Totale verwarring over wetenschap en kunst
RECENSIE - Ambitie kan nooit kwaad. Dus wanneer Cees Andriesse op de cover van zijn boekje ‘Het verborgen veld’ belooft dat hij ‘Een nieuwe geschiedenis van de natuurkunde’ gaat bieden, dan klinkt dat heel uitdagend. Maar dan moet je wel weten wat je gaat schrijven.
Contra Kuhn
Direct in het begin gaat het al mis. Andriesse’s poging in de inleiding om de aard van dat ‘nieuwe’ een beetje filosofisch te omschrijven, loopt hopeloos vast. Eerst rekent hij af met de wetenschapsfilosofie van Thomas Kuhn, die grote nadruk legde op revolutionaire breuken in de geschiedenis van de wetenschap. Andriesse wijst erop dat dat een minderheidstandpunt is:
Ontdekkingen hebben een logica. Ze worden niet zomaar gedaan. Het kan in het midden blijven welke wetenschapsfilosofen dat sinds jaar en dag betogen. Het zijn er vele. ‘Wetenschappelijke kennis is zelfs los te zien van groepen mensen,’ schrijft één van hen. ‘Ze kan als een systeem van theorieën worden opgevat waar we aan werken zoals metselaars een kathedraal opbouwen.
Kuhn is inmiddels allang achterhaald, maar die ‘vele’ waar Andriesse het over heeft, lopen ondertussen ook behoorlijk achter. Die bouw-metafoor is al net zo ouderwets en onjuist. Ze is wellicht verleidelijk voor een oppervlakkige geschiedschrijving van de wiskunde of de theoretische natuurkunde (maar ook daar: niet geldig); ze is volledig onbruikbaar voor een wetenschap als, zeg, psychologie of sociologie.