De parlementaire enquête woningcorporaties
OPINIE - Het zou goed zijn als het parlement niet alleen zou vertrouwen op grote, sporadische enquêtes, maar ook toezicht zou uitoefenen op bepaalde sectoren middels kleine, regelmatige visitaties.
Op donderdag 30 oktober 2014 publiceerde de Parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties haar eindrapport. Daarin veel aandacht voor wat er allemaal fout ging en beter moet, en ook een pleidooi voor de invoering van een toezichthouder: een ‘Woonautoriteit’. Meer en strak toezicht.
Maar er waren toch Raden van Commissarissen, en een Waarborgfonds en het ministerie die ook al toezicht hielden? Er was niet zozeer te weinig toezicht, het probleem was eerder dat de verschillende toezichthouders niet deden wat ze geacht werden te doen. Het meest frappant werd dat mijns inziens geformuleerd door Marcel van Dam die zelf zo’n toezichthouder was, maar vooral alle andere toezichthouders de schuld gaf.
Toezicht
Het gaat er dus niet alleen om of er toezicht is georganiseerd, maar ook hoe het wordt uitgeoefend en hoe capabel en indringend het toezicht is. En ook, of de regels die de sector bestrijken helder zijn over de rollen van de actoren.
Daar ontbrak nogal wat aan. Corporaties moesten de markt op, marktgericht denken en handelen. Dat is een andere rol dan sociale huurwoningen bouwen en verhuren. Maar wat, toen we ze opeens vroegen om ook de buurten leefbaarder te maken, te voorzien in gemengde wijken en zich ondernemend op te stellen?