Een oorlogszuchtige natie

'We moeten weer oorlogen winnen.' Met deze uitspraak raakte Donald Trump bij zijn electoraat ongetwijfeld een gevoelige snaar. Zijn suggestie dat Amerika de laatste tijd alleen maar oorlogen verliest, raakt aan de diep gewortelde angst dat de American Century ten einde is, en dat de Verenigde Staten de weg zal gaan van alle eerdere wereldrijken, richting vernedering en vergetelheid. Die angst heerst al geruime tijd, eigenlijk sinds de Vietnamoorlog, de oorlog die aantoonde dat de supermacht niet oppermachtig was. Sinds de Tweede Wereldoorlog beschouwde de Verenigde Staten zichzelf als de politieagent van de wereld en gold het Amerikaanse leger als het arsenaal van de democratie. De Vietnamoorlog verstoorde deze illusie en veroorzaakte een diep trauma. Zo'n twintig jaar later bood de (uitgelokte) Irakoorlog een ideale kans om die smet te verwijderen en de Tweede Wereldoorlog (en dan vooral de morele rol van de Verenigde Staten daarin) nog eens na te spelen. Het zou weer een 'goede' oorlog worden, ter verbreiding van vrijheid en democratie, maar dan versie 2.0: uitgevoerd met zo min mogelijk manschappen en met zo veel mogelijk technologie.

Door: Foto: Flickr cc x-ray delta one

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.