LONGREAD - ‘Gele bonden’ (vakbonden door werkgevers mede gefinancierd en gecontroleerd) hebben vrij spel in Nederland.
In Nederland kennen we grotere vakbonden die doorgaans zijn aangesloten bij FNV, CNV of VCP. Zij hebben leden in één of meerdere sectoren waar alle werknemers tot de doelgroep behoren. Daarnaast zijn er flink aantal kleine bedrijfs- en beroepsbonden, bonden die alleen personeel bij één bedrijf of één beroepsgroep binnen één of meerdere bedrijven vertegenwoordigen.
We hebben kort gezegd algemene bonden voor alle werknemers binnen één of meer sectoren, bedrijfsbonden voor alle werknemers binnen één bedrijf, categorale bonden voor bepaalde categorieën werknemers in één of meerdere sectoren (bijvoorbeeld hoger personeel) en beroepsverenigingen voor specifieke beroepen. Tot slot zijn er ook nog confessionele vakbonden. Deze zijn gebonden aan een kerkgenootschap, zoals het Gereformeerd Maatschappelijk Verbond.
Cao’s
Er zijn en Nederland meer dan duizend cao’s. De meeste zijn cao’s die alleen binnen één bedrijf gelden, maar er zijn ook een slordige tweehonderd cao’s die voor een hele bedrijfstak gelden. Alle cao’s moeten worden aangemeld bij de minister, voor bedrijfstak-cao’s kan een verzoek tot algemeen verbindendverklaring (avv) worden ingediend. Zo’n avv zorgt ervoor dat de cao op alle bedrijven van toepassing is, ook als een bedrijf niet is aangesloten bij de werkgeversvereniging.