Esarhaddon (3) – Cimmeriërs en Scythen

Het is 679 v. Chr. Een horde ruiters trekt al moordend en plunderend door het Taurusgebergte. Gezeten op hun paarden vertrappen ze het voetvolk en laten ze een pijlenregen neerdalen op hun vijanden. Niemand lijkt te zijn opgewassen tegen deze ruiters, die zichzelf Cimmeriërs noemen. Waar de Cimmeriërs vandaan komen weet niemand, maar gelet op hun vreemde taal moeten ze van ver zijn gekomen. Zo’n 35 jaar eerder waren ze verschenen aan de grenzen van Uishdish – een koninkrijk in het noordwesten van Iran – waar ze de Assyrische koning Sargon II bijstonden op zijn veldtocht tegen Urartu. Niet lang daarna keerden de ze zich echter tegen de Assyriërs. In 705 v. Chr. sneuvelde Sargon II op een veldtocht tegen hen. Sindsdien trekken ze rond door het Taurusgebergte en het Zagrosgebergte, al moordend en plunderend, zonder zich ergens te vestigen.

Door: Foto: Verloren Oudheid
Foto: Verloren Oudheid

Verloren Oudheid | De Opkomst van het Perzische Rijk – Deel 2

COLUMN - In mijn vorige column schreef ik hoe de Medische krijgsheren onder bescherming van de Assyrische koning steeds machtiger werden. Een krijgsheer die door de Assyrische koning werd erkend kon op diens steun rekenen wanneer zijn gezag van onderop werd betwist. Hierdoor kreeg het ‘ambt’ van stamhoofd een meer permanent karakter. Bovendien leidde de Assyrische kolonisatie tot een toename van de handel langs de Khorasan-route. De Medische krijgsheren verrijkten zich en lieten heuvelforten, heiligdommen en zuilenhallen bouwen.

Het einde van de Assyrische overheersing
Uitgaande van deze situatie kan men zich goed voorstellen dat het einde van de Assyrische overheersing verstrekkende gevolgen moet hebben gehad voor de Meden. Welke gevolgen dat precies waren is moeilijk te achterhalen. De Assyrische bronnen maken na 656 v. Chr. geen melding meer van de Meden en in het archeologisch bestand is te zien dat veel heuvelforten in deze periode worden verlaten. Waar eerst krijgsheren met hun entourage vertoefden, nemen nu herders met hun vee hun intrek. Om te achterhalen welke ontwikkelingen zich in de Duistere Periode tussen 670 en 550 v. Chr. hebben voltrokken zijn we aangewezen op een klein aantal Babylonische en Hebreeuwse bronnen en Griekse auteurs als Herodotus, die veel later schreven. Het idee dat de Meden in deze Duistere Periode een wereldrijk hebben gesticht is vooral gebaseerd op het werk van Herodotus.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.