Salonpopulisme in de polder
OPINIE - Populisme als inhoudelijke boodschap, mits goed beargumenteerd, kan soms best hout snijden, vindt Matthijs Rooduijn.
In eerste instantie was ik niet zo enthousiast over de term ‘salonpopulisme’. NRC-journalist Pieter van Os ontwikkelde deze term om te laten zien dat populisme niet alleen iets is voor lageropgeleiden en partijen als de PVV, maar ook in steeds sterkere mate wordt uitgedragen door politici van gevestigde politieke partijen, journalisten van kwaliteitsmedia en andere politiek betrokken professionals. Populisme is al een lastig begrip. Ook nog eens met een specifieke salon-vorm van populisme komen maakt de boel alleen maar nog ingewikkelder.
Nu denk ik dat hij toch een punt heeft. Laat me dat verduidelijken aan de hand van drie voorbeelden.
Eerst even heel kort en bondig een definitie van wat populisme is: de boodschap dat het goede volk wordt uitgebuit/verraden/genegeerd door een slechte elite. Het doel van populisme is de wil van het volk (weer) centraal te stellen.
Voorbeeld 1
Deze populistische boodschap zien we terug in het debat rondom de bezetting van het Maagdenhuis in Amsterdam. Een belangrijke motivatie van de in opstand gekomen studenten en docenten is dat ze vinden dat de universitaire elite niet meer luistert naar degenen waar het vooral om draait: studenten en docenten.