Den Haag Centraal

Rond 2000 werkte ik een tijdje in Den Haag. Een herinnering die daar in mijn geheugen is gegrift, elke dag een beetje dieper, is het verlaten van het station. Iedere weekdag fietste ik eerst door een ontwakend Amsterdam naar het Centraal Station en nam de trein. Daar was het stil. De mensen waren nog niet werkelijk wakker. Na Leiden veranderde dat: ineens was de trein afgeladen vol, de mensen begonnen te praten en ik was altijd opgelucht als ik in Den Haag aankwam. Het Haagse Centraal Station staat voor mij voor opluchting in de meest letterlijke, fysieke zin van het woord: dat je ademhaling normaliseert omdat de stress van je afvalt. De gitarist die bij een van de uitgangen Bob Dylan stond te vermoorden en de schuifdeuren die maar van één kant open gingen – iemand had bedacht dat het verboden was links door een gang te lopen – konden me, als ik eenmaal door de enorme stationshal naar buiten wandelde, nauwelijks meer uit mijn humeur brengen en soms betrapte ik me erop dat ik fluitend naar de tram wandelde. Ik had de ochtendspits doorstaan en kon aan de dag beginnen.

Foto: Dietmut Teijgeman-Hansen (cc)

Kunst op Zondag | Stationsplein

Voor en rond aardig wat Nederlandse treinstations bestaat de kunst vooral uit installaties zoals we op de foto boven dit artikel zien. In Rotterdam heeft men dat achter de rug, maar er mankeerde nog wat. Op het Rotterdamse stationsplein komen twee elkaar kussende wereldbollen. Kunst waarover de meningen verschillen. Wat voegt kunst toe aan een stationsplein?

Naar verluidt koos de commissie die op zoek moest naar een kunstwerk voor het Rotterdamse Centraal Station unaniem voor ‘Kissing Earth’, van de IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson. Na de bekendmaking barstte natuurlijk de discussie los.

Het plein kan beter leeg blijven, het station is al kunst genoeg, meent de één. Zonde, eerst op kunst bezuinigingen en dan voor 1 miljoen een buitenlandse kunstenaar inhuren, kritiseert een ander. Prachtig, internationale allure die bij een wereldstad als Rotterdam past, juicht een derde.

In de media is een schetsontwerp van de wereldbollen te zien. De kunstenaar mag er nu over gaan nadenken hoe de wereldbollen er in 2015 in het echt bij zullen liggen. Ik ben benieuwd welke werelddelen elkaar de uiteindelijke kus zullen geven.

Het brengt ons vandaag op stationspleinenkunst.

Dat Olafur Eliasson twee wereldbollen laat kussen op een stationsplein is niet vreemd. Er wordt wat afgelebberd rond en op stations. Het is dé plek waar afscheid en welkom met een smakkerd worden bestendigd. In het St. Pancras Station in London zijn vijf kunstwerken te zien, waaronder The Meeting Place van Paul Day.
cc Flickr Jim Linwood The Meeting Place Statue, St Pancras Station, London

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.