Afschrijvingen | Weg met de 65-plus korting?
COLUMN - Economen Barbara Baarsma en Henriëtte Prast willen af van de 65-plus kortingen, zo schreven ze afgelopen zaterdag in Trouw. Het zijn subsidies die hun doel voorbijschieten, want het zijn vooral de rijke ouderen die toch al naar het museum gaan die er van profiteren. Het is ‘omgekeerd Robin Hood-beleid’. Als je de arme Nederlander het museum, de bioscoop of de tram in wilt helpen, kun je kortingen dus beter inkomensafhankelijk en leeftijdsonafhankelijk maken. Ik had me voorgenomen om hier eens flink tegenin te gaan, maar bij nader inzien valt er eigenlijk geen speld tussen de krijgen. Denk ik.
Het regent kortingen als je de magische 65-grens passeert: NS-abonnementen voor iets meer dan de helft, minstens eenderde eraf op het tramkaartje, 30 procent korting op de bibliotheekpas, paar euro af van het bioscoopkaartje, korting op het theater en museum, enzovoorts. En dit louter en alleen omdat je als 65-plusser 65-plusser bent. Baarsma en Prast betogen dat het doel van dit soort subsidies – of het om het ondersteunen van de armeren onder ons gaat of het stimuleren van museumbezoek of OV-gebruik – niet wordt bereikt, maar dat er juist een overheveling van arm naar rijk plaatsvindt.
Ik heb de cijfers er nog maar eens bijgepakt. Nederlandse senioren zijn relatief rijk. Van de Nederlandse 65-plussers zit volgens het SCP slechts 2,6 procent onder het bestaansminimum, tegen 6,5 procent van de Nederlandse bevolking. En uit cijfers van de OESO blijkt zelfs dat Nederland wereldwijd de minste arme ouderen heeft. Slechts 1,3 procent van onze 65-plussers heeft een inkomen (na belastingen en toeslagen) van 50 procent van het mediane inkomen. Het OESO-gemiddelde ligt rond de 11 procent, de Amerikanen zitten op 14,6 procent, de Belgen op 11 procent en zelfs de Denen en Zweden zitten rond de 9 procent.