Voormalig agent uit Baltimore Michael Wood legt uit hoe het komt dat de Amerikaanse politie vooral achter zwarte jongemannen aanzit, en hen als de vijand beschouwt. Ze zien de burgers volgens Wood niet als volwaardige en gelijkwaardige mensen.
Om te beginnen worden politiekorpsen gedomineerd door blanken, die niet zijn opgegroeid noch wonen in de wijken waar ze patrouilleren. Voor hen zijn de mensen op straat volstrekte vreemden. Zwarte agenten zijn overigens nog wat harder richting zwarte delinquenten en hangjongeren, omdat ze vinden dat die de zwarte gemeenschap een slechte naam bezorgen.
Chefs verwachten een aantal boetes en arrestaties, en die ga je als agent niet halen in een nette blanke wijk. Dus zelfs als je zo’n wijk loopt, ga je op jacht in een arme, zwarte wijk.
Binnen het korps zelf vindt trouwens ook discriminatie plaats. Promoties worden bepaald door de blanke mannen in de hogere rangen, en die trekken mensen voor die op hen lijken: andere blanke mannen dus.
Het hele justitiële systeem drukt zwarten volgens Wood alleen maar de armoedespiraal in. Men pakt bij de vleet jongemannen op wegens kleine drugsvergrijpen of uitstaande boetes, waardoor het enkel nog moeilijker voor hen is iets van hun leven te maken of voor hun kinderen te zorgen. Ook die kinderen groeien vervolgens op voor galg en rad.