
Ook al vinden er op 9 juni landelijke verkiezingen plaats, Nederland zal voor 2011 geen nieuwe regering krijgen. Dat kan eigenlijk niet, maar toch zal het er niet van komen.
Het Nederlandse politieke landschap ziet er na de gemeenteraadsverkiezingen versplinterd uit. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat die versplintering op korte termijn zal verdwijnen. Verkettering van de politieke tegenstanders lijkt vooralsnog de succesvolste manier om campagne te voeren. Geert Wilders is hier natuurlijk de duidelijkste exponent van, maar hij staat hier niet alleen in. De PvdA heeft vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen met het CDA gebroken en heeft de vrije val in de polls weten om te zetten in een stijging. De oude regel ‘wie breekt betaalt’ lijkt deze keer niet te gelden. Waarom zouden partijen dan midden in de landelijke verkiezingscampagne stoppen met verkettering van de tegenstander?
Het effect voor alle Nederlanders tezamen is dat er meer versplintering zal komen. In een vrome opiniërende beschouwing in de Volkskrant stelt Femke Halsema van Groen Links: ‘De enige manier waarop politici het gevaar van verlamming kunnen keren, is door bereid te zijn in hun opvattingen, toon en stijl een cultuurbreuk te forceren.’ Heel goed, maar dit zal een vrome wens blijven.