PVV: Wilders: Ik ben geen robot
DEN HAAG – PVV-leider Geert Wilders beschuldigt PvdA-ministers Guusje ter Horst en Eberhard van der Laan van beïnvloeding van zijn rechtsgang. Het is ’wel heel toevallig’ dat kort voor zijn proces een rapport uitlekt waaruit blijkt dat de PVV-leider discrimineert en dat Van der Laan datzelfde weekend zijn partij een bedreiging voor de rechtsstaat noemt.Wilders vermoedt opzet, zegt hij in een interview met deze krant. Wilders moet op 20 januari voor de rechter verschijnen, omdat het openbaar ministerie hem vervolgt voor discriminatie en het aanzetten tot haat. „Ik weet zeker dat het rapport van Ter Horst en de uitspraken van Van der Laan van invloed zijn op mijn proces. De ministers begeven zich hiermee op heel glad ijs. Het is hoe dan ook ontzettend kwalijk en laakbaar dat ze het proces beïnvloeden.” Wilders zegt bovendien opzet te vermoeden.
„Ik kan dat niet hard maken”, zegt hij. „Maar het vermoeden heb ik zeker. Ik heb advocaat Gerard Spong, de instigator van mijn vervolging, al horen zeggen dat hij vindt dat het Openbaar Ministerie het rapport in de rechtszaak moet gebruiken.” Een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse zaken noemt de aantijgingen van Wilders ’onzin’. „Er bestaat een enkele relatie tussen het rapport en de rechtszaak tegen Wilders”, aldus een woordvoerder van Ter Horst. Veel maakt dat niet uit, zegt Wilders, omdat het kwaad al is geschied. „Het effect is dat ik straks voor een rechter sta in een tijd dat ministers, en in hun voetspoor ook Kamerleden, werkgeversorganisatie VNO-NCW en vakbond FNV, hebben gezegd dat ik een racist en een gevaar voor de rechtsstaat ben.” Wilders, die bijgestaan wordt door advocaat Bram Moszkowicz, denkt niettemin dat de rechter hem vrijspreekt.