Je ne suis pas Charlie

Het is nauwelijks meer te bevatten. De enorme explosie van islamitisch geweld in de afgelopen dagen. Ik vermoed dat dit niet alleen meer het werk is van een handjevol losgeslagen moslimterroristen. Het is groter. Veel groter dan wij allemaal denken. Wellicht dat het aantal terroristen verhoudingsgewijs in het niet valt bij de 1.6 miljard moslims op aarde, maar een handjevol is toch echt een understatement. Met maar een handjevol soldaten was het IS nooit gelukt om aanzienlijke delen van Irak en Syrië te veroveren en was Boko Haram nooit in staat geweest om op grote schaal te moorden en te plunderen. Ook de gedode aanslagplegers en gijzelnemers in Parijs werkten niet alleen vermoed ik. Zij moeten zijn geholpen. Bij het financieren en aanschaffen van de Kalasjnikovs bijvoorbeeld en het verschaffen van onderdak en informatie. De drie moordenaars zijn zogezegd het topje van de ijsberg. Hun vrienden, bekenden, religieuze raadsmannen, strijdmakkers en medegelovigen stonden erbij en keken ernaar. En gooiden misschien zelfs nog wat olie op het vuur voor een beter resultaat. Het eindigde zoals het eigenlijk alleen maar kon eindigen. Met de dood. De daders hadden niks meer te verliezen, behalve hun leven. En laat dat nu precies zijn waar ze op uit waren. Een eervolle dood als martelaar. Ook veel islamitische regimes spelen een dubieuze rol in het in stand houden van deze spiraal van geweld en steunen heimelijk en soms zelfs openlijk gewelddadige moslimgroeperingen. Of knijpen in ieder geval een oogje dicht. Is het soms toeval dat politie en regering van Indonesië en Maleisië niet ingrijpen als islamitische relschoppers Chinese winkels en christelijke kerken tot de grond toe afbranden en hun eigenaren en bezoekers doodknuppelen? Ik denk van niet. Islam heeft wel degelijk een gewelddadige kant.

Vanity Fair beschuldigd van verzinnen antisemitische meute in Parijs

According to an investigation published in the magazine’s August edition, Chief Rabbi Michel Gugenheim, 65, was said to have heard the ‘axe’ and ‘iron bar’ wielding mob chanting: ‘Hitler was right’ and ‘Jews get out of France’.

He was then rescued by anti-terrorist commandos […]

But, despite the detail offered by Ms Brenner, Jewish groups and Paris police and prosecutors have united in branding her claims as false.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Souvenir

COLUMN - Ik weet nooit wat ik mee moet nemen. Wel voor de slopers, maar nooit voor de man. De afgelopen paar dagen was ik in Parijs met mijn Franse vriendin en ik vind het altijd wel zo leuk om iets kleins mee te nemen als teken dat ik heus wel aan ze heb gedacht tussen al het geoehlala door. De sneeuwbolletjes met Eiffeltoren waren zo gekocht, evenals de T-shirtjes met ‘Paris Rocks!’ erop. Voor de man had ik nog niets.

Ineens wist ik het. Een leuker cadeau kon ik niet bedenken. Zeven jaar geleden waren wij namelijk samen in Parijs, de man en ik. Ik was zwanger en wij zaten in grote spanning te wachten op de uitslag van de vruchtwaterpunctie. Die uitslag, daar moet je vier weken op wachten en hij zou   tijdens ons romantische weekendje weg bekend worden. Dat je aan het eind van die vier weken gek bent geworden van alle mogelijke scenario’s spreekt denk ik voor zich. Dus toen ik op mijn telefoon het berichtje las van de gynaecoloog dat alles goed was en we daar maar een voorzichtig glaasje bubbels om moesten drinken zolang we het haar maar niet vertelden, sprongen wij een gat in de lucht. De sfeer was ineens compleet anders en dat gingen we vieren.

Foto: bkbinfrankrijk (cc)

Bitterballen, Bløf en Bruna in Institut Neerlandais

COLUMN - Het Institut Neerlandais in Parijs sluit eind dit jaar haar deuren. Op het forum Nederlanders.fr spreekt een aantal landgenoten schande, een paar artikeltjes in de Franse pers, et voilà, einde van het oproer.

Ik kom er nooit. Niet alleen omdat ik Nederlandse ben, en het instituut zich primair op de verspreiding van de Nederlandse cultuur onder de Fransen richt. Maar ook omdat ik getraumatiseerd achterbleef na een telefoontje met de afdeling Taalonderwijs. Ik waagde het eens om te bellen over de mogelijkheden tot het volgen van Nederlandse les door mijn kinderen, en werd dusdanig arrogant te woord gestaan dat ik weer aan de pillen moest tegen mijn telefobie.

De drempel van het schitterende pand aan Rue de Lille is voor mij te hoog. Ook veel bevriende Nederlanders in Parijs zetten er moeilijk een stap naar binnen. Hun mening: op z’n best een elitair clubje, op z’n slechtst een subsidie-slurpende instelling. In die zin past het Institut Neerlandais uitstekend in Parijs, waar cultuur een eerste levensbehoefte is, die zwaar gesubsidieerd door het leven mag gaan. In een dergelijke sfeer van ‘ons-kent-ons’ cultuurliefhebbers, is iedereen best tevreden met zichzelf. Dan komt zo’n sluiting extra hard aan.

Ik denk dat er sinds de dagen van de hoofdredacteur van NRC Handelsblad, Peter Vandermeersch, in Parijs niet zo heel veel veranderd is.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Parijs versus New York

ANIMATIE - Ben je een New York mens of een Parisien?

Parijs is leuk hoor, maar dat romantische Amélie-Parijs heb ik nooit kunnen vinden. En bij Parijs denk ik toch vooral aan wat is geweest: zwijmelende babyboomers à la Philip Freriks en Youp van ’t Hek (vroeger gingen wij gewoon liftend naar Parijs, Tjakaaa!). Cultuur. Tja, ach. Mooi ja. Maar dan New York. Snel, toegankelijk, comfortabel, zo’n beetje de hoofdstad van de wereld.

U denkt er vast anders over. Maar dub je nog, zie dan deze fraaie animatie voor een aardige vergelijking.

Foto: Alec Vuijlsteke (cc)

Vijf essentiële Franse zinnen

COLUMN - Waarin gastschrijver Vrouwke van Stavast, woonachtig in lichtstad Parijs (ook wel het Eindhoven van Frankrijk) uitlegt hoe u zich om kunt vormen tot quasi Parisienne met vijf eenvoudig te leren Franse zinnetjes.

Vergeet grammaire en vocabulaire, passé composé, un en une. In Frankrijk heb je slechts vijf zinnen nodig om voor vol te worden aangezien.

Tijdens mijn eerste weken in Parijs was overleven noodzaak. Voor taalcursussen had ik geen tijd. Ik redde mijzelf met slechts vijf zinnen die deuren voor me openden, onverstaanbare conversaties tot een goed einde brachten en me tegelijkertijd het imago gaven van een buitenlandse die razendsnel op weg is naar het ultieme doel: être une quasi Parisienne (een echte is niet haalbaar). 

1. Ça marche (pas)

In ons fijne authentieke appartementengebouw werkt de lift vaker niet dan wel. De buurvrouw en ik staan samen vergeefs op de lift te wachten. Ik:”Ça marche pas hein?” Schouders ophalend nemen we de trap. Hetzelfde doet een uurtje of wat later de monteur van Orange, die mijn internetverbinding komt maken. Wij kijken naar de router. Zijn blik is zorgelijk. Ik: “Ça marche pas?”. Hij: “Non….. bladiebladie et ohlalala”.  Als die avond de boodschappen via de trap omhoog worden gebracht door de Carrefour bezorger wijs ik naar de lift en zeg: “Ça marche pas!” Ik neem de boodschappen van hem over, waarbij ik me zichtbaar vertil. Hij kijkt ietwat vragend, maar ik zeg snel: “Ça marche, ça marche”. ‘Ça marche’ werkt onder alle omstandigheden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomerserie | La maison de Balzac

Sargasso duikt deze zomer in de letteren en bezoekt kleine literaire musea in Nederland en daarbuiten. Vandaag een bijdrage van Suzanne Sanders, die het Balzac museum in Parijs bezocht.

Waar denk jij aan bij het horen van de naam Balzac? En als je leest dat hij tegenover het Hôtel de Lamballe woonde? Schrijver, oja…maar weinig Nederlanders weten meer van Honoré de Balzac (1799-1850) dan zijn naam. In Frankrijk behoort hij echter tot de belangrijkste schrijvers van de negentiende eeuw en is één van de (slechts!) drie literaire musea van Parijs aan hem gewijd. Het Maison de Balzac bevindt zich in het huis waarvan de schrijver tussen 1840 en 1847 de bovenverdieping huurde. Voor een bezoek neem je metro 6 naar halte Passy in het 16e arondissement, even ten westen van de Eiffeltoren. Twee straten en een steile trap verder sta je voor de deur van het museum. Mijn eigen, totaal verregende verblijf in Parijs afgelopen maand heeft mijn geplande museummarathon behoorlijk vertraagd, waardoor –oh anticlimax- ik er zelf niet ben geweest. Desalniettemin had ik al het één en ander uitgezocht en vind ik dat Balzac ook de Nederlandse lezer absoluut niet mag ontgaan.

Dit is het huis waar Balzac werkte aan zijn chef d´oeuvre: La Comédie Humaine. Het is een gigantisch werk dat uit zo’n 100 verhalen bestaat, waarmee hij een beeld wilde schetsen van zijn eigen tijd: Frankrijk, vlak na de val van Napoleon, met aan de ene kant het herstel van de monarchie en aan de andere kant de verschuivingen in de sociale klassen als gevolg van de industriële revolutie. De verhalen zijn geordend in thematische hoofdstukken met titels als Scènes de la vie privée, Scènes de la vie de province, Scènes de la vie Parisienne of Scènes de la vie militaire. Het betreft fictie, maar met zoveel gedetailleerde beschrijvingen uit de werkelijkheid dat Balzac als pionier van het realisme kan worden gezien. Balzac onderscheidt zich bovendien doordat hij een groot aantal van zijn 2,500(!) personages in verschillende verhalen terug laat komen, waardoor La Comédie Humaine één groot geheel wordt.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Vorige Volgende