Staatshoofd of popster?
OPINIE - Aanhangers van het dezer dagen weer zo bejubelde Nederlandse koningshuis zijn er misschien wel niet blij mee, maar het verbod op majesteitsschennis is eindelijk verleden tijd. Vorig jaar was er al een meerderheid voor in de Tweede Kamer, een jaar later is nu ook de Eerste Kamer akkoord gegaan met de initiatiefwet van Kees Verhoeven (D66) om de artikelen 118 en 119 uit het Wetboek van Strafrecht te verwijderen. CDA, ChristenUnie en SGP stemden tegen. Na het verlies van het verbod op ‘smalende godslastering’ moeten de christelijke politici opnieuw buigen voor een meerderheid die eindelijk afrekent met totaal verouderde bepalingen die de vrijheid van meningsuiting in de weg zaten. En dit keer was er geen opportunistische VVD die hen te hulp kwam.
Verhoevens voorstellen voor de wetswijzigingen werden ook door de regering bij monde van minister Grapperhaus van Justitie als ‘modernisering’ ondersteund. Maar niet nadat men zich er van verzekerd had dat de mogelijkheid voor het bestraffen van belediging van het koningshuis langs andere weg toch nog in stand blijft. Belediging van het koningshuis is nu gelijkgetrokken met de verzwaarde strafbaarheid van de belediging van een ‘ambtenaar in functie’. Om de koning niet in verlegenheid te brengen is bepaald dat het in zijn geval niet nodig is dat hij zelf een klacht indient. Tegelijk met het schrappen van de majesteitsschennis is ook het verbod op de belediging van een bevriend staatshoofd als apart strafwetartikel uit de wet gehaald.