In het verkiezingsjaar 2019 krijgt de EU een voorzitter met een twijfelachtige reputatie. Zoals de christendemocratische EVP het moeilijk heeft met het zwarte schaap Orbán hebben de Europese sociaal-democraten problemen met hun Roemeense partijgenoten.
Het roulerend voorzitterschap van de EU is van 1 januari tot 1 juli 2019 in handen van Roemenië. Premier Viorica Dancila (PSD, Partidul Social Democrat) zette deze week haar ambities uiteen in het Roemeense parlement. Het motto dat de regering voor haar bijzondere rol in de Europese samenwerking heeft bedacht is: “Cohesion, a common European value”. Roemenië, beloofde premier Dancila, zal zich het komende halfjaar inzetten voor het dichten van de kloof in de economische ontwikkeling tussen landen, het tegengaan van hiërarchieën in de onderlinge verhoudingen, het overwinnen van de verschillen tussen oude en nieuwe lidstaten, tussen Oost en West. Het gaat niet alleen om meer economische samenhang, maar ook om sociale cohesie, die alle burgers welvaart en gelijke kansen oplevert. Een ambitieus programma voor een regering die in eigen land en uit de rest van Europa in toenemende mate kritiek krijgt te verduren.
'Een mooie speech voor Brussel', reageerde oud-president, thans senator Traian Basescu van de oppositionele PMP. Maar wat heeft Roemenië er aan? Hij is bang dat Roemenië in de voorzittersrol niet veel verder komt dan het faciliteren van meetings van ambtenaren. De gezamenlijke oppositiepartijen laten de premier vandaag met een motie van wantrouwen weten dat ze van hun kant op geen enkele steun hoeven te rekenen voor het realiseren van haar Europese ambities.