Bepaalt je taal je emotie?

Comparison of universal colexification networks of emotion concepts with Austronesian and Indo-European language families Waarover hebben we het als we het over emoties hebben? Dat valt nauwelijks te zeggen. Wie als kind leert wat een poes is, kan door een volwassene in de buurt tenminste nog worden gewezen op een aantal geslaagde voorbeelden van poezen. Maar je kent als mens alleen je eigen gevoelens: hoe weet je dan dat het liefde is dat je voelt, of woede, of eenzaamheid? Berouw Het lijkt alleen al om die reden bijzonder ingewikkeld om in te zien of sprekers van verschillende talen ook verschillende gevoelens hebben: of de manier waarop je je emoties uitdrukt ook implicaties heeft voor die emoties zelf. Toch wordt het een beetje gesuggereerd in sommige presentaties van een recent in Science gepubliceerd onderzoek naar termen voor 24 emoties in bijna 2500 talen uit 20 taalfamilies. In dat onderzoek werd vergeleken wat voor termen precies samenvallen in een bepaalde taal: colexificatie wordt dat genoemd.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: MCAD Library (cc)

Mansplaining

COLUMN - Wie wil begrijpen hoe woordbetekenis werkt, doet er goed aan de komende tijd het woord mansplaining in de gaten te houden. Het woord komt ineens opduiken – volgens Wikipedia sinds 2010 ongeveer –, ook in allerlei Nederlandse teksten.

De term verwijst oorspronkelijk naar een bepaalde manier van dingen uitleggen aan iemand terwijl de uitleggee het misschien net zo goed of zelfs beter weet dan de uitlegger. Er zit blijkens de naam bovendien meteen een associatie aan vast, namelijk dat het iets is dat mannen vaak doen, en wel wanneer ze met vrouwen praten.

De eerste vraag die zich nu voordoet, is: bestond mansplaining nog niet voor 2010?  Op het eerste gezicht is het antwoord simpel: natuurlijk wel. Het is niet voor niets dat het woord zich zo snel verbreid, het voldoet kennelijk aan een behoefte. Ook in Nederland herkennen we het fenomeen kennelijk zo gemakkelijk dat we het Engelse woord onmiddellijk overnemen, en je het in allerlei kringen inmiddels onbekommerd kunt gebruiken zonder uitleg.

Pedant

Ik heb – voor mijn doen – best lang gedaan over bovenstaande alinea met een uitleg van het begrip omdat ik bang was dat het, nu ja, mansplainerig zou klinken.

En dat laatste is nu juist eigenlijk wel weer veelzeggend. Zou ik voor 2010 ook diezelfde aarzeling hebben gehad? Ik was misschien bang geweest om pedant te klinken, want dat is iets dat dicht in de buurt ligt. Maar het is niet hetzelfde.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Chris (cc)

Lachen als taal

COLUMN - “Nu is het toch al bijna 2016,” constateerde NRC Handelsblad twee dagen geleden, “en het is nog steeds niet bekend wat iets nou precies grappig maakt.” De krant schreef over de moeilijkheden die psychologen hebben bij het onderzoek naar humor. “Zo is er geen algemeen geaccepteerde definitie van het begrip humor.”

Maar de redding is nabij en komt uit de taalkundige hoek. Vorige maand werd in Amsterdam het twintigste zogenoemde Amsterdam Colloquium gehouden, waarin taalkundigen, filosofen en anderen die geïnteresseerd zijn in de betekenis van taal. Een van de lezingen laat zien (‘Understanding Laughter’ van Jonathan Ginzburg e.a. <hier>) wat er schort aan de psychologische benadering. Je moet niet proberen te begrijpen wat humor is, maar wat het betekent als mensen lachen.

Bananenschil

De (slimme) truc die Ginzburg en zijn collega’s daarbij toepassen is: doen alsof lachen eigenlijk een taaluiting is, iets dat een vorm heeft (hahahaha) en een betekenis.
Er zijn volgens Ginsberg twee soorten betekenis:

•Een soort oerbetekenis die betekent ‘ik vind dit prettig’, en die kinderen bijvoorbeeld al hebben.
•De betekenis: ‘incongruïteit’, de lezer laat merken dat hij het ene niet vindt kloppen met het andere (‘Deftige dame stapt op bananenschil.’ ‘Hahahahaha’).

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

700 milliseconden voor je ‘nee’ zegt

COLUMN - janeeIn de categorie Kleine bevindingen die desalniettemin grote bevrediging schenken vandaag een onderzoekje dat Sara Bögels en een aantal andere Nijmeegse onderzoekers volgende week op een congres in Göteborg presenteren, en waaruit onomstotelijk is aangetoond dat mensen een schokje in hun hoofd krijgen als op een vriendelijk verzoek onmiddellijk ‘nee’ volgt. Dat schokje blijft weg als je onmiddellijk ‘ja’ zegt, of als je even wacht met antwoorden.

Uit een groot aantal uit het ware leven geplukte en voor de wetenschap opgenomen echte conversaties tussen willekeurige Nederlanders en Vlamingen hadden de onderzoekers een aantal minidialoogjes geknipt waarin iemand een verzoek deed, of een uitnodiging, of een aanbod, en waarop een ander reageerde met ja of nee. Het geluidsbestand van die dialoogjes werden met de computer zodanig gemanipuleerd dat er ofwel 300 ms ofwel 1000 ms pauze lag tussen het einde van de vraag en het begin van het antwoord. 1000 ms is een hele seconde en dat is een lange tijd (probeer het maar); 300 ms voelt daarentegen als een onmiddellijk antwoord.

De zo gemanipuleerde bestandjes werden vervolgens voorgelegd aan taalgenoten die in een hersenscanner lagen.
En toen bleek dus dat er een verschil is bij 300 ms, zoals uit het bovenstaande grafiekje blijkt. Een schokje door de hersengolven is groter bij nee dan bij ja (de rode lijn ligt enige tijd boven de stippellijn), terwijl het verschil bij 1 seconde verdwenen is. Het is het soort schokjes dat onderzoekers meestal observeren als iemand iets onverwachts meemaakt (iemand zegt ‘ik at een boterham met sokken’: zie je, nu heb jij het schokje net gevoeld).

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Waarom heet een stoel een stoel?

COLUMN - nwa_logo_nlMarc van Oostendorp gaat in op voor taalkundigen onverwachte vragen die ‘het publiek’ gesteld heeft aan de Nationale Wetenschapsagenda.

Misschien dat de oproep van de Nationale Wetenschapsagenda aan het publiek om vragen te stellen aan de wetenschap bedoeld was om vragen op te roepen die volkomen naïef zijn en juist daardoor de wetenschapper even terugbrengen naar zijn eigen oorspronkelijke enthousiasme voor het onderzoek. Ja! Dat is het soort dingen dat ik ooit wilde weten.

Vragen, kortom, als:

Waarom heet een stoel een stoel?

Ik vraag me dit soms af, iemand heeft ooit de “stoel” bedacht. Maar wat als een ander persoon ooit de “stoel” en de “tafel” door elkaar heeft gehaald? Dan is een “tafel” dus een “stoel” en andersom. Hoe kunnen we dit ooit weten?

 

Een taalkundige die ook maar een knip voor de neus waard is, roept dan:
maar in het Russisch wordt een tafel stol genoemd! En verwijst voor de rest van de vraag door naar het loket van de taalfilosoof. De vraag van deze vragensteller is namelijk al eerder gesteld, en wel door Plato in diens dialoog Cratylus. De conclusie daar was ongeveer dat er inderdaad iemand ooit een naam voor stoel heeft bedacht die een enorm logische en transparante naam was: aan die naam kon je al zien dat het stoel betekende. Sinds die Oorspronkelijke Naamgever is het woord wel steeds verder gedegenereerd in allerlei talen.