Vandalisme en plundering

De zogenaamd Islamitische Staat lijkt te zijn verslagen. Een organisatie die met vandalisme en plundering nogal wat antiek erfgoed heeft vernietigd. Of toch niet? Een overzicht. Syrië De erfgoedschade in Syrië is vooral toegebracht door het regime. De zogenaamd Islamitische Staat heeft zich beperkt tot acties die eerder mediageniek waren dan schadelijk. Ik wil ze daarmee – dit schrijf ik met nadruk – niet bagatelliseren want de schade is reëel, maar het waren toch vooral de personeelsadvertenties van een terreurgroep en de westerse media hebben de taak van megafoon goed op zich genomen. Het beschadigen van oudheden was voor IS echter geen echt doel. Als dat zo zou zijn geweest, had het Resafa kunnen plunderen, maar het liet die stad ongemoeid. Er is echter wel degelijk schade, zeker. Maar hoe onaantrekkelijk de vernietiging van de tetrapylon in Palmyra ook moge zijn geweest, het was een twintigste-eeuwse herbouw en hij wordt inmiddels opnieuw herbouwd. De schade aan de woestijnstad was al met al minder dan bijvoorbeeld die aan Apamea, waar vandalen een complete antieke stad systematisch omspitten. De satellietfoto’s waarop dat is te zien, tonen dat de kuilen zich uitsluitend bevinden op de archeologische site. De omringende akkers bleven onaangetast. Dat de plundering zich beperkte tot overheidsland, bewijst dat dit een operatie was van het Syrische leger.

Door: Foto: Het Tetrapylon dat volgens de laatste berichten is verwoest door IS copyright ok. Gecheckt 12-10-2022
Foto: Schilderij 'Gezicht op de ruïnes van Palmyra' van Gerard Hofstede van Essen, 1693 copyright ok. Gecheckt 17-03-2022

Wonderlijk Palmyra

Museum De Waag in Deventer staat in het teken van de eeuwenoude handelsstad Palmyra. In de tentoonstelling ‘Palmyra, stad van duizend zuilen wordt aandacht geschonken aan de Europese pioniers die de ruïnes herontdekten en enkele vondsten die hier zijn gedaan. Tevens is er aandacht voor de ‘linking pin’ tussen Palmyra en Deventer: de zeventiende-eeuwse politicus en geleerde Gisbert Cuper.

Een welvarende handelsstad

Alleen wie totaal geen aandacht heeft voor de strijd tegen IS kan het zijn ontgaan dat Palmyra ligt in Syrië. Ooit vormde de oase een bufferzone tussen het Romeinse en het Parthische Rijk. Een veilige tussenstop op de zijderoute, waar een warmwaterbron het leven aangenaam maakte. Als handelsknooppunt kon Palmyra alleen schatrijk worden, zo getuigen onder andere de rijke (graf)monumenten die er zijn teruggevonden.

Gisbert Cuper

In de zeventiende eeuw werden dit soort antieke ruïnes voor het eerst door westerse geleerden verkend. Leden van de elite beleefden er plezier in zulke onbekende werelden in kaart te brengen. Tevens werden talloze curiosa verzameld, getoond en besproken met gelijkgestemden.

Een van deze hobbyisten was Gisbert Cuper, geboren in 1644 in het Duitse Hemmen als lid van de gegoede burgerij. Gisbert werd aanvankelijk thuis onderwezen en vervolgde zijn studies in Nijmegen waar hij, conform de tijd, de klassieken met de paplepel kreeg ingegoten.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

ISIS in het defensief

Twee berichten vandaag. Het eerste: vanmorgen heeft ISIS Al-Rutbah ontruimd, waarmee de weg van Bagdad naar Jordanië vrij komt. Ook lijkt de aanval richting Hit te zijn ingezet. Dit betekent dat, na de val van Ramadi, ISIS steeds verder uit de vallei van de Eufraat wordt weggedreven, naar het noordwesten.  U leest er meer over in de doorgaans redelijk geïnformeerde Libanese krant Daily Star: hier.

Het tweede bericht: vanmiddag is het Syrische leger in de aanval gegaan richting Palmyra. Ten westen van de moderne stad ligt een middeleeuws kasteel op een wonderlijke bult in het landschap. Deze lijkt nu de inzet van de strijd te zijn: hier.

Foto: Verloren Oudheid

Verloren Oudheid | Palmyra – Stad van Duizend Zuilen

COLUMN - Vorige week en de week daarvoor schreef ik al over de opkomst van karavaansteden in het Nabije Oosten. Rond het begin van onze jaartelling vielen grote delen van de bewoonde wereld onder het gezag van drie grote wereldrijken: het Romeinse, het Parthische en het Chinese. Hierdoor brak een periode van vrede aan en nam de langeafstandshandel een grote vlucht. Op voorheen onherbergzame plekken langs handelsroutes kwamen steden tot bloei die vanwege hun economische en strategische positie veel politieke macht konden verwerven. Een van de meest invloedrijke karavaansteden was Palmyra, gelegen in het huidige Syrië.

De ruïnes van Palmyra met de Palmyreense bergrug op de achtergrond. Foto van James Gordon, 7 oktober 2006.

De ruïnes van Palmyra met de Palmyreense bergrug op de achtergrond.
Foto: James Gordon, 7 oktober 2006.

Palmyra voor de Romeinen
Palmyra, door de plaatselijke bevolking Tadmor genoemd, werd omstreeks 2000 v. Chr. gesticht als handelspost aan de al-Qubur oase. De oorspronkelijke inwoners waren waarschijnlijk Amorieten; West-Semitische herdersstammen die met hun kuddes over de Syrische steppes trokken en handel dreven in de oases. Rond 1100 v. Chr. verschenen de Arameeërs in de regio, die qua taal en levenswijze weinig van de Amorieten verschilden. In deze periode was Palmyra nog niet erg belangrijk. Weinig handelaren trokken rechtstreeks door de woestijn. De meesten gaven de voorkeur aan een route door Noord-Syrië, langs de voet van het Taurusgebergte. Met de opkomst van de Arabische specerijenhandel werd Palmyra iets belangrijker. Meestal had de stad een semi-autonome status binnen de wereldrijken die haar overheersten, maar veel politieke macht had de stad niet.

Foto: Dame uit Trier copyright ok. Gecheckt 10-03-2022

Kunst op Zondag | Romeinse portretten

Full disclosure eerst: ik ben bestuurslid van de stichting RomeinenNU, die verantwoordelijk is voor de Romeinenweek die gisteren van start is gegaan om het Romeinse erfgoed in het zonnetje te zetten. Dat doe ik hier dus met wat Romeinse portretten en ik begin met een beeld dat de afstand tussen ons en de Romeinen illustreert: een detail van de Laokoöngroep. U zou dit beeld, indien het daar niet zo stervensdruk zou zijn, in principe kunnen zien in de Vaticaanse Musea.

Stervende Laokoön

Stervende Laokoön

Volgens de klassieke sagen had de Trojaanse priester Laokoön in de gaten dat het Trojaanse Paard vol zat met soldaten. De beeldengroep – hier ziet u haar in haar geheel – toont de doodstrijd van de slimme man en zijn zonen, die door slangen werden mishandeld. Niet dat ze iets hadden misdaan, maar het was nu eenmaal de bedoeling dat Troje ten onder zou gaan, en dus ruimden de goden de potentiële klikspaan uit de weg.

Hieruit blijkt een andere mentaliteit dan we gewend zijn uit de Europese kunst, die eeuwenlang christelijk was. Niet dat het lijden daarin nooit werd afgebeeld, maar het lijden van de gekruisigde of een martelaar had een heilshistorische betekenis. Het lijden van Laokoön is daarentegen alleen maar lijden zonder loutering. Nare jongens, die Romeinen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.