ACHTERGROND - Om beleidsvrijheid van overheden beter te garanderen, wil minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het internationale investeringsrecht moderniseren. Een nobel streven, maar de voorstellen die ze hiervoor doet zijn volstrekt ontoereikend, vinden Roos van Os (SOMO), Pietje Vervest (TNI) en Burghard Ilge (Both ENDS) en Geert Ritsema (Milieudefensie).
Een kort berichtje afgelopen week in de krant: minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking stelt samen met vijf collega-sociaaldemocraten – allen Europese ministers – voor het internationale investeringsrecht te moderniseren. Dat is hard nodig. Op dit moment worden buitenlandse investeerders vergaande eigendomsbescherming geboden, die op gespannen voet staat met uiteenlopende maatschappelijke belangen. Investeerders die menen last te hebben van gewijzigd overheidsbeleid kunnen op basis van zogenaamd Investor to State Dispute Settlement, kortweg ISDS, miljarden van een staat claimen. Daarvoor hoeven ze niet – zoals gebruikelijk bij andere vormen van internationaal recht zoals mensenrechten – eerst de nationale rechtsmiddelen uit te putten. Vaak gaat het om nieuwe milieuwetgeving of maatregelen ter verbetering van de volksgezondheid of de financiële stabiliteit.
Een paar voorbeelden. Sigarettenfabrikant Philip Morris eist twee miljard dollar van Uruguay omdat het land gezondheidswaarschuwingen op sigarettenpakjes wil zetten. Duitsland heeft als gevolg van de kernenergieramp in Fukushima besloten om kernenergie uit te faseren en duurzame energie te promoten. Energiereus Vattenval heeft vervolgens Duitsland voor bijna 4.8 miljard euro aanklaagt. Bovendien hebben dergelijke schadeclaims een afschrikkende werking. Onder dreiging van ISDS-claims heeft Indonesië buitenlandse bedrijven uitgezonderd van maatregelen om mijnbouw in kwetsbaar regenwoud aan banden te leggen.
Nederland leert een les … waar andere landen, dankzij Nederland, al lang bekend mee waren