Hendrik en Willem Valk: een dubbelportret (2/2)

Deze winter komt het Veenkoloniaal Museum in Veendam met een verrassende tentoonstelling over twee talentvolle broers: Hendrik Valk - de kunstschilder en Willem Valk - de beeldhouwer. Deze week aandacht voor Willem Valk (1898-1977) Wat Hildo Krop is voor Amsterdam, dat is Willem Valk voor Groningen; overal in de stad kom je zijn beeldhouwwerken tegen. Voor het stadhuis staat de in brons gegoten buste van Rabenhaupt. In de Herestraat vind je de beeldschone decoraties aan gebouw De Faun. En op de Kijk in 't Jatbrug staan vier beelden gehouwen uit Zweeds graniet, ze markeren de hoeken van de brug.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Hendrik en Willem Valk: een dubbelportret (1/2)

Deze winter komt het Veenkoloniaal Museum in Veendam met een verrassende tentoonstelling over twee talentvolle broers: Hendrik Valk – de kunstschilder en Willem Valk – de beeldhouwer. Vandaag aandacht voor het werk van Hendrik Valk (1897-1986).

Eerlijk gezegd, ik had nog nooit van Hendrik Valk gehoord. Ik kwam eigenlijk voor zijn broer Willem, wiens beelden je overal in de stad Groningen tegenkomt. In het museum had ik al snel in de gaten dat Hendrik de ster van de expositie is. Ik begrijp nu ook hoe dat komt: zijn schilderijen hebben iets magisch, het is onmogelijk om er niet naar te kijken. Met enkele penseelstreken en een steunkleurtje kon hij karakteristieke portretten neerzetten. Het meest subliem is ‘De socialist van het eerste uur’, een van de topstukken van de tentoonstelling.

Veel van de kunstwerken op de expositie zijn afkomstig van particulieren. Ze hangen vrij dicht bij elkaar in groepen bijeen. Niet alleen naast elkaar, maar ook boven elkaar, in een doordachte compositie, zeg maar in ‘salon style’. Deze manier van tentoonstellen is riskant, maar bij de schilderijen van Hendrik Valk werkt het goed. De tentoonstelling geeft goed weer hoe zijn manier van werken in de loop der jaren veranderde. In de jaren zestig worden zijn schilderijen wat gevulder. Zijn schilderijtjes van de jaren zeventig zijn kleuriger, bloemrijker, bijna gezellig. Hij greep graag terug op oude thema’s. Een mooi voorbeeld hiervan is het huisje in Wassenaar dat hij in de jaren twintig schilderde. Decennia later deed hij het nog eens over, maar dan in achterglasschildertechniek.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.