Wetenschapsdans

Ik heb even moeten nadenken over de bundel ‘wetenschapspoëzie’ En dat was kennis, zeg je dan die is samengesteld door de Vereniging voor Wetenschapscommunicatie en -journalistiek Nederland (VWN). Dat komt niet zozeer door de relatie tussen wetenschap en poëzie, want ik ben ervan overtuigd dat poëzie overal over kan gaan, en omgekeerd dat wetenschappelijk inzicht op allerlei manieren kan worden uitgedrukt. Het raadsel betrof de relatie tussen (wetenschaps)communicatie en (wetenschaps)poëzie. Ik begrijp natuurlijk dat de vereniging helemaal niet per se bedoelde om poëzie ineens tot het domein van de wetenschapscommunicatie te rekenen, ze noemen het genre zelf immers alleen maar wetenschapspoëzie. Maar de vraag is dan: hadden ze dat dan wel kunnen doen? Briljante winnaar Wetenschapscommunicatie gaat altijd over de inhoud. Je zorgt ervoor dat bepaalde inzichten of feiten of vragen worden overgedragen. Het is niet waar dat de vorm er niet toe doet, maar die vorm staat altijd ten dienste van het overdragen van de inhoud. Wetenschapscommunicatie die nadrukkelijk aandacht vraagt voor de eigen vorm, voor de virtuositeit van de maker, lijkt mij geen geschikte wetenschapscommunicatie. Bij poëzie gaat het altijd minstens óók om de vorm, of dat nu rijm, ritme is of regelafbreking. Dingen worden anders gezegd dan in het dagelijks leven en dat leidt dusdanig af van de inhoud dat je je kunt afvragen of het wel een functie heeft. In het verleden is er natuurlijk didactische poëzie geschreven, maar toen had het rijm ook een functie, bijvoorbeeld om de inhoud makkelijker onthoudbaar te maken. Daar komt bij dat poëzie niet communiceert op de gebruikelijke manier. Een dichter verwacht normaliter geen weerwoord op zijn gedicht. Je kunt bijvoorbeeld niet zeggen ‘daar ben ik het niet mee eens!’ of ‘dat klopt niet!’ Een bekende karakteristiek van poëzie is dat de dichter zich richt tot iemand die helemaal geen potentiële lezer is (‘oh, oude eik!’, de apostrofe). Er bestaat een wedstrijd Dance Your PhD, waar (Amerikaanse) net-gepromoveerden een dans maken die gebaseerd zijn op hun proefschrift. Dans is de poëzie van het lichaam. Ik zou die eigenlijk niet rekenen tot de wetenschapscommunicatie. Zeker de briljante winnaar van dit jaar niet: https://www.youtube.com/watch?v=dq5uYGNeOS0 De winnaar van 2019 komt meer in de buurt, maar daar dient de dans toch vooral als een illustratie bij de teksten: https://www.youtube.com/watch?v=nUQvJOSCoi4 De poëziewedstrijd die de VWN uitschreef, had twee winnaars. Van die twee vind ik dit gedicht het beste, en het is dan ook meteen echt een mooi gedicht: Overview-effect neem een denkbare ruimte in je hoofd vul deze met een ervaring aan gewichtloosheid bijvoorbeeld de lucht uit je longen na vijfentwintig meter onder water schoolslag toen je boven kwam blaas een denkbeeldige dampkring om deze ruimte zodat het een bolletje wordt in je hoofd, een bolletje gevuld met lucht uit je longen na vijfentwintig meter onder water schoolslag toen je boven kwam bij iedere zucht beweegt het bolletje door je hoofd en vult zich met een ervaring aan gewichtloosheid toen je boven kwam met je handen op de rand van het universum steunde, jij jezelf omhoogtilde aan het meest kwetsbare in je hoofd: de gedachte dat je een bewoner bent van de aarde. Gerda Posthumus Dit is een mooi gedicht, met een mooi ritme en een interessant beeld van iets dat niet eens zichtbaar is: een bolletje in je hoofd. Maar wetenschapscommunicatie is het niet: ik heb wel iets geleerd, namelijk wat het overview effect is, maar dat heb ik geleerd door op Wikipedia te kijken en het lijkt me ook eigenlijk nauwelijks een wetenschappelijke term van belang (al wordt het kennelijk wel in bijvoorbeeld antropologisch werk gebruikt). Bolletjes gevuld met lucht Ik moet er onmiddellijk bijzeggen dat de VWN natuurlijk ook niet pretendeert dat En dat was kennis, zeg je dan zelf bijdraagt aan de wetenschapscommunicatie, al klinkt dat wel door in het voorwoord dat Govert Schilling schreef: Wetenschapspoëzie vormt misschien ook wel de ideale brug tussen enerzijds de ivoren torens van hypotheses, experimenten en peer review en anderzijds het grote publiek, dat vaak alleen maar klokken hoort luiden en niet eens wat dat er überhaupt klepels in het spel zijn, laat staan waar die dan hangen. In sonnetten of ollekebollekes is geen ruimte voor afschrikwekkend jargon, ondoorgrondelijke formules en discussies over statistische significantie. De poëzieliefhebber leest hier met verheugde verbazing dat poëzie kennelijk iets zo populairs is dat het kan dienen om iets anders dichterbij het ‘grote publiek’ te brengen, maar ik kan me toch eigenlijk nauwelijks voorstellen dat iemand een sonnettenkrans gebruikt om zich nader te informeren over de nieuwste ontwikkelingen in de astronomie. (Dat je geen sonnet kunt schrijven met bijvoorbeeld afschrikwekkend jargon of ondoorgrondelijke formules, lijkt me ook geen houdbare stelling.) Wetenschapspoëzie lijkt me in de eerste plaats poëzie. Het is misschien dichtkunst die een beeld, of een term, of een gedachte, ontleend aan de wetenschap, maar dat kan eigenlijk altijd alleen maar bij toeval zo zijn. Gedichten zijn bolletjes in je hoofd, bolletjes gevuld met lucht, en iets communiceren doen ze niet. -o-o-o- Toevoeging redactie: Op 27 oktober verleden jaar, stond er een oproep op Sargasso: Schrijf een gedicht dat de wetenschap als thema heeft. De Vereniging voor Wetenschapsjournalistiek en -communicatie bestaat 35 jaar, en ter gelegenheid van dat feit werd er een gedichtenwedstrijd uitgeschreven. Een van onze Kunst op Zondag-redacteuren leverde deze bijdrage.

Foto: Maria Willems (cc)

Kunst op Zondag | Mijn wetenschapsgedicht

Mijn moeder somt als ze in de file staat, of de slaap
niet vatten kan, de cijfers van Pi op, die achter de komma.
Dan kijkt ze tot hoever ze dit keer komen zal.
Pi heeft geen eind, dus dan gaat ze: 3,14159 2653…

Van mijn broer krijg ik een mail waarin hij wenst
dat iedereen in goede gezondheid verkeerd.
Ik heb hem nog niet discreet kunnen zeggen
dat dat verkeert is, als hij begrijpt wat ik bedoel.

Bij handvaardigheid op school wilde mijn zus
van houten balkjes de oneindige, onmogelijke
Driehoek van Escher namaken. Het boek met de
tekening had zij voor zich op de werkbank gezet.

En mijn vriend Erik, stak zijn hand op in de klas
toen de basen en de zuren werden behandeld.
‘De zuurgraad wordt gemeten op de zuurgraadmeter,
okay, maar waarop meet men dan de basen?’

Maar mijn liefje die weet echt niets van wetenschap.
Gister zei ze nog: ‘Michiel, jij kunt naar de maan lopen.’


Op 27 oktober verleden jaar, stond er een oproep op Sargasso: Schrijf een gedicht dat de wetenschap als thema heeft. De Vereniging voor Wetenschapsjournalistiek en -communicatie bestaat 35 jaar, en ter gelegenheid van dat feit werd er een gedichtenwedstrijd uitgeschreven.
Het aantal inzendingen was hoog: 700 gedichten werden beoordeeld door de jury. Mijn gedicht kreeg niet de eerste of de tweede prijs, maar belandde wel in de dichtbundel met nog honderd anderen. Ik sta op bladzijde 101 van de (leuke en gevarieerde) bundel ‘En dat was kennis, zeg je dan.’  Joepie!

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: j_lai (cc)

De journalist als snackboer

Menig scholier heeft erover gefantaseerd: stel je eens voor dat je talen kon leren in je slaap, door een cassettebandje met woorden en oefeningen af te spelen terwijl jij ligt te maffen.

Een populaire tekenfilmserie over een jonge ‘mad scientist’ (Dexter’s Laboratory) nam dit zelfs als uitgangspunt voor een komische sketch. In de desbetreffende aflevering blijft de plaat hangen bij het woord ‘Omelette du Fromage’ (kaasomelet), waardoor Dexter in plaats van vloeiend Frans nog slechts dat ene woord kan uitbrengen.

Als we de Volkskrant mogen geloven, menen wetenschappers aanwijzingen te hebben gevonden dat het in de toekomst wel eens werkelijkheid zou kunnen worden. Onderzoek toont aan: slapend een taal leren, het brein is er ontvankelijk voor!

Droom maar lekker verder

“Mandarijn of Russisch leren spreken zonder dat je ervoor op cursus moet? Zwitserse wetenschappers geloven dat dit meer is dan een droom,” verleidt de lead. “Dit onderzoek laat zien dat het in principe mogelijk is om slapend een taal te leren,” citeert de krant onderzoeker Ysbrand van der Werf van Amsterdam UMC.

Wie echter een beetje kritisch leest, komt er al gauw achter dat het onderzoek al die mooie beloften volstrekt niet staaft. De onderzoekers hadden 41 deelnemers in hun slaap blootgesteld aan geluidsopnamen waarin een fantasietaal uit de doeken werd gedaan.

Foto: Een van de Nobelprijs-penningen voor Medicijnen, in 1950 uitgereikt aan onderzoekers van het De Mayo Clinic in Rochester (Minnesota). Foto Wikimedia Commons.

Negeer die rare Nobelprijs nou eens

COLUMN - Het is de tijd van het jaar waarin de Nobelprijswinnaars bekend worden gemaakt. Maandag de geneeskunde, dinsdag de natuurkunde, vandaag de chemie. Die prijzen zijn altijd nieuws en dat is eigenlijk best problematisch, want de Nobelprijs is even representatief voor de wetenschap als Willem-Alexander voor de Nederlanders, een Rolls Royce voor auto’s, Donald Trump voor de Amerikanen, Moby Dick voor de walvissen en de Mount Everest voor bergen. Inderdaad, ik verwijs naar de Everest Fallacy: wat opvallend is, is per definitie uitzonderlijk en dus per definitie niet representatief.

De meeste stukjes over de Nobelprijzen gaan bovendien over een uitvinding of een inzicht van alweer een paar jaar geleden. Actualiteit hebben Nobelprijssstukjes dus ook al niet. Zie ik het goed, dan vormen ze het wetenschapsjournalistieke equivalent van inspirational literature: ze tonen mensen dat wetenschap mooi is.

Daar is niks mis mee. Ik ben althans de laatste om te mogen zeggen dat zoiets verkeerd zou zijn, want ik schrijf vrijwel dagelijks wel iets waarmee ik mensen wil tonen dat mijn vakgebied, de oudheidkunde, intellectueel de moeite waard kan zijn, zelfs als de officiële wetenschap zichzelf met opvallende hardnekkigheid ongeloofwaardig maakt.

Toch schuurt er iets in de Nobelprijsjournalistiek. Inspirational literature werkt immers alleen als mensen openstaan voor die inspiratie. In dit geval: als ze positief staan tegenover de wetenschap. Maar dat is niet altijd zo. Ik denk dat de les van de afgelopen dertig jaar is dat er mensen zijn die zich met anderen verbonden weten in hun afkeer van nieuwe inzichten: denk aan de discussieplatforms van antivaxxers, Jezusmythicisten en klimaatontkenners.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Expositie "De zaak Vermaning" ((c) LiviusOrg)

De zaak Vermaning

VERSLAG - U wilde al naar het Drents Museum om daar de beeldschone Iran-expositie te bezoeken en sinds zaterdag is er een tweede reden om naar Assen te gaan: de wat kleinere tentoonstelling “De zaak Vermaning”. Tjerk Vermaning (1929-1987) is misschien wel de beroemdste Nederlandse archeoloog van de twintigste eeuw en dat is niet zo best, want een deel van zijn vondsten was vervalst en hij heeft zijn bekendheid mede te danken aan een rechtszaak. Wie onechte oudheden verkoopt als echt, is immers een oplichter en daarvoor werd hij in 1977 veroordeeld. Een jaar later diende het hoger beroep: de rechter liet zich over de authenticiteit van de vervalsingen niet uit, maar redeneerde min of meer dat als de voorwerpen echt waren, Vermaning onschuldig was, en dat als ze vals waren, nog niet was bewezen dat de Drentse amateurarcheoloog ze zelf had vervaardigd.

Het was goed dat de rechter zich over de authenticiteit niet uitsprak, want daar gaat de rechter niet over. Een deel van de vondsten waarmee Vermaning “bewees” dat er tienduizenden jaren geleden Neanderthalers hadden geleefd in Drenthe, was echter wel degelijk vals. Of minimaal verkeerd geïnterpreteerd. De samenstellers van de tentoonstelling leggen op verschillende punten uit hoe archeologen dat kunnen weten. Zo bleek, toen een C14-monster werd genomen, het door Vermaning als Neanderthaler-schedeldak geïnterpreteerde voorwerp slechts een eeuw of drie oud. Op andere vondsten ontbrak de natuurlijke verwering van vondsten die eeuwenlang in de grond hebben gelegen.

Foto: UrbaneWomenMag (cc)

Het kan ook toeval zijn

[Wetenschapsnieuws dat ingaat op onzekerheden, controverse en discussie over resultaten leert het publiek hoe kennis wordt gemaakt. Dat zouden onderzoeksinstellingen veel vaker mogen laten zien in hun persberichten.]

Afgelopen week was het Valentijnsdag en dat is altijd een reden voor een beetje extra wetenschapsnieuws over liefde, seks en aanverwante relatiezaken. Zo kwam het LUMC met een persbericht met resultaten van genetisch onderzoek dat vorig op Lowlands was uitgevoerd onder bezoekers van het festival.

Doel was om bij tientallen koppels een beetje wangslijm af te nemen om vervolgens het DNA gedeeltelijk in kaart te brengen. Vervolgens zou er naar overeenkomsten en verschillen worden gekeken. De gedachte is namelijk dat bij partnerkeuze mensen afgaan op een genetische tegenpool.

Dat mechanisme is bij een aantal diersoorten gevonden, en daarbij spelen overeenkomsten en verschillen tussen zogenaamde MHC-genen een rol, die dieren via geurprofielen waarnemen. De gedachte is dat grotere verschillen in MHC-genen tussen partners bijvoorbeeld een fitter immuunsysteem oplevert in de nakomelingen.

Fitter nageslacht

Meer algemeen gesteld: je kunt je voorstellen dat zo’n signaleringssysteem handig is voor dieren die een partner moeten kiezen en niet kunnen weten wie een broer of neef is, in verband met het vermijden van inteelt. Genetisch verschil schept fitter nageslacht.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Post-Atheïst

Post-atheïst | Wetenschap en journalistiek

COLUMN - Twee weken geleden schreef ik op Sargasso over een curieus interview in Trouw met dominee Edward van der Kaaij, die in De ongemakkelijke waarheid van het christendom. De echte Jezus onthuld betoogt dat Jezus niet heeft bestaan. Ik wees erop dat het boek vol feitelijke onjuistheden stond en methodisch zwak was. Verder schreef ik dat de universitaire voorlichting over de Oudheid niet met haar tijd was meegegaan en dat dit als verzachtende omstandigheid mocht gelden. (Historicus Jan Dirk Snel was scherper, anderen zegden hun abonnement op.)

So far, so good. Een bevriende wetenschapsjournalist suggereerde me het stukje naar Trouw te sturen met het aanbod een artikel te schrijven waarin ik de feitelijke en methodische onjuistheden van Van der Kaaij uitlegde. Zo gezegd, zo gedaan, al voelde ik me er wat ongemakkelijk bij: ik heb namelijk onlangs een boek gepubliceerd over het antieke jodendom en het kon lijken alsof ik naar publiciteit aan het hengelen was. Gelukkig kreeg ik bijval van Bert van der Spek, de onlangs met emeritaat gegane hoogleraar oude geschiedenis van de Vrije Universiteit, die Trouw eveneens schreef.

Dat was dinsdag 3 februari. Ik kreeg geen antwoord, wat me niet verontrustte omdat ik aannam dat de krant, om mijn belangenverstrengeling te omzeilen, zich richtte tot Van der Spek. Ik werd uit de droom geholpen toen Trouw op vrijdag 6 februari een hoofdredactioneel commentaar wijdde aan de kwestie, waarin ‘leden van de hoofdredactie en senior redacteuren’ als mening van de krant gaven dat de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) Van der Kaaij binnenboord moest houden. Hij was immers integer en bovendien zou ‘de wetenschappelijke discussie over de vraag of Jezus al dan niet ooit werkelijk heeft rondgelopen in het oude Israël’ in de negentiende eeuw onbeslist zijn geëindigd.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

ET vermijdt ons

Het is een bekende grap: het beste bewijs dat levensvormen in ons heelal intelligent zijn, is dat ze nog geen contact met ons hebben gezocht. Al een jaar of acht geleden, en misschien wel meer, werd het gelijk van de moppentapper voorgerekend. Daarvoor was geen hogere wiskunde nodig; ik heb het al eens eerder uitgelegd.

De crux is dat er alleen al in ons Melkwegstelsel niet minder dan 400.000.000.000 sterren zijn. Als er daarvan slechts één op de tien planeten heeft, en als slechts één op de honderd daarvan voldoet aan de voorwaarden waaronder leven ontstaat, en als op slechts één op de duizend daarvan intelligent leven is ontstaan, moeten er nog altijd zo’n 400.000 plekken zijn die onze radio-astronomen zouden opvallen. Daar wordt al heel lang naar gezocht, op allerlei frequenties, en er is nog steeds niets gevonden. Dit gebrek aan bewijs voor iets wat zeer frequent moet voorkomen, staat bekend als de Fermiparadox.

Er zijn verschillende oplossingen, die óf statistisch onaannemelijk zijn (“de mensheid is de eerste”), óf pure science fiction (“ze zoeken met opzet geen contact met ons”) óf complotdenken (“het bewijs wordt achtergehouden”). Het grote aantal oplossingen bewijst dat we te maken hebben met een vertrouwd probleem zonder veel nieuwswaarde. Daarom stoort het me dat ik er vanmorgen weer opnieuw over moest lezen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.