WW: Zomertijd afschaffen
De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.
Komende zondag de 28ste is het weer zover, dan gaat de zomertijd weer in. Dat betekent dat we om 2 uur ’s nachts allemaal de klok weer een uur naar voren moeten zetten zodat het de volgende dag een uur vroeger ochtend is, of was het nou andersom? Goed over deze verwarring bestaan genoeg grollen en sketches, dat hoeven we hier niet over te doen. Wat natuurlijk wel interessant is, is waarom we die ingewikkelde santenkraam ieder jaar weer moeten doorstaan. Waarom doen we het eigenlijk en nog veel belangrijker: helpt het iets?
In de oude beschavingen en gedurende de middeleeuwen was tijdmeting iets dusdanig vloeibaars dat er van zomer/winter of überhaupt gestandaardiseerde tijd absoluut geen sprake was. De eerste keer dat iemand het in de moderne tijd had over zomertijd was in Maart 1784 toen er een anonieme brief in Parijs gepubliceerd werd die de Parijzenaars opriep kaarsen te besparen door in de zomer een uur eerder op te staan. Deze brief was afkomstig van niemand minder dan Benjamin Franklin, meesteruitvinder. Maar het duurde tot de Eerste Wereldoorlog totdat Duitsland en haar bondgenoten de zomertijd officieel invoerde om kolen te besparen.
Zomertijd zou dus economische voordelen hebben: doordat men in de zomer een uur eerder opstaat, hoeft minder energie voor licht en warmte verbruikt worden. Op zich een goed idee. Maar of het écht helpt is nooit echt goed gemeten. Dat komt voornamelijk omdat het niet zo makkelijk meetbaar is. Onze gewoontes zijn zomers toch heel anders dan in de winter, dat maakt het lastig om een goed onderzoek uit te voeren. Ook is het zo dat ons energieverbruik dusdanig is veranderd dat wat gold voor de achttiende-eeuwse Parijzenaars of de Asmogendheden van WO I niet per se meer voor ons hoeft te gelden.