Het blijkt dat de overheid geen goed zicht heeft op haar eigen financiële risico’s, terwijl die sterk groeiende zijn. De Rekenkamer heeft deze in kaart gebracht en aanbevelingen gedaan over hoe de risico’s structureel te volgen.
Het was maar kort in het nieuws, maar niet minder schokkend. Het risico dat de Nederlandse overheid loopt is €465 miljard groot. En dat is bijna twee maal zoveel als vijf jaar geleden.
Maar schokkender vind ik de constatering van de Rekenkamer dat de overheid geen integraal inzicht heeft in de risico’s. Dat betekent dat iedere keer als er een nieuwe vraag komt, deze los wordt beoordeelt.
Inzicht in lange termijn consequenties van het totaal aan risico’s en alle factoren die daarbij een rol spelen ontbreekt.
Ik mag hopen dat het rapport snel tot een kamerdebat leidt en dat er snel actie op ondernomen wordt.
Maar lees het vooral ook zelf. Het zou een verkiezingsthema moeten zijn.
Hier een paar citaten:
“Expliciete overheidsgaranties zijn, na het uitbreken van de kredietcri-sis, vanaf 2008 tot en met 2011 in omvang bijna verdubbeld: van 42% van het bbp in 2008 naar 77% van het bbp in 2011 (ongeveer € 465 miljard) (zie figuur 1). In deze periode zijn bestaande garanties uitgebreid (zoals op de woningmarkt) en zijn nieuwe garanties afgegeven (vooral in het kader van de Europese schuldencrisis). Wij merken op dat het Rijk hiernaast ook nog impliciet garant staat, vooral binnen de financiële sector. De interventies van het Rijk tijdens de kredietcrisis hebben bijvoorbeeld aangetoond dat het Rijk garant staat voor financiële instellingen die zo groot of complex zijn dat ze het hele financiële systeem in gevaar brengen als ze om (dreigen te) vallen.”