Principes
In hun wanhopige zoektocht naar een hedendaags substituut voor religie, klampen sommige mensen zich vast aan schimmige zelfopgelegde leefregels: Principes. Weet je bij gelovigen tenminste nog wat de globale do’s en don’ts zijn, mensen met Principes blijven je verrassen.
De eerste regel van Principes is dan ook ‘pas over beginnen als het al te laat is’. Een helder voorbeeld van deze regel werd mij onlangs gedemonstreerd door een fietsende knaap van mijn leeftijd op het – overigens belachelijk uitgestrekte − kruispunt Europaweg-Sontweg. Hij kwam van links, maar de man die met zijn zoontje voor mij fietste had zich eigenlijk aan haaientanden te houden. Het kindje fietste duidelijk net zonder zijwieltjes. Ook duidelijk was dat het de haaientanden niet had opgemerkt. De knaap toonde geen genade en reed midden op het kruispunt het kindje aan, dat tuimelend onderuit ging en waarschijnlijk nooit meer zijn vader zal vertrouwen. De jongen fietste ondertussen vrolijk door en riep de beduusde vader nog na dat hij immers voorrang had. Vandaar.
Brengt me op de tweede regel van Principes: zodra je het woord ‘principe’ laat vallen, is er geen discussie meer mogelijk. Iemand verzoeken zijn Principes bij te stellen, is alsof je Will Smith vraagt zich af te schminken. Een uitspraak die ik in mijn gloriedagen als helpdeskmedewerker dagelijks te horen kreeg, was “het gaat me niet om die paar centen mevrouw, het gaat me om het Principe”. En voor een Principe verbel je zonder blikken of blozen vijf euro aan beltegoed of fiets je een half uur in de regen naar de suup, omdat je voor tien cent onrecht is aangedaan. Het doel heiligt de middelen.
De Principeparadox moge duidelijk zijn; terwijl mensen met Principes menen dat hun karma er dankzij hun leefwijze onwijs op vooruit gaat, laten ze juist een spoor van vernietiging achter. Doodgebloede relaties en vriendschappen (“Ik heb als laatste ge-sms’t, dus de bal ligt bij hem”), langere wachtrijen, bureaucratische rompslomp, gewonden en vooral veel ongelukkige mensen.
Althans, dat vermoed ik; vreemd genoeg heeft geen socioloog zich aan dit onderwerp gewaagd. Dit schrééuwt om een promotieonderzoek.