SGP is constitutioneel kompas kwijtgeraakt

van Prof. Dr. Bert van den Braak. Woensdag 28 februari was er een unicum in de Tweede Kamer. Dat deed zich voor bij de behandeling van het wetsvoorstel om een elfde gemeente toe te voegen aan de lijst van gemeenten waar het coffeeshop-experiment mag plaatsvinden. SGP'er Diederik van Dijk diende een motie in om de Kamer te laten uitspreken dat het D66-initiatiefvoorstel over het invoeren van de gesloten coffeeshopketen dient te worden ingetrokken. Dat wetsvoorstel ligt bij de Eerste Kamer. Van Dijk stelt: het door de Tweede Kamer op 21 februari 2017 aangenomen initiatiefvoorstel is op grond van artikel 82, 1e lid een initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamer geworden en zij gaat erover. Het initiatiefvoorstel werd in 2015 ingediend door Vera Bergkamp en door haar in 2017 met succes verdedigd in de Tweede Kamer. Daarmee werd het inderdaad formeel een initiatiefvoorstel van de Tweede Kamer. Die droeg Bergkamp op het wetsvoorstel in de Eerste Kamer te verdedigen. Zij gaf die verdediging in juni 2021 (na haar verkiezing tot Kamervoorzitter) over aan haar fractiegenoten Joost Sneller en Sjoerd Sjoerdsma. Formeel is het de Tweede Kamer die kan besluiten tot intrekking. Dat is sinds 1945 zeven maal gebeurd. Zo werd in 1956 een eerstelezingsvoorstel over regeling van een parlementsloze periode (ingediend door P.J. Oud) ingetrokken. Hetzelfde gold in mei 2023 met een initiatiefvoorstel van VVD en CDA over het laten vervallen van het verplichte voorzitterschap van raadscommissies door raadsleden, Statenleden en eilandsraadsleden. Een ander voorbeeld was een initiatiefvoorstel van GroenLinks over duurzaam geproduceerd hout (en een bijbehorende novelle). Dat was omdat tijdens de behandeling in de Eerste Kamer bleek dat er strijdigheid was met EU-regels. Het waren echter steeds de verdedigers van het voorstel die om intrekking verzochten. Dat dit buiten de indiener c.q. verdediger omgaat, is niet eerder gebeurd. Bij de indiening van zijn motie bleek Van Dijk namelijk geen overleg met Sneller te hebben gepleegd. Van Dijk verwees naar de Grondwet en stelde dat de Tweede Kamer nu eenmaal het recht heeft dit te doen. Formeel mag dit zo zijn. Er is geen precedent en deze stap zonder overleg met de verdediger nemen, grenst niet alleen aan onhoffelijkheid. Dat is het gewoon. Uiteraard is het aan de verdediger om te beslissen over wel of niet voortzetten van de verdediging. Dit is niet iets wat de Tweede Kamer bij motie - en al helemaal niet zonder overleg - moet doen; zelfs al is het formeel toegestaan. De SGP lijkt dus haar constitutionele kompas te hebben verloren, maar zeker haar oog voor wat constitutioneel betamelijk is. Deze column verscheen eerder bij het Montesquieu Instituut.

Door: Foto: Diederik van Dijk, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons.
Foto: Gerard Stolk (cc)

Waar gaat Nederland heen met de minister-president?

ANALYSE - In het Kamerdebat gisteren over de Provinciale Statenverkiezingen zaten in vak-K, naast Mark Rutte, ook de drie vicepremiers. Toen het tijd was voor de antwoordtermijn, sprak Rutte:

Zoals ik al zei (…) aan het einde van de eerste termijn van de Kamer, is het kabinet voornemens dat ik de vragen beantwoord, omdat vicepremiers staatsrechtelijk natuurlijk alleen een rol hebben als ik er niet ben. Maar ik ben er, dus zij hebben hier geen rol. Er was een verzoek van de Kamer om ze erbij te hebben, dus daarom zijn ze erbij. Ze zijn er niet om ook nog wat te gaan zeggen. Dat is om goede staatsrechtelijke redenen.

Voor het Montesquieu Instituut schreef  Mr. Rein Jan Hoekstra deze analyse over de rol van de minister-president.

De minister-president is meer dan een primus inter pares. Hij heeft meer mogelijkheden om bij zwakke, tegenstribbelende of tekortschietende ministers te interveniëren dan premier Rutte voorstelt. ‘Minister-president kom uit uw schulp!’

In de recente maanden heb ik, of ik het wilde of niet, weer veel nagedacht over het ambt van minister-president en dan vooral de vervulling daarvan.

De eerste gebeurtenis was het weglopen van het gehele kabinet uit de Tweede Kamer bij de Algemene Politieke Beschouwingen. De zogenaamde APB plegen al sinds jaar en dag het hoogtepunt te zijn van het parlementaire jaar. Het kabinet legt verantwoording af voor het naar zijn oordeel te voeren beleid, zoals neergelegd in de Troonrede en in de Rijksbegroting. Hoe verwerpelijk de verdachtmaking van Forum voor Democratie ook was naar minister Kaag toe, dit had niet mogen gebeuren. Het had voor de hand gelegen dat de minister-president de voorzitter van de Kamer had gevraagd of deze stoot onder de gordel door een fractievoorzitter door de beugel kon. Hij had vervolgens schorsing kunnen vragen van het debat in de Kamer voor nader beraad in het kabinet. Nu brak echter chaos uit en daarmee leed het aanzien van het kabinet en de Tweede Kamer schade.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Regeerakkoord, marktwerking belangrijker dan democratie

Zo vindt althans het huidige kabinet:

Het kabinet is voornemens om het wetsvoorstel van minister Edith Schippers (Volksgezondheid) aangepast opnieuw in te dienen. Sneuvelt deze ook dan wil de coalitie dit via een truc buiten het parlement om regelen.

Dit kan door een zogeheten Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), waarbij geen instemming van het parlement nodig is. […]

ChristenUnie-leider Arie Slob stelde dat zijn partij niet voor een wet zal stemmen waar de AMvB-route een optie is. Volgens Slob kan het niet zo zijn dat een wet die twee keer is weggestemd alsnog wordt doorgedrukt. Hij noemt dit “staatsrechtelijk zeer onzuiver”.

D66-leider Alexander Pechtold noemt het coalitiecompromis staatsrechtelijk dubieus. Hij sprak van een “dreigement” vanuit het kabinet. […]

PvdA-leider Diederik Samsom vindt de AMvB-optie te verdedigen om essentiële onderdelen uit de zorgafspraken toch uit te kunnen voeren. […]

Tijdens het debat ontstond een confrontatie tussen Rutte en de Kamer. Pechtold vroeg de premier een advies over de AMvB-optie van de landsadvocaat openbaar te maken, maar Rutte weigerde.

Ook nadat Pechtold hem erop wees dat een eerder advies van de landsadvocaat door minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) wel openbaar is gemaakt bleef Rutte stellig beweren dat dergelijke adviezen nooit openbaar worden gemaakt.

Foto: Quite Adept (cc)

Arrogantie van de macht

COLUMN - Het was niet zozeer het het gelieg, verpakt als ‘daar heb ik geen herinnering aan’; dat hadden we al eerder gezien van Mark Rutte. Wat me het meest stoorde aan Ruttes optreden was al een week eerder gebeurd. Nadat de aantekeningen van de verkenners waren uitgelekt, en de Kamer opheldering had geëist wie hun collega Pieter Omtzigt nu die ‘functie elders’ had toegedacht, vroeg een journalist van de NOS aan Rutte of iemand hier nog verantwoording over ging afleggen.

Nee, antwoordde Rutte, en loog nog maar eens dat de opmerking over Omtzigt niet van hem kwam. En nu, vroeg de journalist. Tsja, zei Rutte: de verkenners waren afgetreden, er zouden nieuwe komen, en dat was dat. De voormalige verkenners zouden niet toelichten waar die opmerking over Omtzigt vandaan kwam. En toen zei hij het: ‘Niemand gaat hier uitleg over geven.’

Het was geen constatering, maar een opdracht aan de verkenners, waarvan er eentje dient als (demissionair) minister in Ruttes regering en de ander prominent lid van zijn partij, de VVD. Kortom: mensen over wie Rutte macht heeft. ‘Niemand gaat hier uitleg over geven.’ Bek houden, jullie allebei. Rutte deed de zaak ter plekke af als een bedrijfsongevalletje. Zand erover, schouders ophalen en doorgaan. Niets aan de hand, niets te zien. Doorlopen, mensen.

Foto: nyghtowl (cc)

Een tijdelijke wet coronamaatregelen, is dat een goed idee?

ANALYSE - van dhr. Jan-Peter Loof.

Sinds 1 mei weten we dat het kabinet bezig is met de voorbereiding van ‘tijdelijke wetgeving maatregelen COVID-19’, zoals het officieel heet. Is dat een goed idee? Als rechtgeaard jurist zeg je dan natuurlijk: ‘dat hangt er van af’. En in dit geval is dat denk ik ook precies het juiste antwoord.

Er is in de afgelopen weken door diverse staatsrechtjuristen en mensenrechtenexperts betoogd dat een aantal van de vrijheidsbeperkende maatregelen die de overheid heeft uitgevaardigd om de verspreiding van het virus in te dammen een steviger wettelijke basis behoeft. Na wat inleidende beschietingen door RUG-hoogleraar Jan Brouwer in het Dagblad van het Noorden, volgde een iets verder uitgewerkte opinie van dezelfde Brouwer, samen met Adriaan Wierenga (RUG) en Jon Schilder (VU) in het Nederlands Juristenblad: ‘Aanpak coronacrisis niet houdbaar’.

Manon Julicher en Stefan Philipsen (beiden UU) betoogden op de website ‘Nederland rechtsstaat’ dat de aanpak niet getuigde van een volwassen rechtsstaat. En zelfs in de buitenlandse constitutionele media – het Duitse Verfassungsblog (onmisbaar voor de constitutionele liefhebbers) – werden, dit keer door de hoogleraren Antoine Buyse (UU) en Roel de Lange (EUR) grondrechtelijke gaten geschoten in de juridische constructies waarop de Nederlandse coronamaatregelen leunen: ‘the Dutch authorities take a quasi-legal, quasi-rhetorical approach to shape their intelligent lockdown and try to tame the pandemic beast, with questionable constitutional practices as a result’. Ook het College voor de Rechten van de Mens kwam, in zijn webdossier ‘Coronavirus en mensenrechten’, tot de conclusie dat de wettelijke basis van sommige maatregelen steviger moet.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: -JvL- (cc)

Stemmen in de Senaat: de ’toerekenmethode’

OPINIE - Het is een vrij staatsrechtelijke kwestie en ik publiceerde er recentelijk over in De Hofvijver 1), maar de stemprocedure in Tweede en Eerste Kamer is belangrijk genoeg om (opnieuw) aandacht aan te besteden. Directe aanleiding vormde de stemming op 22 december jl. over de Wet stroom, waarbij bij aanwezigheid van 74 leden, na een stemming bij zitten en opstaan, werd geconcludeerd dat de uitslag 38-37 was. Op de zeer informatieve website van de Eerste Kamer staat daarover uitleg. Als geen lid hoofdelijke stemming vraagt, wordt de uitslag ’toegerekend’ naar de fractiesterktes. Was bijvoorbeeld slechts één lid van GroenLinks aanwezig geweest, dan had die stem voor vier geteld.

De Eerste Kamer zegt daarmee de werkwijze van de Tweede Kamer te volgen, wanneer die bij hand opsteken stemt. Daaraan kan op twee gronden worden getwijfeld.

In mijn Hofvijver-bijdrage wees ik er al op dat bijvoorbeeld in november in de Tweede Kamer bij een stemming (bij hand opsteken) over een amendement juist niet de toerekenmethode werd gebruikt. Vanwege de onduidelijke uitslag werd terstond (op voorstel van de Voorzitter) alsnog hoofdelijk gestemd en dat had een andere uitkomst (74-72) dan de toerekenmethode (75-75). Dat was niet voor het eerst. Het is dus niet zo dat de Tweede Kamer die methode altijd gebruikt. Dat doet zij vast als het gaat om ‘peilingen’ over ordekwesties, maar zeker niet bij stemmingen over wetgeving. In de Tweede Kamer wordt bovendien altijd – het tegendeel ervan heb ik niet gevonden – bij de uitslag de formulering gebruikt ‘de aanwezige leden van de fracties…’. In de Eerste Kamer heeft de Voorzitter het sinds vorig jaar over ‘de leden van de fracties…’.

Foto: FaceMePLS (cc)

Parlementaire ongehoorzaamheid

OPINIE - Een aantal parlementariërs heeft aangegeven tijdens de inhuldiging van de koning geen eed af te leggen. Staatsrechtdocent Mentko Nap heeft moeite met die opstelling.

Rondom de inhuldiging van de koning worden momenteel allerlei staatsrechtelijke rookgordijnen opgetrokken. Diverse Kamerleden voelen er weinig voor een eed of belofte van trouw aan de in te huldigen koning uit te spreken. Ze menen dat ze bij de aanvaarding van hun Kamerlidmaatschap voldoende loyaliteit hebben gezworen, of ze hebben republikeinse bezwaren tegen de regeringsvorm.

Gerrit Wim Voermans verleende staatsrechtelijke munitie voor het verzet met een wel heel avontuurlijk betoog over de verhouding tussen Grondwet en Statuut. SP’ers Karabulut en Fashir zullen hun toegangskaartjes voor de Nieuwe Kerk ongebruikt laten, terwijl Partij voor de Dieren-politici Thieme, Ouwehand en Koffeman er in de Nieuwe Kerk het zwijgen toe zullen doen. Vorige week meldden ook vier GroenLinksers (Voortman uit de Tweede Kamer en Strik, De Boer en Ganzevoort uit de Eerste Kamer) zich aan als lid van het geen-Eedgenootschap.

Het relletje is aangewakkerd doordat twee Eerste Kamerleden vragen hebben gesteld aan de minister-president. De parlementariërs informeerden bezorgd of de af te leggen eed of belofte de handelingsvrijheid van volksvertegenwoordigers zou beperken, en of voor het afleggen van belofte of eed een staatsrechtelijke verplichting bestaat. In zijn antwoorden op de vragen heeft de minister-president bijzonder onhandig geopereerd door te stellen dat de inhuldigingsverklaring ‘geen zelfstandige juridisch-constitutionele betekenis’ toekomt. Veeleer zou de belofte of eed uiting geven aan hoe fijn koning en volk het samen hebben in het koninkrijk. Aan niet-naleving van de wet zijn geen gevolgen verbonden, aldus de premier.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Frits de Jong (cc)

Lesje staatsrecht van Raad van State

ACHTERGROND - Het kabinet wilde via een truc aan geld komen voor twee ministers zonder portefeuille die in het vorige kabinet -toen de begrotingen gemaakt werden- nog niet bestonden. Maar werd door de Raad van State op de vingers getikt.

Geen eigen portefeuille en ook geen eigen geld. Het kabinet had erg te doen met de ministers Blok en Ploumen, respectievelijk voor Wonen en Rijksdienst en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Omdat deze bewindslieden, net als de rest van het kabinet-Rutte II, pas werden benoemd toen de algemene begrotingswetsvoorstellen allang bij de Tweede Kamer waren ingediend, dreigden zij niet over een eigen begroting te kunnen beschikken voor 2013. Het vorige kabinet kende immers geen ministers voor Wonen en Rijksdienst en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, met als gevolg dat Blok en Ploumen hun centjes uit de ‘gewone’ begrotingen van Binnen- en Buitenlandse Zaken hadden moeten halen.

De regering verzon echter een list: zij maakte nota’s van wijziging en splitste daarmee delen van de begrotingen van Binnen- en Buitenlandse Zaken af tot afzonderlijke begrotingen van Wonen en Rijksdienst en van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Tot aparte begrotingswetsvoorstellen wel te verstaan. Kennelijk was de regering er niet helemaal zeker van of je wel met een nota van wijziging een nieuw wetsvoorstel kunt creëren. Zij vroeg de Raad van State om advies (je moet tenslotte boven een wetsvoorstel “de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord” kunnen zetten) en die keurde de constructie terecht af.

Foto: marie-ll (cc)

Wijzigen Grondwet moet eenvoudiger

OPINIE - Het nieuwe kabinet lijkt weinig behoefte te hebben aan constitutionele toetsing van wetten. Het voorstel daartoe van Femke Halsema uit 2002 ligt te verstoffen op een plank ergens. Beter is om opnieuw te beginnen. En pak dan gelijk ook de wijzigingsprocedure van de Grondwet aan, betoogt publiciste Clara Mens.

Hoe zou het nieuwe kabinet denken over constitutionele toetsing en het voorstel daartoe van Femke Halsema? In het regeerakkoord lezen we er niets over. Daarin wordt wel ingegaan op andere initiatiefwetsvoorstellen van Tweede Kamerleden. Zoals een voorstel van Pierre Heijnen (PvdA) over het terugbrengen van het aantal gemeenteraadsleden en een voorstel van Gerard Schouw (D66), dat weer eens in de Grondwet probeert vast te leggen dat de burgemeester wordt aangesteld volgens regels bij de wet te stellen.

Genoemde Kamerleden kunnen zich op de borst kloppen: zij hebben de steun van het kabinet. Aan constitutionele toetsing is in deze tijden kennelijk geen behoefte. Uit het feit dat het voorstel-Halsema niet genoemd wordt, kunnen we in de meest positieve interpretatie afleiden dat het kabinet er nog geen oordeel over gevormd heeft, en in de meest negatieve dat het er totaal geen behoefte aan heeft.

Maar kabinetssteun of niet, het staat er treurig voor met dit dappere voorstel om toetsing van wetten aan enkele artikelen van de Grondwet mogelijk te maken: de laag stof op het tweede lezingsvoorstel wordt steeds dikker, er is nog altijd geen nota naar aanleiding van het verslag, initiatiefneemster Halsema is vertrokken en haar opvolgster – ook voor de verdediging van het wetsvoorstel – Jolande Sap heeft er onlangs ook de brui aan gegeven. De momenteel vierkoppige GroenLinksfractie in de Tweede Kamer lijkt niet uit te blinken in constitutioneel-rechtelijk talent, dus het is nog maar de vraag wie de verdediging het beste over kan nemen en op welk moment.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Volgende