Duopolie | Sportexplosie
COLUMN - Nadat de spelen van Sotsji deze winter de tv domineerden, zij wij de afgelopen maand gehypnotiseerd door het WK voetbal. Dit is geen toeval, want hoewel 2014 een jaar is met uitzonderlijk veel sport, lijkt sport een steeds belangrijker plaats in de maatschappij te krijgen.
Het Sociaal Cultureel Planbureau brengt regelmatig een uitgebreid overzicht van sportgerelateerde cijfers uit, zoals het rapport ‘Sport in the Netherlands‘ uit 2009 en dit 268 pagina’s dikke rapport uit 2010. Daaruit leren we dat 50% van de Nederlanders regelmatig aan sport doet, waarbij zwemmen en voetbal het populairst zijn. Dit is een toename van zo’n tien procentpunt ten opzichte van begin jaren negentig. Hoewel mensen in alle leeftijdscategorieën meer zijn gaan sporten, is de stijging is het grootst voor mensen tussen 45 en 65 jaar.
We geven ook steeds meer uit aan sport: tussen 1992 en 2007 is het aandeel van sportuitgaven in de totale bestedingen met ongeveer 15% gestegen tot een dikke 200 euro per persoon per jaar. Daarmee is sport een belangrijke economische sector geworden. Een rapport van de Europese Commissie uit 2012 berekent dat sportgerelateerde uitgaven 1.76% van het Europese BNP beslaan en voor meer dan 2% van de werkgelegenheid zorgen. Dat is meer dan het aandeel van landbouw en visserij samen. Dat aandeel neemt bovendien toe naarmate een land rijker wordt. Sportuitgaven hebben een inkomenselasticiteit van 1.14: voor elke procent toename in het nationaal inkomen groeien de uitgaven aan sport met 1.14%.