2022 is door de brute aanval van de Russen op Oekraïne nu al een gedenkwaardig jaar. Maar niet alleen door deze onacceptabele daad van agressie onderscheidt 2022 zich van voorgaande jaren.
Zelden was er in het land een breed gedragen gevoel van protest zo zichtbaar als dit jaar. Dit bleek en blijkt nog steeds uit het op veel plaatsen wapperen van een omgekeerde, Nederlandse vlag.
Ook opmerkelijk waren de momenten dat een rechter Onze Overheid moest corrigeren; tot de orde moest roepen. Dit geschiedde niet alleen ten aanzien van het Ministerie van Defensie, in het stikstofdossier, bij de Toeslagenaffaire en m.b.t. de asielopvang, maar ook inzake het ontgassen. De rechter vonniste in oktober (RBDHA : 2022 : 10721) dat het jarenlang door het Ministerie van I&W gebruikte argument dat de provinciale ontgassingsverboden niet op de Rijkswateren zouden gelden, onjuist is. Lariekoek.
De rechter veegde naar mening van ondergetekende daarmee niet alleen dit argument van tafel, maar tevens ook een andere, dikwijls genoemde reden, waarom Onze Overheid niet op het ontgassen zou kunnen handhaven: het nog in te voeren CDNI-Verdrag. Deze eveneens ‘hogere regeling’ ( gelijk het ADN ) zou een landelijk verbod op het ontgassen in de weg staan. De rechter stelt in paragraaf 5.4 van het vonnis echter dat er geen hogere regeling is, welke de provinciale ontgassingsverboden nietig zou kunnen verklaren. Wanneer geen ‘hogere regeling’ een provinciaal verbod nu onmogelijk maakt, kan een ‘hogere regeling’ in wording, het CDNI, dan momenteel wel een landelijk verbod dwarsbomen?
Tevens stelt de rechter dat de provincie Zuid-Holland ‘binnen de grenzen van artikel 1.2 van de Wet Milieubeheer is gebleven’, waarmee de rechter erkent dat het toepassen van de Wet Milieubeheer in het kader van een provinciaal ontgassingsverbod niet in strijd is met de komst van het CDNI-Verdrag; wel wanneer het verdrag eenmaal van kracht is. Het kan dan toch niet zo zijn dat een provincie binnen de grenzen van artikel 1.2 van de Wet Milieubeheer wel een verbod op het ontgassen kan afkondigen en de rijksoverheid niet, zoals deze voortdurend beweert??
De uitspraak van de rechtbank in Den Haag heeft volgens ondergetekende ook consequentie voor het ontgassingroutekaartje van de IL&T. Dit kaartje is namelijk op het ADN gebaseerd. Het kaartje toont niet alleen, op welke plaatsen in het kader van de veiligheid wel en niet mag worden ontgast, maar geeft als logisch gevolg van de gekozen indeling tevens aan, waar deleefomgeving van bewoners grenzend aan een Rijkswater ( het milieu ) al dan niet tegen ontgassende tankers behoeft te worden beschermd. De rechter heeft nu gezegd dat de minister ( en dus ook de IL&T ) op basis van het ADN ‘niet exclusief bevoegd is om regels ter bescherming van het milieu ten aanzien van Rijkswateren te stellen’. Zijn de minister en de IL&T met de ontgassingsroutekaart hun boekje te buiten gegaan?
Sommigen zullen nu denken dat met alle provinciale verboden het probleem van de massaal CMR-stoffen uitstotende tankers is opgelost, maar de volgende bizarre situatie is door de uitspraak van de rechter in Den Haag ontstaan.
Allereerst geldt er momenteel bijvoorbeeld in de provincie Zuid-Holland een verbod op het ontgassen van benzeen en producten met meer dan 10% benzeen. De belangrijkste reden, waarom specifiek deze stof wordt genoemd, is dat benzeen de meest bekende, kankerverwekkende stof is. Andere stoffen met een CMR-kwalificatie, die eveneens kanker kunnen veroorzaken, en stoffen met minder dan 10% benzeen vallen niet onder het verbod......!? Maakt het werkelijk iets uit, welke stof de kanker in een lichaam veroorzaakt? Is het ontgassen van 1 tank van 300 m3 met daarin dampen met 11% benzeen erger dan het ontgassen van 20 tanks met een totale inhoud van 8000 m3 leeg van een stof met 9% benzeen? Misschien moet de provincie Zuid-Holland haar verordening aanpassen en het ontgassen van alle CMR-stoffen verbieden? Moeten alle provincies met een ontgassingsverbod hun verordeningen niet per omgaande wijzigen?
Ten tweede gelden de provinciale verboden conform het vonnis dus wel degelijk op de Rijkswateren. De provincies zijn vervolgens dan ook wettelijk verplicht op deze wateren op hun ontgassingsverboden te handhaven, echter ontbreekt het hen veelal aan de middelen om adequaat te handhaven. Het Rijk heeft deze handhavingsmiddelen wel, maar een instantie als de IL&T ‘ziet hier geen taak voor zich weggelegd’, terwijl RWS met zijn enorme vloot aan patrouillevaartuigen en de in haar geheel wegbezuinigde Waterpolitie zich in dezen overwegend hullen in stilzwijgen.
De ene overheid (het Rijk) weigert de andere overheid (de provincies) in de handhaving bij te staan........!??? Het tegenover elkaar staan van overheden ziet U bijvoorbeeld momenteel ook in de stikstofcrisis: Het Ministerie van Landbouw, RWS, provincies en gemeenten concurreren met elkaar tegen de klippen op bij het opkopen van stikstofrechten.....!? Is een dergelijke situatie überhaupt wenselijk en is deze nog aan de burger uit te leggen?
De centrale overheid (het Rijk) weigert niet alleen de provincies in de handhaving te ondersteunen, zij weigert ook al jaren m.b.t. het ontgassen naar de vrije atmosfeer door tankers te handhaven op het ADN ( ontgassen via de detonatiepotten ) en de Wet Milieubeheer. De centrale overheid als ondermijnende factor van de rechtsstaat ( hoogleraren Mastenbroek en Brandsen, Trouw, november 2019)?
Zolang de overheid echter niet handhaaft op de provinciale verboden dan wel op een landelijk verbod / reeds bestaande wetgeving, zullen de meeste tankers ‘geleid door commerciële motieven’ ( uit puur financieel gewin dus ) hun ‘troep’ naar de vrije atmosfeer blijven uitstoten, ook al bevindt er zich langs elke rivier, elk kanaal en zelfs in het kleinste haventje een gesloten ontgassingsinstallatie!!
In 2017 en 2018 constateerde professor Geerlings reeds dat bij velen de ‘sense of urgency’ een einde aan het uitstoten van gevaarlijke stoffen te maken, omdat dit gevaarlijk voor het milieu en de volksgezondheid is, niet of nauwelijks aanwezig was. Welnu, ruim 60 maanden later.....zorgde 2022 aangaande dit inzicht voor een revolutionaire ommezwaai bij enkele instanties.
Op de site van de IL&T is heden ten dage te lezen dat ‘vanwege de risico’s voor mens en milieu de inspectie vraagt ladingtanks zoveel mogelijk bij een mobiele ontgassinginstallatie te ontgassen’. Een goede zaak. En in artikelen in de Schuttevaer en in Nederland Maritiem Land kondigen de Omgevingsdienst Noodzeekanaal, de provincie Noord-Holland en de gemeente Amsterdam, na jaren elke poging tot gesloten ontgassingen te komen categorisch te hebben tegengehouden, met veel tromgeroffel aan dat het nu in de Port of Amsterdam mogelijk is gesloten te ontgassen, omdat......... een gesloten ontgassing ‘zorgt voor een gezondere leefomgeving’!
Niet alleen bij instanties is er een verandering in het denken waar te nemen. Ook de ‘industrie’ in de hoedanigheid van de CTGG is nu van mening dat ‘zij een einde aan het varend ontgassen moet maken’. Helaas wordt een zeer grote groep van opdrachtgevers, die tankers te pas en te onpas ‘dwingt’ te ontgassen, niet door de CTGG vertegenwoordigd: de (internationale) handelaren met in hun kielzog......de ( internationale ) bevrachters. Desalniettemin mag een ieder hopen dat de CTGG voortvarender is dan de Taskforce Ontgassen en dat in het bijzonder Mark Harbers niet weer door allerlei ambtenaren in hun eigen koninkrijkjes in de wielen wordt gereden, zoals overheidsdienaren dit deden, toen hij de beveiligingsproblemen op Schiphol snel wilde oplossen. Dat er eindelijk een zeer spoedig einde komt aan de absurde situatie dat iedereen van heinde en ver in Nederland zijn tanks met ‘troep’ komt leeg blazen. Dat het zeer binnenkort verleden tijd is dat in tegenstelling tot de industrie de tankvaart met medeweten van de ambtenarij alle zeer schadelijke stoffen ongelimiteerd en geheel ongehinderd naar de vrije atmosfeer kan uitstoten.
Tenslotte is 2022 het jaar dat de bestuurder, die de ontgassingskar met vierkante wielen uit het Nederlandse moeras wist te trekken, vertrok. Het was niet een toezichthouder, die zich zorgen maakte om de gezondheidsrisico’s voor de bemanningen aan boord van de ontgassende tankers. Het was ook geen gedeputeerde uit een van de provincies, waar het meest wordt ontgast, die omwille van de leefbaarheid aldaar krachtig aan deze kar trok. Ook geen volhardende, Omtzigt-achtige parlementariër, die voor de grondwettelijke rechten van de bewoners in de dunbevolkte regio’s m.b.t. hun leefomgeving opkwam. Zelfs geen milieuorganisatie. Nee, het was Cora Smelik, gedeputeerde van Flevoland, aan wie een ieder te danken heeft dat er nu eindelijk enig schot in de ontgassingszaak is gekomen.
Het heeft bijna 10 jaren geduurd, voordat er dankzij mevrouw Smelik enige vooruitgang kon worden geboekt. Reeds in 2017 concludeerde de Erasmus Universiteit dat ‘er sprake van stagnatie rond het ontgassingsdossier is’, ‘dat ondernemers door wrijving tussen de vergunningstechnische en ambtelijke kant ernstig worden belemmerd het ontgassingsprobleem op te lossen’ en ‘er simpelweg te weinig ontgassingscapaciteit is’. De CTGG komt medio 2022 tot exact dezelfde ‘opzienbarende’ conclusies, wat betekent dat er al die jaren niets is gebeurd, behalve blijkbaar heel veel praten en vooral.....tijdrekken! Dat dituiteindelijk mogelijk ten koste van de volksgezondheid, het milieu en in het bijzonder de gezondheid van de mensen aan boord van de ontgassende tankers ging, maakte de verantwoordelijken gezien hun overwegend passieve handelen klaarblijkelijk weinig tot niets uit ( zoals ook het lozen van PFAS en het werken met Chroom 6 lange tijd bijna niemand ietsuitmaakte).
Hopelijk zetten mevrouw Van Gaal en mevrouw Steijven, de heren Harbers, Van der Kooij en Korteweg Maris alsmede de EVRA het werk van Cora Smelik thans op dezelfde doortastende wijze voort en weten zij te voorkomen dat het oplossen van het ontgassingsprobleem wederom stagneert en het gehele proces opnieuw verzandt. De volksgezondheid, het milieu (specifiek de leefomgeving van de bewoners van de dunbevolkte regio’s) en zeer zeker de mensen aan boord van de tankers hebben toch onderhand wel eens recht op een snelle, doeltreffende oplossing, niet?
Tot slot meen ik namens veel inwoners van Flevoland en in de andere dunbevolkte regio’s, de burgemeesters van Steenbergen en Tholen, maar ook in naam van de meeste tankerbemanningen te kunnen zeggen: Cora, BEDANKT !!!
Antwerpen, 02 december 2022A.L.Quist