Vrij verkeer van personen

Het terugbrengen van de grenscontrole naar de grens doet geen afbreuk aan de teneur van Schengen, dat altijd al was gericht op controle, identificatie, registratie, data-uitwisseling en (geheime) politiesamenwerking rond het verkeer van personen. Een gastbijdrage van Hugo Durieux ‘In navolging van Duitsland voert nu ook Frankrijk grenscontroles aan zijn hele grens in. Wat blijft er over van het vrije verkeer van diensten en personen? “Schengen erodeert”’, schrijft de NRC (betaalmuur) op 19 oktober 2024. ‘Het wordt gezien als één van de grote verworvenheden van de Europese Unie dat douanegebouwtjes bij de grenzen zijn vervangen door welkomstbordjes. Maar aan die Europese openheid lijkt rap een einde te komen: vrijdag kondigde de Franse premier Michel Barnier grenscontroles aan over de hele Franse grens. Dat deed hij in navolging van de Duitse bondskanselier Olaf Scholz die een maand eerder eenzelfde maatregel aankondigde om irreguliere migratie, grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme te voorkomen. Diezelfde redenen motiveren het Franse besluit.’ Dat de douanegebouwtjes bij de grenzen zijn vervangen door welkomstbordjes, dat klopt. Maar dat Schengen de grenscontroles ter bestrijding van irreguliere migratie, grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme had doen verdwijnen, dat is een fabel. De grenscontroles bestonden nog steeds en hebben altijd bestaan, maar heetten sinds de inwerkingtreding van het verdrag in Nederland bijvoorbeeld ‘binnenlands gericht vreemdelingentoezicht’. En dat kan, net zoals ook in Frankrijk, plaatsvinden op onder meer de internationale treinen, tot in Amsterdam of Paris zelf, maar ook op de autosnelwegen. Vrij verkeer van kapitaal? Ja, dat is nooit een zorg geweest Eind jaren tachtig begon de Nederlandse vereniging voor strafrechthervorming Coornhert-Liga met de publicatie van het Crimineel Jaarboek. In de edities van 1991 en 1992 ging ik in op de officiële beweringen dat met het Verdrag van Schengen (dat is het Akkoord van Schengen uit 1985 en het Aanvullend Akkoord van 1990) het ‘Europa van de burger’ tot stand kwam, waarin het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal zijn beslag kreeg tussen alvast de Benelux, Frankrijk en Duitsland. Vrij verkeer van kapitaal? Ja, dat is nooit een zorg geweest, blijkt als je bijvoorbeeld alleen al kijkt naar het uitgebreide onderzoek van Pour (Franstalig) naar belastingontwijking en -ontduiking. Vrij verkeer van goederen en diensten, het zal wel. Maar vrij verkeer van personen, ho maar! Ongewenste migranten, drugs, grensoverschrijdende criminaliteit, terrorisme, hooliganisme … er is altijd wel een voorwendsel geweest om de controle over mensen en hun bewegingen in stand te houden en te intensifiëren. De Europese verdachte als Europese gedachte Mijn bijdrage in Crimineel Jaarboek 1991 heette ‘Schengen: het Europa van de controleurs’ en ik onderzocht daarin wat Schengen specifiek betekende voor migratiebeleid en vreemdelingentoezicht, voor informatieopslag en -uitwisseling, en voor het nationale beleid van lidstaten inzake ‘verdovende middelen van enige aard’. (Gerard Mols had het een jaar eerder over ‘De Europese verdachte als Europese gedachte’.) De slotalinea van mijn stuk begon zo: ‘Het overleg dat uiteindelijk tot de Akkoorden van Schengen zou leiden, had oorspronkelijk te maken met het opheffen van allerlei douanebelemmeringen bij grensoverschrijdend vrachtvervoer. Van dat alles is in het Aanvullend Akkoord één titel van zes artikelen overgebleven. Daarnaast zijn er ruim tien artikelen met technische bepalingen en definities. De overige 120 artikelen hebben te maken met mensen weghouden, mensen controleren en mensen straffen. Het denken over Europese eenmaking en vrij personenverkeer vindt op dit ogenblik overwegend plaats in termen van nationale veiligheid, criminaliteitsbestrijding en justitie. De benadering ligt dan voor de hand: strafrechtelijke harmonisatie, internationale politiesamenwerking en grensverdediging (ook binnenlands), Europese informatiebestanden, geheimdoenerij (de vijand luistert mee).’ Inzet Koninklijke Marechaussee richt zich op bepaalde concentraties Een jaar later, in Crimineel Jaarboek 1992, ging ik in op het ‘Eindrapport Projectgroep Schengen’ dat was uitgebracht door het parket van de Procureur-Generaal bij het Gerechtshof Arnhem. Dat rapport was bedoeld als een inventarisatie van de praktische gevolgen van de beoogde geleidelijke opheffing van de grenscontroles voor justitie- en politiediensten in het ressort Arnhem. In dit rapport lag (vanzelfsprekend?) de nadruk op grensoverschrijdende politiesamenwerking en op ‘binnenlands toezicht op Nederland inreizende grenspassanten’. De projectgroep is voorstander van een ‘geïntensiveerd binnenlands vreemdelingentoezicht’. Hij stelt daarbij dat dat toezicht niet beperkt mag blijven tot de grensstreek, maar ‘dat de inzet van de Koninklijke Marechaussee zich zal moeten richten op bepaalde concentraties: de inzet moet flexibel zijn.’ In 1992 schreef ik daarbij: ‘Aan de zuidgrens vindt het landinwaarts gerichte vreemdelingentoezicht door de Marechaussee steekproefsgewijs en binnen een vrij smalle grensstrook plaats. Dat gaat dan zo: « op de eerste parkeerplaats na de grens wordt een controlepost ingericht. Motorrijders rijden tussen de grens en deze parkeerplaats en leiden inreizende te controleren voertuigen naar de controlepost waar de persoonscontrole plaatsvindt. »’ En bepaalde concentraties? Zou men misschien de (grote) steden bedoelen? Maar hoe daar inreizende grenspassanten of illegale immigranten herkennen? Door te screenen op wat in het Frans heet le délit de sale gueule (op uiterlijk beoordeeld worden). Grote sportevenementen zijn voldoende reden om grenzen te controleren Op 20 oktober weet De Standaard: ‘Op zich doen Duitsland en Frankrijk niets illegaals. Toen de vijf landen het Schengenverdrag ondertekenden, waren ze zich bewust dat er risico’s aan verbonden waren. Daarom werden clausules opgenomen waardoor landen opnieuw controles konden invoeren. Dat is daarna geregeld ook gebeurd. Frankrijk deed het bijvoorbeeld na de grootschalige IS-aanslagen in Parijs en vooral tijdens de coronacrisis voerden bijna alle landen opnieuw controles in. Maar landen lijken almaar makkelijker naar het middel te grijpen. Ook grote sportevenementen zijn een voldoende reden om de grenzen te gaan controleren. Duitsland en Frankrijk deden het dit jaar naar aanleiding van het EK voetbal en de Olympische Spelen. Maar vooral migratie veroorzaakt een domino-effect in de hele EU. Oostenrijk is de kampioen tijdelijke controles. Sinds 2006 voerde die al 63 keer in. (sic) Sinds half mei zijn ze opnieuw van kracht en worden ze ook verlengd. Aanvankelijk zouden de verscherpte controles vorige week aflopen, maar ze worden verlengd tot midden april 2025. De reden? “De risico’s verbonden aan illegale migratie en de druk op het opvangsysteem voor asielzoekers.” Ook Denemarken en Zweden zijn weer beginnen te controleren. Zij wijzen daarvoor niet meteen naar migratie, maar vooral op “terreurgevaar en georganiseerde misdaad”. Zelfs Noorwegen, dat als niet EU-land tot de Schengen-groep hoort, controleert opnieuw en geeft als reden mogelijke sabotage-acties in de energiesector aan. Oslo wijst daarbij in de richting van Moskou.’ Schengensysteem was nooit gericht op vrij verkeer van personen De nieuw ingevoerde grenscontroles zouden vooral via steekproeven plaatsvinden. Maar controles aan de grens of niet, het maakt allemaal niet veel uit. Het hele Schengensysteem was nooit gericht op het vrij verkeer van personen. De Projectgroep Schengen schreef in 1990: ‘Op het eerste gezicht lijkt hetgeen aan de Oostgrens wordt opgespoord, tegengehouden en verwijderd gigantisch. Zo zijn er in 1988 meer dan 60.000 vreemdelingen tegengehouden en ruim 16.000 signaleringen uit het opsporingsregister onderkend. De overgrote meerderheid echter (bijna 80 %) van geweigerde vreemdelingen bestaat uit Duitsers, die geen paspoort bij zich hebben. De signaleringen betreffen vooral Nederlanders, die nog een geldboete hadden uitstaan. Niettemin levert zo’n grens ontegenzeggelijk voordeel op, de grens is eigenlijk de enige plaats in Nederland waar de algemene identificatieplicht geldt.’ Met andere woorden, het overgrote deel van wat aan zo’n grens wordt opgespoord, tegengehouden en verwijderd bestaat uit slordige en vergeetachtige burgers. De clou zit in het laatste zinnetje: het afdwingen van een algemene identificatieplicht (die toen in Nederland nog niet bestond – zie in CJ 87-88 ‘Algemene beperkte legitimatieplicht’ en in CJ 1992, ‘Identificatieplicht: van anonieme verdachte naar anonieme vreemdeling’). In zekere zin bevestigen verdragen als dat van Schengen (de twee Akkoorden plus verdere uitvoeringsovereenkomsten) het complex van bestaande instituties, procedures, analyses en overwegingen, inschattingen en tactieken, dat Foucault gouvernementalité noemt. Zij formaliseren machtsverhoudingen tussen en binnen staten en belangengroepen, en bieden een (juridisch) raamwerk voor het verder uitbouwen en ontwikkelen van bestaande praktijken en denksystemen – al dan niet openbaar en transparant. In 1991 schreef ik daarover: ‘Misschien is het enigszins wrang dat uitgerekend de staatssecretarissen Kosto en Dankert de voldongen feiten van Schengen (en Dublin) bij de Kamer moesten verdedigen. Blijkbaar hebben zij, na hun aantreden, wel nog getracht het maximum aan openbaarheid rond de verdragen te bedingen. Daarbij moesten zij echter opboksen tegen de achterkamer-mentaliteit bij de andere verdragspartners en bij hun eigen ambtenaren. « De vergelijking dringt zich op met de onderhandelingen destijds over de kruisraketten; ook daar kon van open onderhandelingen geen sprake zijn en dit werd door het parlement ook aanvaard », is de mening van tijdelijk Schengen-ambtenaar Th. Bot.’ In die zin doet het terugbrengen van de grenscontrole naar de grens geen afbreuk aan de teneur van Schengen, dat altijd al was gericht op controle, identificatie, registratie, data-uitwisseling en (geheime) politiesamenwerking rond het verkeer van personen. Nee, Schengen erodeert dus niet. Dit artikel verscheen eerder bij 'rivieren & meren'

Door: Foto: bobbsled (cc)
Foto: cc commons.wikimedia.org Switzerland-Italy border at Chiasso, Switzerland

Chaotische herstart van Schengen

COLUMN - De voorbereidingen voor de herstart van Schengen verliepen soepel. Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en Zwitserland kwamen overeen de grenzen stapsgewijs te heropenen. Geheel onverwacht kondigde Italië aan haar grenzen eerder open te stellen. Waarom doet Italië dat? Een gastbijdrage van politicoloog en taalkundige Elsje Moulijn.

Vorige week was er een goed bericht: de regeringen van Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk en Zwitserland hebben besloten hun grenzen de komende maand in twee stappen te heropenen. Dit kan omdat deze landen zich in ongeveer dezelfde fase van de pandemie bevinden. De grenzen naar Italië en Spanje, waar de epidemiologische situatie minder goed is, blijven voorlopig dicht, zo werd bekendgemaakt.

Op vrijdag 15 mei ging de eerste stap in werking.

Op die dag is een deel van de grenzen tussen deze vier landen weer geopend, waarbij alleen nog steekproefgewijs wordt gecontroleerd. Je moet zelf een formulier invullen waarop je aangeeft waarom je over de grens bent gegaan. Dit mag alleen voor werk, voor familiebezoek, om naar je eigen vakantiehuis te gaan of om een volkstuin te onderhouden (ja echt, Duitsers hebben volkstuintjes in Zwitserland en vice versa). Over de grens gaan voor toeristische bezoekjes, om te tanken of om inkopen te doen is nog steeds verboden.

Hoeveel zou de ineenstorting van Schengen Europa kosten?

Tientallen tonnen mestvrachten aan geld in ieder geval, volgens de Bertelsmann stichting, een van de voornaamste neoliberale denktanks van Duitsland.

Tijd is geld, en langere wachttijden aan de grens betekenen hogere kosten voor het bedrijfsleven aan personeel en grotere voorraden, daarmee gepaard gaande hogere productiekosten, waardoor prijzen voor producten zullen stijgen. Hogere prijzen laten zich omslaan in afnemende consumptie, alsmede een slechtere concurrentiepositie waardoor exporten zullen dalen.

Foto: danor shtruzman (cc)

Schengen repareren is niet voldoende

Het oplossen van de problemen van het Schengengebied zal Europa’s vluchtelingencrisis niet verhelpen. Dit is een crisis in buitenlandpolitiek die overloopt naar binnenlands terrein; het zal zowel buiten als binnen Europa opgelost moeten worden.

In januari gaf de Europese Commissie Griekenland drie maanden om haar grenscontroles te verbeteren, en vluchtelingen en migranten effectiever te administreren, of schorsing te riskeren uit het grenzenloze Schengengebied. Grenscontroles zijn opnieuw ingesteld door zes van de zesentwintig Schengenstaten (Oostenrijk, Frankrijk, Denemarken, Duitsland, Noorwegen en Zweden).

Hongarije bouwde vorige jaar een hek om migranten die vanuit Servië aankomen buiten te houden. EU-ministers discussiëren over de vraag of men de Schengenovereenkomsten voor twee jaar moet opschorten.

De EU kijkt naar binnen voor oplossingen van haar problemen, terwijl het eveneens de blik naar buiten zou moeten werpen.

De vluchtelingencrisis is niet louter het gevolg van de tekortkomingen van Schengen. Overheden zijn overweldigd door de enorme aantallen immigranten, en zelfs met betere beleidsmaatregelen om migratie en grensbewaking te regelen, zouden ze worstelen om de massa’s die de korte trip van Turkije naar de Griekse eilanden maken beheersbaar te houden.

Wanneer vluchtelingen eenmaal de Griekse territoriale wateren bereiken, worden ze Europa’s probleem.

Zeker zijn er veel economische migranten die naar Europa komen om hier het geluk te beproeven, maar de meerderheid van degenen die het afgelopen jaar naar de Griekse eilanden en Italië zijn afgereisd, zijn echte vluchtelingen geweest.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Oh ja, die lastige wetgeving…

Sinds 2005 wordt gewerkt aan een landelijk netwerk van kentekenherkennings-camera’s aan de Nederlandse grensovergangen en nu zijn ze klaar voor gebruik. Een probleempje: wetgeving en internationale verdragen liggen dwars. Het gevolg: mogelijk is er negentien miljoen euro voor niets uitgegeven.

Wat is er aan de hand?

Per 1 januari zou het project @migo-boras moeten starten. Camera’s bij alle grote grenspassages (vijftien in totaal) en bij zes mobiele teams registreren alle kentekens die voorbij zoeven. Met die kentekens kan de Marechaussee – en in haar kielzog een hele zwik Nederlandse (en buitenlandse) opsporingsdiensten – twee dingen doen.

Ten eerste handhaven. De gescande kentekens worden vliegensvlug vergeleken met een zwarte lijst. Zo plukt de Marechaussee in enkele microseconden auto’s eruit waar iets mis mee is, tenminste volgens de zwarte lijst. Dat kunnen bekende mensensmokkelaars zijn, of belastingontduikers, mensen die nog een boete open hebben staan, of waarvan de verzekering niet klopt.

Ten tweede kan @migo-boras voor opsporing en intelligence worden gebruikt. Er is dan nog niets bekend over een mogelijk misdrijf of gedraging, maar door het analyseren van al dan niet geanonimiseerde verkeerspatronen kunnen slimme informatie-analysten afwijkende gedragingen destilleren. Of anders gezegd: ze kunnen profileren. Wie in een bepaald risicoprofiel past, wordt eruit gepikt en door de Marechaussee aan de tand gevoeld. Uiteraard is er ook een voorziening gemaakt voor ‘afgeschermd onderzoek’ zodat platte petten niet mee kunnen kijken. Dit is natuurlijk voor de AIVD bedacht.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Quote du Jour | In de val

“The European crisis will be a humanitarian crisis in Greece with thousands of trapped refugees and migrants.”

De Griekse minister Yiannis Mouzalas ziet de bui al hangen: Europa gaat de vluchtelingencrisis oplossen door zijn land uit de Schengen-zone te gooien (maar wel netjes je schulden afbetalen, hè).

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Golf vluchtelingen Arabische Lente blijft uit

DATA - Arabische vluchtelingen overspoelen als gevolg van de Lente het Italiaanse eilandje  Lampedusa. Italië kan ze niet allemaal aan, dus die enorme stroom asielzoekers trekt de rest van Europa in. Nederland gaat hier ook last van krijgen, Schengen moet nodig op de schop.

Zo was ongeveer de teneur van de berichtgeving afgelopen april en mei in de Nederlandse media als het ging om vluchtelingen als gevolg van de onrusten in de Arabische landen. Nu, een paar maanden later, kunnen we zien of die doemscenario’s ook zijn uitgekomen. Zijn we overspoeld?

Twee typen migranten klopten aan in Lampedusa: asielzoekers en ‘gelukszoekers’. Asielzoekers ontvluchten hun land vanwege geweld of honger, deze mensen komen in aanmerking voor asiel. Gelukszoekers hopen dat er in Europa economische voorspoed op hen wacht. De groep Noord-Afrikanen die vluchtte vanwege het geweld in bijvoorbeeld Libië, komt in aanmerking voor een (tijdelijke) verblijfsvergunning, de groep die vertrok omdat er in hun land economisch (nog) niets verbeterd is niet.

De asielverzoeken die de eerste helft van dit jaar in Europa zijn ingediend, moeten daarom een flinke verhoging laten zien. Er is inderdaad een kleine verhoging zichtbaar, maar het gaat om één of enkele duizenden mensen extra. In de eerste zes maanden van dit jaar vroegen 200 mensen afkomstig uit Egypte, Libië, Tunesië, Jemen en Syrië asiel aan in Nederland. In dezelfde periode in 2010 waren dat er 195 en in 2009 125, blijkt uit cijfers van Eurostat. In totaal is het aantal asielaanvragen in Nederland dit jaar afgenomen. In de eerste helft van 2011 kwamen er 5.710 asielaanvragen binnen, in 2010 op 6.400 en in 2009 vroegen 7.090 mensen in Nederland asiel aan.  De afname in aanvragen van mensen afkomstig uit Irak en Afghanistan zorgt voor een groot deel van de daling.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

The EU’s new politics of movement

Een gastbijdrage van Hugo Brady, senior research fellow aan het Centre for European Reform.

The freedom enjoyed by EU citizens to live and work in each others’ countries is a unique liberty. It is the basis around which European governments have tried to build a single border, a compensatory system of co-operation between police, judges and immigration officers and a common refugee policy. But hardening attitudes towards immigration in many countries and widening policy disagreements between governments and the EU’s institutions are exposing fault-lines in this structure. As the cracks threaten to widen over the coming months, policy-makers face some tricky dilemmas.

For a start, some EU governments are struggling with the very concept of the free movement. The Dutch government – prodded by far-right politician and coalition kingmaker Geert Wilders – recently announced that it wants to renegotiate the free movement directive. At first sight, the Dutch demand does not seem that outrageous: change the law to allow governments to deport EU nationals with criminal records back to their home countries. The problem is that any re-opening of the 2004 directive risks sparking a plethora of demands from France, Italy or Britain to restrict free movement in other ways. The law was also at the centre of last year’s spectacular row between the European Commission and France over arbitrary deportations of Roma. Poorer countries like Poland, Hungary or Romania would be livid, leading to a bitter split between east and west and, possibly, north and south.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Quote van de Dag: Grenscontroles

[qvdd]

We zien een stijging in grensoverschrijdende misdaad: drugs, Oost-Europeaanse bendes, mensensmokkel, valutasmokkel enzovoorts. Een van de meest effectieve methodes om dit te bestrijden zijn grenscontroles. Dit wordt zo snel mogelijk ingesteld.

Aldus de Deense minister van Financiën Hjort Frederiksen. Denemarken zaagt aan de poten van het Schengenverdrag.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.