Corruptie en agenten met migratie-achtergrond
ANALYSE - In onderzoek van het WODC naar corruptie binnen vier rechtshandhavingsorganisaties (politie, douane, marechaussee, FIOD) is naar voren gekomen dat ambtenaren met een migratie-achtergrond vaker dan hun autochtone collega’s betrokken zijn bij ernstige integriteitsschendingen in relatie tot georganiseerde misdaad. Het gaat vooral om politieagenten. Terwijl 7 procent van de agenten een migratie-achtergrond heeft, heeft 40 procent van de bij corruptiezaken betrokken agenten die achtergrond.
Dat er in 2012-2016 256 signalen van corruptie en 80 ernstige zaken waren, en dat dat mede komt door de reorganisatie, is op zich al groot nieuws. De media leggen in hun berichtgeving de nadruk op de oververtegenwoordiging van ‘allochtone’ agenten. Ik bespreek hier enkele kanttekeningen bij de verklaring die hiervoor door de onderzoekers wordt gegeven.
Waarom die oververtegenwoordiging?
De onderzoekers schrijven in het rapport (p.62-64) dat het mogelijk is dat hun oververtegenwoordiging het gevolg is van “overmatige aandacht binnen de diensten die belast zijn met onderzoek naar integriteitsschendingen voor gevallen waarbij functionarissen met een migratie-achtergrond zijn betrokken.” Dit noemen ze selection bias.
Hoewel het niet volledig kan worden uitgesloten, denken de onderzoekers echter dat “we hier niet te maken hebben met een selection bias.” Zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve data zouden hiertoe voldoende aanwijzingen geven.