Voor de zesde keer proberen Amerikaanse parlementariërs een einde te maken aan het reisverbod naar Cuba. Deze keer maakt het voorstel echter een kans wet te worden. Landbouwproducten mogen al verhandeld worden met Cuba, maar de regels moeten veel losser, vinden de betrokken staten.
Obama’s campagnebelofte dat hij bereid is met iedereen in gesprek te gaan, begint zich af te tekenen in het buitenlandse beleid. Hillary Clinton, momenteel op reis door Azië, hintte dat een einde aan economische sancties tegen Myanmar tot de opties behoort. Het land met de onverschillige junta heeft niet bewogen onder strenge maatregelen waar de huidige vice-president Joe Biden ooit de architect van was.
Zimbabwe zal nog even moeten wachten op de opheffing van sancties, al is niet duidelijk in hoeverre die een rol gespeeld hebben bij de vorming van de zojuist aangetreden eenheidsregering. De Syriërs hebben goede hoop dat Obama ook hun land van het sanctielijstje haalt. Sudan trekt zich nergens wat van aan.
De vraag is wat een ander Amerikaanse beleid betekent voor de (economische) sanctie als instrument in de internationale politiek. Toen westerse landen de wereldhandel domineerden was een verenigd front een effectieve methode om een regime onder druk te zetten, maar nu de rol van minder scrupuleuze landen als China is toegenomen, hoeft in elk geval de heersende elite in dictaturen weinig hinder ervan te ondervinden. Misdadige regimes die niks geven om hun bevolking of internationale aanzien, zijn met steeds strengere sancties niet langer te treffen.