordige tijd. Op het eerste gezicht lijkt het een totaal andere wereld. Wat zestig jaar geleden geheim was moest geheim blijven totdat de minister zei dat er over gesproken kon worden. En wat de minister wel kwijt wilde moest bij voorbaat letterlijk en zo uitgebreid mogelijk geciteerd worden. Over minister-president Drees (foto) schreef een kritische journalist in die tijd: “[Men ontkomt] niet aan de indruk dat dr. Drees alle kranten het liefst zou zien als voorlichtingsorganen.” Voorlichting en p.r., dus communicatie die door de overheid zelf wordt geregisseerd, bloeide op in de jaren vijftig. De pers dreigde geplet te worden  “tussen de hamer en het aambeeld van de geheimzinnigheid en de voorlichting” schrijft Koedijk over deze periode. Of veel journalisten dat toen ook zo gevoeld zullen hebben is de vraag, want hij laat ook zien dat de meeste kranten bijzonder coöperatief waren met hun in politiek opzicht verwante ministers. De journalisten van de grote media verschilden in hun wereldbeeld ook niet zo veel van de politici van verschillende brede coalities na de oorlog. Ze toonden de lezer, luisteraar en kijker een tamelijk eensgezinde interpretatie van het algemeen belang min of meer conform de geest waarin de regering het volk toesprak.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Jim Sage (cc)

Openbaarheid: vertrouwen is goed, maar burgers zijn beter

OPINIE - Geachte voorzitter, geachte leden van de Tweede Kamer, Geachte minister Plasterk, het is te gênant voor woorden dat ik, een burger, aan u, volksvertegenwoordigers, moet gaan uitleggen wat het belang is van openbaarheid in het besturen van dit land.
Het is al te gek voor woorden dat dit land een wet heeft die gaat over wat openbaar gemaakt mag worden en hoe. Het is helemaal van de zotte dat er nu een wet bij u ligt die eigenlijk alleen maar gaat over het verder beperken van die openbaarheid.

Immers, u en het volledige openbaar bestuur inclusief alle ambtenaren, bent er voor ons, burgers. U, de Staat, bent geen doel op zich. U dient het belang van alle burgers. Dat betekent dat alles wat u doet eigenlijk van ons is. Inclusief alle mail, documenten, foto’s, gesprekken, etc… die u daarvoor gebruikt. U zou dat alles op een eenvoudige manier direct steeds aan ons moeten aanbieden, met uitzondering van zaken die de privacy van andere burgers schaden. Van dat laatste heeft u overigens zelf best een handje, maar dat terzijde.

Maar u draait de zaak om. In plaats van te zeggen “alles is openbaar tenzij”, geeft u nu aan “alles is geheim, tenzij”.
En dat is het grootste brevet van onvermogen dat u als democratisch bestuurder kunt afgeven. U zegt daarmee namelijk de volgende zaken over burgers:
– U bent niet in staat om verantwoord met onze informatie om te gaan
– U bent niet in staat de informatie op waarde te schatten en goed te duiden
– U moet blind vertrouwen op ons, wij weten wat goed voor u is.

Volgende